Faciliteiten werken verfransend

De Leuvense politicoloog Wout Frees onderzocht de gemeensteraadsverkiezingen van 1976 (na de fusie) t.e.m. 2006 in de negentien gemeenten rond Brussel. Op basis van interviews en krantenberichten uit de verkiezingstijd deelt hij de lijsten op in Franstalige, Nederlandstalige en tweetalige om dan de stemmenevolutie te bekijken.

De analyse van alle resultaten samen toont aan dat de stemmen voor Nederlandstalige lijsten ongeveer op 75% gebleven zijn. De Franstalige lijsten stegen in dertig jaar van 15% naar 20%. Niet ten koste van de Nederlandstalige stemmen, maar wel van de tweetalige. Het stemmenpercentage van die tweetalige lijsten kromp zo van 10% naar 5%. Het beeld van de verfranste Vlaamse rand wordt helemaal tegengesproken door de vaststelling dat in dertien gemeenten (allemaal zonder faciliteiten voor Franstaligen) de voorbije dertig jaar de stemmenverhoudingen bijna niet gewijzigd zijn. In die gemeenten zijn 85% van de stemmen voor Nederlandstalige lijsten en 12% voor Franstalige lijsten. Opvallend is dat ook in deze gemeenten het aantal stemmen voor tweetalige lijsten verminderde. de enige uitzondering in de gemeenten zonder faciliteiten blijkt Sint-Pieters-Leeuw. Daar verdubbelde het aantal stemmen voor Franstalige lijsten in dertig jaar van 10% naar 20%.

Het beeld van de verfranste Vlaamse rand klopt dus niet helemaal, maar er is een uitzondering: de zes Vlaamse faciliteitengemeenten rond Brussel. Daar is de vooruitgang van de Franstalige lijsten enorm, van bijna 30% in 1976 naar bijna 60% in 2006.  De opgang van de Franstalige lijsten ging ten koste van de Nederlandstaligen én de tweetalige lijsten die allebei  daalden van ongeveer 35% naar 20%. 

het volledige VIVES-onderzoek kan u hier lezen