De Europese bouwmaterialenindustrie, de elektriciteitsbedrijven en de gesubsidieerde klimaatlobbyisten vormden een monsterverbond om alle huizen in de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal te maken. Het smeermiddel van dit monsterverbond was de elektrificatie en de renovatieplicht. Wie dacht dat achter de EPB-richtlijn die alle gebouwen in de Europese Unie klimaatneutraal wil maken enkel de klimaatlobby zat, vergist zich schromelijk. Naast de groenlinkse klimaatlobby zetten twee sectoren zwaar in op de EPB-richtlijn. De eerste groep is de elektriciteitssector met lobbygroepen van installateurs,…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De Europese bouwmaterialenindustrie, de elektriciteitsbedrijven en de gesubsidieerde klimaatlobbyisten vormden een monsterverbond om alle huizen in de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal te maken. Het smeermiddel van dit monsterverbond was de elektrificatie en de renovatieplicht.
Wie dacht dat achter de EPB-richtlijn die alle gebouwen in de Europese Unie klimaatneutraal wil maken enkel de klimaatlobby zat, vergist zich schromelijk. Naast de groenlinkse klimaatlobby zetten twee sectoren zwaar in op de EPB-richtlijn. De eerste groep is de elektriciteitssector met lobbygroepen van installateurs, groothandelaars van stopcontacten, kabels enzovoort en de energiebedrijven die stroom verkopen. Die laatste groep bestaat dus uit Engie en Luminus, maar ook netbeheerders zoals Fluvius en hun collega’s in andere lidstaten laten zich niet onbetuigd. Logisch, als gas en stookolie verdwijnen groeit hun marktaandeel. Een klassiek gevalletje van follow the money.
De elektriciteitsbranche doet dit via diverse speciaal voor de gelegenheid opgezette lobbygroepen zoals Coalition for the Energies of Tomorrow in Transport and Logistics (CE2TL), European Federation of Intelligent Energy Efficiency Services (EFIEES), Fédération des services énergie environnement (FEDENE)… De kunst is een lobbygroep opzetten die enerzijds het klimaat- en energiediscours van de Europese Commissie overneemt en anderzijds het eigenbelang daar perfect aan koppelt.
Daarnaast blijven ze lobbyen via de klassieke sectorale organisaties zoals Union Française de l’Electricité (UFE) of European Association for Electrical Contractors (AIE EuropeOn).
De namen die bij de leden van al die lobbygroepen telkens terugkeren zijn vaak de Franse multinationals Schneider Electric (installatietechniek), Engie (stroomleverancier), Dalkia (gebouwenonderhoud en onderdeel van elektriciteitsreus EDF, de moedermaatschappij van Luminus), Equans (een ex-Engie-dochter die onder andere installaties en onderhoud doet). Veel van die bedrijven profileren zich van veredelde elektriciens en kabeltrekkers steeds meer tot bedrijven die ‘het optimaal benutten van lokale hernieuwbare energiebronnen en het ontsluiten van energiebesparingen’ verkopen.
Bouwmaterialen
Een kijkje in de gepubliceerde resultaten van openbare aanbestedingen voor renovatie of onderhoud van overheidsgebouwen in België maakt duidelijk hoe machtig Dalkia, SPIE en Equans ondertussen zijn. Bij overheidsopdrachten vissen lokale kmo’s meestal achter het net.
Dat de sector van de kleinste elektricien tot de netbeheerders als Fluvius belang hebben bij een verplichte elektrificatie van het verwarmen van woningen spreekt vanzelf. Een minder voor de hand liggende speler in het EPD-verhaal is de bouwsector. Of correcter: een bepaald segment van de bouwmaterialensector.
Eén van de belangrijkste lobbygroepen achter die EPB-richtlijn is daarom EuroACE. Dat is een op maat opgezette lobbygroep met als leden: Daikin (warmtepompen en airco’s), Carrier (warmtepompen en airco’s), Danfoss (pompen), Grundfos (pompen), Johnson Controls (bekend van autozetels voor Volvo, maar tegenwoordig zich profilerend met ‘toonaangevende gebouwentechnologie voor een veilige en duurzame toekomst’), Kingspan (isolatie op basis van geëxpandeerde polymeren), KnaufInsulation (isolatie op basis van polymeren), Rockwool (isolatie op basis van glaswol), Saint-Gobain (bijna elk soort bouwmateriaal, maar vooral thermische beglazing), Schneider Electric (elektriciteit), URSA (isolatie op basis van glaswol), Velux (dakramen), Autodesk (software voor architecten) en Aereco (ventilatiesystemen en luchtleidingen).
Oostende
Stuk voor stuk grote namen en niet uitsluitend Europese bedrijven. Johnson Controls is Amerikaans, net als Carrier. Daikin is Japans en heeft een grote productiesite in Oostende. Belangrijke afwezigen zijn Belgische spelers zoals Recticel (isolatie op basis van geëxpandeerde polymeren) en het voormalige Glaverbel (onderdeel van het Japanse Asahi Glass). Het is opvallend dat de complete sectoren van bakstenen, dakpannen, cement en roofing ontbreken. Die worden steevast als boosdoeners qua CO2-uitstoot gezien.
De door een secretaris-generaal (Adrian Joyce) geleide lobbygroep EuroACE heeft als missie om samen te werken met de Europese instellingen om de EU te helpen bewegen naar meer energie-efficiënte gebouwen en daarbij bijdragen aan de Europese doelen qua jobcreatie, economische groei, energieveiligheid en de strijd tegen klimaatverandering.
Ze doen dit onder andere met de websites Renovate Europe en C4E Forum. In dat laatste forum zijn de andere deelnemers de lobbygroepen European Copper Institute (koperindustrie), Eurima (glaswolindustrie) en European Climate Foundation (ECF). ECF is de puissant rijke lobby van klimaatactivisten en staat 24ste op de ranglijst van de lobbygroepen die het vaakst toplui van de Europese Commissie ontmoetten. ECF ontvangt veel subsidies van de Europese Commissie en wordt gefinancierd door onder andere de Open Societies Foundations van de controversiële valutaspeculant George Soros en de Nederlandse Postcode Loterij. ECF behoort tot de hardliners binnen de groenlinkse klimaatbeweging, maar blijkbaar staan ze wel open voor samenwerking met een deel van de sector van de bouwmaterialen.
Klimaatverhaaltje
De budgetten van ECF zijn enorm. Zo kan ECF een kleine 40 miljoen euro gebruiken om de EU te bewerken en door gelieerde ngo’s, waar ze een grote geldschieter van is, mobiliseert ze nog veel meer geld. Het lobbywerk kost miljoenen euro’s.
EuroACE, dat dus de een belangrijk deel van bouwmaterialensector vertegenwoordigt met een klimaatverhaaltje, wist 19 keer op de koffie te mogen bij leden van de Europese Commissie of hun topambtenaren. Dat deden ze met vijf personeelsleden en een lobbybudget van tussen de 400.000 en de 500.000 euro.
Daarnaast nam EuroACE deel aan enkele initiatieven van de Europese Commissie. Vaak als deskundigen. Bijvoorbeeld de Energy Efficiency Financial Institutions Group (EEFIG) van het directoraat-generaal Energie. Het Sustainable Energy Investment Forums (SEI Forums) eveneens georganiseerd door het DG Energie en het agentschap van de Europese Commissie voor kmo’s EASME. Het derde initiatief was het High Level Forum on Construction van het directoraat-generaal Groei (onderdeel van het DG Interne Markt).
Het is duidelijk dat de renovatieplicht een uitgelezen kans is voor de multinationals die daarvoor de juiste bouwmaterialen produceren. Het lobbywerk betreft twee zaken: de renovatieplicht realiseren en ten tweede maar daarom niet minder noodzakelijk bepaalde technologie (lees bouwmaterialen) uitsluiten en andere juist opdringen.
Chauffageketels
Wat dit laatste betreft slaagden de leveranciers van hybride chauffageketels een kleine overwinning op de Daikins en Carriers. Dit was zeer tegen de zin van de klimaatlobbygroepen zoals het door de Europese Commissie fors gesubsidieerde European Environmental Bureau (EEB). De hybride verwarmingssystemen zitten ook in het gamma van Daikin, maar zijn meer een oplossing van klassieke spelers zoals Buderus, Bulex, Vaillant… Het nadeel in de ogen van de klimaatlobbygroepen is dat de boiler nog steeds fossiele brandstoffen verbruikt, maar de combinatie met een warmtepomp voor besparingen in verbruik zorgt. De kosten voor een hybride systeem zijn echter hoger dan een eenvoudige vervanging van een cv-ketel op gas. Het comfort en de zuinigheid zit vooral in het warm water. Dat is wel veel beter dan bij een warmtepomp met warm water volledig elektrisch.
Hoe dan ook de kosten die de renovatieplicht met zich meebrengt maken het lobbywerk en het monsterverbond met groenlinkse klimaatlobbygroepen een goed investering. Een investering die de huiseigenaar zal mogen terugbetalen.