JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Fidan en Oktay: een gedwongen huwelijk

Pinar Akbas8/1/2019Leestijd 6 minuten
Cappucino met ontboezemingen

Cappucino met ontboezemingen

foto © Reporters / Photoshot

Fidan heeft jarenlang met een geheim geleefd dat ze nu eindelijk durft uitspreken. Haar dochter mag niet dezelfde fout maken als haar moeder

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ze stak geïrriteerd een sigaret op en staarde lang voor zich uit over het verwarmde terras, over de hoofden van de mensen. Na een lange trek legde ze haar sigaret op de aluminium asbak die lag te blinken in de winterzon. De filter van haar Marlboro Light droeg het dieprode van haar lippenstift, ze gebruikte al jaren dezelfde kleur van hetzelfde merk. Als er één ding behoudsgezind aan Fidan was, dan was het wel haar make-up. Vandaag was ze slechtgezind. Zoals altijd wachtte ik op haar signaal waar ze zou aangeven wanneer ze klaar was om te praten over haar problemen. Fidan had tijd nodig om haar gedachten te ordenen en de woorden zorgvuldig te kiezen om haar probleem te kunnen uitleggen. Op dat vlak waren wij anders, al van in onze kindertijd. Ik bewonderde Fidan voor haar onafhankelijkheid op vrij jonge leeftijd. Ik werd op die leeftijd door mijn overbezorgde moeder in vijf lagen ingepakt tijdens de winterdagen om toch maar geen kou te vatten en alweer ziek te worden.

‘Hé Fidan, weet je nog hoe je moeder altijd achter je aanliep om je toch maar een muts aan te doen? En jij liep dan weg, kwam met blozende wangen van de koude aan bij ons thuis om met mij buiten in de sneeuw te spelen. Maar dan kreeg je van mijn moeder een muts omdat jouw moeder, tante Emine, mijn moeder al had gewaarschuwd via telefoon. Die twee speelden toch altijd onder één hoedje.

‘Ja, nou, wat is je punt?’, snauwde ze bits. Ze keek mij aan met toegeknepen ogen terwijl ze een trek nam van haar sigaret. Ze blies de rook naar de andere kant uit en roerde zuchtend verder in haar cappuccino. Haar armen lagen vol met kattenkrabbels, verse wonden en oude littekens. Al van kleins af aan was Fidan bezeten door katten, eigenlijk door alle dieren. Als alle kinderen in de beek gingen zwemmen in het dorp in Anatolië dan ging zij rustig met de eendjes en de rest van het vee spelen op de boerderij van haar opa. Onze dorpen grensden naast elkaar. We zagen mekaar elke zomervakantie. Soms denk ik dat wij gedwongen waren om vriendinnen te worden.

Ze lepelde het laatste restje melkschuim van haar cappuccino uit haar koffietas en keek mij opnieuw aan. Dit was het moment dat ze aangaf dat ze klaar was om te praten. Ze was klaar omdat ze de juiste woorden had gekozen. Ze was bereid om te praten over hetgeen haar dwarszat.

‘Weet je wat jouw probleem is, Pinar? Jij bent te empathisch voor de verkeerde mensen.’

Dat had ik niet verwacht, ik lachte, maar zij lachte niet terug. Ze keek bloedserieus maar ze was kalm.

‘Ga verder, Fidan. Ik ben benieuwd naar het verloop van dit gesprek.’

‘Je bent te empathisch voor mijn moeder bijvoorbeeld. Je vindt haar een sterke, moderne vrouw, toch? Je vindt haar sterk omdat ze zoveel heeft moeten afzien van mijn vader. Je vindt haar modern omdat ze mij verder wilde laten studeren. Dat denk je toch, Pinar? Denk je nu echt dat ik een kassierster wilde worden in een supermarkt, denk je echt dat ik geen ambitie had? Jij denkt dat ik niet ben gaan studeren ondanks het feit dat ik de kansen kreeg. Je zegt het niet maar je veroordeelt mij om mijn keuzes, toch, Pinar?’

(In het Turks is er een gezegde: echte vrienden verwoorden de bittere waarheid. Daar gaan we dan…)

‘Om eerlijk te zijn denk ik echt dat je beter kon, Fidan. Ik ben ook als kassierster begonnen en ik dacht dat we dit gewoon tijdelijk gingen doen. En we zijn twintig jaar verder en je bent nog altijd een kassierster. Ik had altijd gedacht dat je dierenarts wilde worden. Tante Emine wilde zo graag dat je studeerde…’

Ze breekt mijn zin af en schreeuwt al wijzend en licht hysterisch naar mij: ‘Je doet het weer, tante Emine hier, tante Emine daar! Zij heeft mij tegengehouden. Toen je broer naar Gent was vertrokken om te studeren heb ik haar gesmeekt om mij ook te laten gaan maar ze was bang voor wat de buren wel niet zouden zeggen. Een meisje op kot sturen was ongewoon in die tijd in onze gemeenschap.’

‘Dat wist ik niet, Fidan, ik dacht altijd dat jij gewoon op zoek was naar jezelf in die tijd. Je was ook zo vaag over alles. Het spijt mij.’

We zwijgen. Ze kijkt naar de mensen die vrolijk in kerststemming hun laatste eindejaarsaankopen doen. Iedereen draagt gebreide mutsjes en haarbanden in verschillende kleuren.

‘Jouw moeder was lief en begripvol, in tegenstelling tot mijn moeder, Pinar.’

‘Zeg dat niet, tante Emine was ook…’ Ik zwijg spontaan en knik naar haar om aan te geven dat ze verder moet gaan. Ze lijkt het te appreciëren.

Mijn moeder was niet geïnteresseerd in mij. Ze was meer geïnteresseerd in de mening van de anderen. Ik ben in de supermarkt beginnen werken omdat ik onafhankelijk wilde zijn. Ik wilde werken aan mijn toekomst, in stilte, zonder protest of rancune. Ik had zin in de toekomst en het leven. Later als ik het ouderlijke huis zou verlaten zou ik wel ergens avondonderwijs volgen om mijn ambities waar te maken.’

(Maar jij bent meteen getrouwd op je 19de!!!)

‘Ik leerde Oktay kennen en ik werd verliefd op hem. Hij werd ongeduldig en wilde met mij naar bed. Ik weigerde, zei dat we dat niet konden voordat we getrouwd waren. Toen zei hij dat ik maar eerst moest bewijzen dat ik maagd was door met hem naar bed te gaan, anders zou er van trouwen geen sprake zijn. Ik ging met tegenzin in op zijn dreigement. Het gebeurde op zijn kamer toen zijn ouders naar Turkije waren en hij het huis voor zichzelf had. De overwinning op zijn gezicht erna…’

(Grappige, loyale Oktay die mij zo gesteund had na mijn scheiding? Wat een rotzak en wat dom van je, Fidan!)

‘Maanden verstreken en hij kwam mijn hand maar niet vragen bij mijn ouders. Ik was bang en eenzaam, kon het aan niemand vertellen. Ook niet aan jou. Ik haatte hem zo. Wat als hij mijn hand niet was komen vragen? Dan had ik ofwel ergens mijn maagdenvlies moeten laten herstellen en god weet hoe ik dat had moeten klaarspelen. Of ik had eeuwig bij mijn ouders moeten wonen, had nooit kunnen trouwen en had gedwongen dat geheim tot mijn dood moeten meedragen terwijl die rotzak wel verder zou gaan met zijn leven! Hij kwam eindelijk met tegenzin en met zijn ouders. Ze kwamen met een verlept bloemstukje en chocolade van de Aldi. Ik was beschadigd materiaal in zijn ogen dus ik verdiende goedkope, waardeloze dingen. Terwijl mijn vriendinnen als een kerstboom werden versierd met al het goud van de wereld kreeg ik enkel twee armbanden en een ring rond mijn vinger. Ik zei tegen mijn moeder dat ik geen goud wilde omdat ik wilde dat hij zijn geld zou uitgeven aan ons huis, het ‘warme nest’ dat wij samen zouden opbouwen. Mijn moeder benijdde haar vriendinnen omdat hun dochters beter behandeld werden door hun verloofdes en kwam elke dag met nieuwe verwijten. Ze zei dat ik mezelf gratis weggaf aan mijn schoonfamilie. Ik wilde haar net beschermen door met die rotzak te trouwen en zo de eer van de familie niet te schaden. Maar dat kon ik niet zeggen natuurlijk.’

(Je had keuzes…)

‘We trouwden en niet veel later raakte ik zwanger van de tweeling. Een jongen en een meisje. Weet je nog dat jij altijd zei dat je vier meisjes wilde. Ik verklaarde je voor gek, je had geen idee! Een dochter opvoeden in de Turkse gemeenschap is constant leven met angst als moeder. Angst omdat je altijd verantwoordelijk wordt gehouden voor het gedrag en de beslissingen van je dochter. Ik probeer Seda in alle vrijheid op te voeden maar Oktay is op dat gebied erg conservatief.’

(Ja, waarschijnlijk is hij bang dat Seda ook een rotzak zoals hemzelf tegenkomt…)

‘Seda is nu 17 en ze wil verder studeren. Ze is zo slim. Een aantal weken geleden was je moeder op bezoek bij mijn ouders. Seda en ik waren daar ook toevallig. En jouw moeder zei tegen mijn moeder dat Seda zo’n mooie, slimme meid was geworden en dat we allemaal fier moesten zijn op haar. Weet je wat mijn onnozele moeder antwoordde? Dat Seda ook lekker kon koken en dat ze heel handig was in het huishouden! Jouw moeder keek verbaasd naar ons alle drie en begon te lachen.’

(Ongetwijfeld had Hariette niet enkel gelachen maar ook tante Emine een forse preek gegeven, ik bedoel maar, ik ken mijn moeder…)

‘Mijn god, jij bent niks veranderd in al die jaren, Emine! We hebben onze dochters opgevoed met die verdomde rolpatronen. Pinar vertikt het nu om in de keuken te staan omdat ze een trauma heeft overgehouden aan de huishoudelijke taken die ik haar oplegde, zegt ze. Ze pakt zelfs geen stofzuiger meer vast. En jij komt nu even stoefen over jouw kleindochter omdat ze lekker kan koken? Vertel mij liever wat en waar ze gaat studeren in plaats van haar naam als goede dochter te promoten in de Turkse wijken! Alsof jij zo gewaardeerd wordt door je man en schoonfamilie omdat jij kan koken!’

(Yep, dat is Hariette…)

We bestellen nog een cappuccino. Ik begin te hoesten van de sigarettenrook. Jarenlang hadden we samen gerookt en sigaretten gedeeld en nu kan ik zelfs niet meer tegen de rook sinds ik een aantal jaren geleden gestopt ben.

Ze kijkt dreigend naar mij en begint te zwaaien met haar wijsvinger: ‘Waag het niet te zeggen dat ik een keuze had!’

(Heb ik al gedaan…)

‘Met je verdomde teksten over vrijheid ook altijd! Ik had geen keuze, ik moest trouwen met Oktay. En nu moet ik hem eeuwig dankbaar zijn omdat hij niet alleen mijn eer maar ook de eer van mijn familie heeft gered. Zo werkt het nu eenmaal in de hersenen van de Turken. Ook in België en ook als we tweede generatie zijn. Jij hebt ouders die je door dik en dun steunen. Mijn kinderen verafgoden hun vader, in hun ogen kan hij niks verkeerd doen. Wie heb ik? En wat ben ik?’

(Je hebt jezelf!)

Ze duwt de peuk van haar sigaret uit in de asbak die nog nasmeult van haar vorige sigaret. Ze staat op en strekt zich uit.

‘Denk je echt dat ik dierenarts had kunnen worden?’

(Had kunnen worden…)

Fidan vertrok met een zwier van haar paarse sjaal waarmee ze een andere terrasbezoeker sloeg in het gezicht. Zo is Fidan, theatraal en grappig zonder dat ze het beseft.

Ik kon het verhaal maar niet loslaten en belde Fidan op. Ik vroeg haar toestemming om haar verhaal te schrijven: ‘Schrijf maar, jij bent ontsnapt aan die schandecultuur, maar mijn dochter zit er nog middenin. Seda denkt dat ze een vrije opvoeding krijgt, maar de verwachtingen zijn duidelijk: zodra ze afgestudeerd is, moet ze trouwen met een Turkse man. Ze moet werken, koken, het huishouden doen, kinderen op de wereld zetten en de perfecte schoondochter en echtgenote zijn. De prinsjescultuur leeft nog altijd voort in onze gemeenschap. Ik kan alleen maar hopen dat ze haar keuzes niet laat bepalen door haar maagdenvlies. De maagdenvliesbrigade moet we verslaan door onszelf in de eerste plaats te respecteren. Hemel, Pinar, nu klink ik net als jij!’

De namen Fidan, Seda en Oktay zijn fictief.

Pinar Akbas (1980) uit Hasselt is een verpleegkundige van opleiding. Een Vlaamse Turkse, actief in de politiek en met een mening over integratie, participatie, gelijke kansen en gender.

Commentaren en reacties