Hongarije wordt door de Europese Commissie voor het Europese Hof van Justitie gedaagd omwille van zijn wet inzake 'strengere maatregelen tegen pedofiele daders en tot wijziging van bepaalde wetten ter bescherming van kinderen', die bepaalt dat inhoud die 'afwijkende identiteit van het geslacht bij geboorte, geslachtsverandering of homoseksualiteit voorstelt of promoot' verboden wordt voor personen jonger dan achttien jaar. België neemt hierin het voortouw. Frank Furedi, gevierd Hongaars-Brits socioloog en voorzitter van de in Brussel gevestigde denktank MCC, heeft daar…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Hongarije wordt door de Europese Commissie voor het Europese Hof van Justitie gedaagd omwille van zijn wet inzake ‘strengere maatregelen tegen pedofiele daders en tot wijziging van bepaalde wetten ter bescherming van kinderen’, die bepaalt dat inhoud die ‘afwijkende identiteit van het geslacht bij geboorte, geslachtsverandering of homoseksualiteit voorstelt of promoot’ verboden wordt voor personen jonger dan achttien jaar.
België neemt hierin het voortouw. Frank Furedi, gevierd Hongaars-Brits socioloog en voorzitter van de in Brussel gevestigde denktank MCC, heeft daar zijn bedenkingen bij.
Doel
Kan u uitleggen wat de bedoeling is van de door de Europese Unie en België gecontesteerde Hongaarse wet?
Furedi: ‘De wet is geïnspireerd door het verlangen om de promotie van transideologie in scholen te verhinderen. We zien dat die ideologie rond transseksualiteit in België, het Verenigd Koninkrijk en nog meer westerse landen actief in scholen wordt gepromoot. De Hongaarse regering is vooral bezorgd over het desoriënterend effect dat het verspreiden van lesmateriaal rond transseksualiteit en genderfluïditeit heeft op jonge kinderen. Zeker op kinderen uit de kleuterklas en het basisonderwijs. Als je jonge kinderen in de war brengt door hen te zeggen dat ze mogelijk niet zijn wat ze denken te zijn — een jongen of een meisje — zorgt dat voor een klassiek identiteitsprobleem. Die bezorgdheid is de belangrijkste drijfveer om de wet te stemmen.’
‘Het doel van de wet is om te garanderen dat de toegang voor minderjarigen tot materiaal dat handelt over seksuele identiteit en verschillende vormen van seksueel gedrag, tot op zekere hoogte wordt gereglementeerd. De Hongaarse regering huldigt het standpunt dat het toekomt aan de ouders om te beslissen hoe en wanneer kinderen leren over seks. Zij zijn van mening dat seksuele opvoeding op school beter beperkt blijft tot de klassieke uitleg over seks en voortplanting binnen de lessen biologie. De manier waarop de Belgische regering en de EU deze wet interpreteren is incorrect. Zij stellen het voor alsof de Hongaarse regering LGBT-mensen in een kwaad daglicht willen stellen. De Hongaarse regering heeft geen enkel probleem met de keuzes die mensen maken in hun privéleven, zoals het in elke democratie hoort. Aan de basis van deze wet ligt de vraag tot op welke hoogte volwassen seksuele voorkeuren of idealen op kinderen moeten worden geprojecteerd.’
‘Florida introduceerde vorig jaar de Parental Rights in Education Act, door tegenstanders enigszins overdreven de “Don’t Say Gay Bill” genoemd. Daarin wordt de toegang tot seksueel expliciete inhoud verboden in scholen van de kleuterklas tot het derde jaar basisonderwijs, tot de leeftijd van negen jaar. Hongarije wil met deze wet de toegang tot dit soort materiaal verbieden tot en met achttien jaar. Net daardoor is het niet moeilijk om de wet te interpreteren als het beperken van het spreekrecht van de LGTB-gemeenschap. Ik spreek niet in naam van de Hongaarse overheid, maar ik denk dat hierover wel gediscussieerd kan worden. Het is volgens mij redelijk om een onderscheid te maken tussen materiaal dat gericht is op jonge kinderen en datgene dat bedoeld is voor adolescenten. Dat is een gesprek dat het voeren waard is, maar ik weet niet hoe gefixeerd de regering is op die leeftijdsgrens.’
‘Ik denk wel dat ze openstaan voor zo’n gesprek. Dit is voor de Hongaren onbekend gebied. De voornaamste doelstelling is de bescherming van kinderen tegen scenario’s waarbij bijvoorbeeld drag queen-voorstellingen op het programma staan, zoals we zien in andere westerse landen. Ik denk niet dat ze bezorgd zijn over zestienjarigen die boeken lezen of films zien waarin homoseksuele personages opduiken. Daar gaat deze wet niet over.’
Reactie
Het is niet de eerste keer dat de Hongaarse regering van Viktor Orbán in conflict komt met de Europese partners. Hoe komt het dat de EU en bepaalde landen, waaronder België, zo hevig reageren op de Hongaarse politiek?
‘Het draait om een gebrek aan legitimiteit van de eigen macht. België is daar een goed voorbeeld van. De Belgische regering stelt al langer dan een jaar dat ze voorop loopt in het normaliseren van de genderideologie. België kampt met een legitimiteitsprobleem en kan niet definiëren wat het nu juist is om Belg te zijn. Ze hebben dan maar de genderideologie en bijhorende identiteitspolitiek geadopteerd om zichzelf een smoel aan te meten. Ook voor de EU doet genderideologie dienst als een excuus om de eigen legitimiteitsproblemen te verdoezelen. Daarom leggen zo sterk de nadruk op deze zaak. Je zou durven denken dat België en de EU andere katten te geselen hebben, maar dit leidt de aandacht af van de echte problemen die ze niet opgelost krijgen.’
‘Ik vind het interessant om zien hoe de lynchmentaliteit ten overstaan van Hongarije bij zoveel landen ingang vindt. In een beschaafde wereld erkennen diplomaten het recht van elk soeverein land om te beslissen hoe het het eigen onderwijs en familiale leven regelt. Het is niet aan de Belgen, Fransen of Duitsers om te beslissen welke wetten het Hongaarse parlement aanneemt. Net zo min als het de zaak is van Hongarije hoe die landen hun interne democratie regelen. En hier speelt terug dat legitimiteitsprobleem van de EU. De Eurocraten beseffen het gebrek aan enthousiasme van de bevolking voor hun project maar al te goed. Daarom hebben ze besloten dat Hongarije -maar ook Polen- aanvallen een goede manier is om een gevoel van eenheid te creëren binnen Europa. De Hongaren verpersoonlijken het Kwade dat de EU op alle fronten gaat bevechten. En zo zie je dat er vijftien landen zich voor het Europese Hof van Justitie verenigen tegen Hongarije. Die hebben allemaal hun eigen problemen, maar ze vinden een gemeenschappelijke bliksemafleider door zich tegen Hongarije te verenigen. Ze creëren een gepolariseerd moreel landschap waarin Hongarije als zondebok dienst doet voor de interne problemen van de eigen maatschappij.’
Inwoners
Hoe staat de Hongaarse bevolking tegenover de gecontesteerde wet?
‘Een deel van de intelligentsia en de academische wereld is het er niet mee eens en kijkt naar de EU voor redding. Maar het overgrote deel van de bevolking staat achter de regering. Ik merk dat het voornamelijk gaat over een beeld dat leeft bij een elite, dat het over een top-down, politieke strategie gaat. Ik verblijf de laatste tijd vaak in Brussel, en praat veel met ouders en leerkrachten. Het is niet zo dat hier miljoenen burgers vragen om drag queen-shows en genderindoctrinatie in scholen, of het nu gaat over Vlamingen of Walen. Integendeel, ik merk een grote bezorgdheid. Het is een culturele elite in de West-Europese wereld die heeft beslist dat dit nu dé kwestie is waarop ze zich fixeren.’
‘Wanneer je door Budapest loopt zie je dat de gay scene daar floreert, net zoals in Londen of in Brussel. Homo’s en lesbiennes kunnen daar ongestoord hun leven leiden, misschien zelfs beter dan in West-Europa. De problemen waar die vijftien regeringen het over hebben bestaan vooral in hun eigen verbeelding. Het gaat eigenlijk ook niet zozeer over homoseksualiteit, maar over transgenders. En die fixatie op trans heeft stilaan religieuze dimensies gekregen. Het lijkt op een heilige oorlog, een kruistocht.’
‘Die focus op transseksualiteit is verworden tot een ideologie die streeft naar het desoriënteren en resocialiseren van de jeugd. Ze ontkent de fundamentele biologische realiteit. Dat is ongezien in de geschiedenis van de mensheid waarin de erkenning van twee geslachten als de basis van de maatschappij altijd heeft bestaan. Wanneer dat basisbegrip verstoord wordt, is de impact op het leven van de mensen enorm. Zeker voor jongeren. Ik zie dat steeds meer jongeren moreel verward raken en kampen met allerlei mentale stoornissen door een bombardement aan indoctrinatie. Het genereert zwakke en infantiel blijvende jongvolwassenen. Dat is een groot gevaar voor onze manier van leven, het westerse beschavingsmodel. In Hongarije zien ze wat hier gebeurt en willen ze voorkomen dat dezelfde evolutie plaatsvindt.’
Hongarije
Hoe groot schat u de kans van Hongarije in om hier zonder kleerscheuren uit te komen?
‘Ik zou zeggen: 50/50. De Hongaren staan onder enorme druk. Zij zijn de enigen die er een zaak van maken om tegen deze ideologie in het verzet te komen en ze zullen daar een prijs voor betalen. Al zijn er binnen de Europese Unie ook medestanders te vinden. Uiteindelijk zijn het vijftien landen die samenspannen tegen Hongarije: België, Luxemburg, Nederland, Duitsland, Zweden, Denemarken, Finland, Spanje, Portugal, Griekenland, Malta, Slovenië, Oostenrijk en Ierland. Hongarije vindt nog steeds een bondgenoot in de zogenaamde Visegrad-landen Polen, Tsjechië en Slowakije.
In Centraal- en Oost-Europa denkt de bevolking hetzelfde als in Hongarije. Maar er heerst een grote angst om zelf het mikpunt te worden van dit soort van EU-kolonialisme. De Europese Unie tracht er voor te zorgen dat er een wig wordt gedreven tussen die landen die sympathie hebben voor het Hongaarse standpunt en Hongarije. Dat lukt ook, want de financiële sancties waarmee de EU dreigt bij onverzettelijkheid, zijn enorm. Het standpunt van Italië zou wel eens bepalend kunnen worden. Wanneer de regering Meloni vasthoudt aan het herzien van de zelfidentificatiewetgeving zal die mee aan de zijde van Hongarije komen te staan. Op dat moment zal het voor de eurocraten in Brussel veel moeilijker worden om Hongarije te isoleren. Al vrees ik dat we nog maar aan het begin staan van de strijd voor de Europese beschaving. Ik vrees dat de situatie in de toekomst zal escaleren.’
Fascist
U staat bekent als een linkse en progressieve denker. U kreeg destijds in Canada als trotskist en marxist geen plaats aan een universiteit en moest in 1969 naar het VK uitwijken om te doctoreren. Hoe voelt het om na zo’n carrière weggezet te worden als fascist?
‘Bevreemdend. Ik ben steeds dezelfde gebleven. Ik ben altijd op mijn manier voor gerechtigheid blijven vechten. Op dit moment denk ik dat het eigenlijk een compliment is om een fascist genoemd te worden. Iedereen die zich op dit moment sterk maakt voor het westerse beschavingsmodel wordt óf extreem rechts, óf een fascist genoemd. Ik betreur het gebruik van dit soort van politiek ongeletterde taal. Ik betreur dat we geen volwassen gesprek meer kunnen hebben over dit soort thema’s.’
‘Daarom probeer ik met de MCC denktank mensen van zowel conservatieve, klassiek liberale en oud-linkse strekking samen te brengen. We moeten een alliantie vormen tegen de identiteitspolitiek die draait om gender en ras. Ik ben een groot tegenstander van de politisering van individuele identiteit. De overheid heeft zich niet te bemoeien met hoe mensen zich in hun privé gedragen. In het Engels kennen we de uitdrukking the personal is political. Daar ben ik het niet mee eens. Het persoonlijke leven mag niet tot politiek verheven worden. Als dat gebeurt zet het de deur open voor totalitaire oplossingen.’