Het Franse platteland en de verkiezingen
De Morvan, een prachtige maar desolate regio in hartje Frankrijk
foto ©
We trokken enkele dagen door la France profonde, op zoek naar de stand van het land. Want niet alles speelt zich in grote steden af.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 24 april trekken de Fransen naar de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Frankrijk beleefde onder Macron bijzonder turbulente jaren: de gele hesjes zetten het land in vuur en vlam, radicale islamisten maakten opnieuw een aantal slachtoffers en de ooit zo trotse Franse autoindustrie bleef stevig in de klappen delen. We trokken enkele dagen door la France profonde, op zoek naar de stand van het land. Een uitgebreidere versie van deze reportage leest u in Doorbraak Magazine.
Morvan
De eindeloos ogende routes départementales slingeren zich door een glooiend landschap van bossen en weilanden en worden maar mondjesmaat onderbroken door dorpjes die in Vlaanderen hoogstens als een gehucht bestempeld zou worden. Ze dragen namen als Clamecy, Corbigny of Bazolles.
De café tabac de la Place sloot vaak al jaren geleden de deuren. Openbaar vervoer is er nauwelijks en voor een arts of tandarts moet de verouderende bevolking al snel een halfuur rijden. Welkom in de Morvan, een even prachtig als desolaat stukje Frankrijk in de Bourgogne. Onder meer in deze regio kwamen de gilets jaunes medio 2018 voor het eerst op straat, als een protestbeweging die aanvankelijk vooral gericht was op de almaar stijgende brandstofprijzen. De oproer van de gele hesjes groeide al snel uit tot een veel bredere sociale en politieke revolte, die ook de diepe maatschappelijke kloof illustreerde die de voorbije decennia bij onze zuiderburen ontstaan is.
Exodus vanuit het platteland
‘De exodus vanuit het Franse platteland dateert niet bepaald van gisteren’, vertelt journalist Jean-Mathias Joly. ‘De jongste jaren ging er veel aandacht naar de uittocht van jongere hoogopgeleiden die naar Parijs of Lyon trekken, maar het probleem is een stuk structureler. Ook de middelgrote steden zien al jarenlang almaar meer administratieve functies en regionale bevoegdheden wegvloeien naar die grote metropolen en krijgen het dus lastig om zich staande te houden.’
Nevers
We hebben afgesproken in het modernst ogende café van Nevers, de administratieve hoofdstad van het departement Nièvre, hartje Frankrijk. Het stadje ligt aan de Loire en kan prat gaan op een charmante binnenstad. Maar ook hier laten de gevolgen van de leegloop zich voelen. Enkele decennia geleden telde Nevers nog 50.000 inwoners, vandaag zijn dat er nog hooguit 35.000.
‘Vele Parijzenaars hebben hier in de regio een tweede verblijf en in de zomer is het hier echt prachtig’, klinkt het. ‘Maar op de landbouw en aanverwante activiteiten na is er hier qua werk niet zoveel meer te beleven. Ik hoef je natuurlijk niet te vertellen dat het economische belang van die sector al jarenlang afneemt. Vroeger had je hier in de regio – net zoals in alle andere rurale gebieden in Frankrijk – ook nog heel wat kleine industriële bedrijfjes. Het merendeel daarvan is intussen gesloten of ze hebben de echte productie zien vertrekken naar lage loonlanden. Toen de jongeren vaker hoger onderwijs gingen volgen in de grote steden, bleven ze daar ook hangen, waardoor de bevolking in de kleine dorpen stelselmatig verouderde.
Scholen sloten hun deuren en op de koop toe werd er vanuit Parijs ook nog eens flink het mes gezet in allerlei openbare diensten die van groot belang zijn voor de sociale samenhang. Denk aan de postkantoren, materniteiten of ziekenhuizen. Er werd ook stevig geknipt in het aanbod aan openbaar vervoer. Daarnaast moesten overal op het Franse platteland de kleine dorpswinkeltjes plaats ruimen voor de grote supermarktketens, die je vandaag geconcentreerd ziet rondom elke middelgrote Franse stad. De sociale en economische impact van dit alles werd stelselmatig onderschat, maar heeft wel veel kwaad bloed gezet’.
Geen verkiezingen meer organiseren
‘Ik herinner me een dorp in de buurt van Auxerre waar een tiental jaren geleden de materniteit gesloten werd. Uit protest hebben de lokale politici toen beslist om geen verkiezingen meer te organiseren, maar zo’n acties zijn niet meer dan een druppel op een hete plaat. Frankrijk is een uiterst centralistisch georganiseerd land. Alles wordt in Parijs beslist en vervolgens in concrete uitvoeringsplannen gegoten door de almachtige administratie.’
Toen de gilets jaunes vier jaar geleden haast uit het niets op straat kwamen, was hun protest in eerste instantie tegen de forse stijging van de brandstofprijzen gericht. Het waren immers vooral de inwoners van het platteland, waar de afstanden groot zijn, die in hun portemonnee getroffen werden. Maar er speelde veel meer.
In de auto bevallen
‘Vaak werden ze – zeker toen het tot grootschalig geweld kwam – weggezet als extreemrechtse populisten. Zo zaten er zeker een aantal bij, maar de rode draad was toch dat die mensen doorgaans minder goed opgeleid waren en op een lager niveau werkten.. Haast allemaal waren ze de politiek spuugzat. Soms stemmen ze dus extreemrechts, maar nog veel vaker gaan ze helemaal niet meer stemmen. Omdat ze gewoonweg niet meer geloven dat die politiek voor hen nog iets kan betekenen.’
‘Vanuit het klassieke links-rechts discours kan de politiek eenvoudigweg geen antwoord meer bieden op uitdagingen waarmee die mensen geconfronteerd worden. Je wilt niet weten hoeveel vrouwen hier de voorbije jaren in een auto of ziekenwagen zijn bevallen, omdat ze niet tijdig meer in het moederhuis raakten.’
- Fabien Bazin (foto links), van socialistische signatuur – zelf nochtans geboren en getogen in Parijs – was twintig jaar burgemeester van Lormes. Hij haalde een aantal jaren geleden al de nationale media met zijn plan voor een bouclier rural.
- Kort samengevat: de vlotte toegang tot diensten van algemeen belang moet wettelijk worden vastgelegd. Zo zou je vanuit elke gemeente op maximaal drie kwartier rijden een materniteit moeten kunnen bereiken en binnen een halfuur een medische spoeddienst of postkantoor. En artsen, die de voorbije jaren massaal wegtrokken op het platteland, zouden na hun studies verplicht moeten worden om enkele jaren in een kleine plattelandsgemeente te presteren.
Platteland als politiek laboratorium
We treffen Bazin in zijn eenvoudige woning in Lormes, een dorp van 1400 zielen aux portes du Morvan, anderhalf uur rijden van het ‘stedelijke’ Nevers. Omringd door bossen en meren, maar in een kader dat je zeker op een kille winterdag ‘desolaat’ kan noemen.
‘Klopt niet’, verzekert een voluntaristische Bazin ons. ‘We hebben hier meer dan veertig lokale verenigingen en allerlei nieuwe initiatieven. De oude woningen gaan tegenwoordig als zoete broodjes van de hand. Alleen lijken de administratie en de politici in Parijs dat nog niet echt begrepen te hebben. Franse steden zijn oververtegenwoordigd in het parlement en in de regering, waardoor die de leegloop van het platteland decennialang verwaarloosden. Macron is wat dat betreft nog een stuk erger dan Hollande en Sarkozy.
Na de eerste gewelddadige acties van de gele hesjes heeft de pandemie dat enigszins verdoezeld, maar onder de oppervlakte borrelt de sociale vulkaan langzaam verder op. Ik kreeg net cijfers binnen die aangeven dat de overheid de voorbije vijf jaar 15 miljard euro bespaard heeft op sociale huisvesting. Wie treffen ze zo? De jongeren en de sociaal zwaksten. Een stevig gedeelte van de Fransen voelt zich verweesd en verwaarloosd en zowel links als rechts hebben hierbij boter op het hoofd. Dit kan politiek niet zonder gevolgen blijven,’ waarschuwt Bazin.
Hij kijkt daarvoor in eerste instantie niet naar radicaal rechts of links, maar wel naar die Fransen die de politiek volledig links laten liggen. ‘Vergeet niet dat Macron vijf jaar geleden al tot president werd verkozen door amper zes procent van het totale Franse electoraat. Hij werd president, jazeker, maar op een gegeven moment moet je durven concluderen dat het systeem écht niet meer werkt.’
Oprukkende islamisme
Op onze terugkeer naar België lassen we nog een halte in: Roubaix. Bekend omwille van de legendarische wielerbaan, berucht omwille van de weinig florissante economische situatie en sinds kort ook omwille van het oprukkende islamisme. De Franse televisiezender M6 draaide hier enkele maanden terug een reportage in een van de belangrijkste winkelstraten van de stad, hier en daar noodgedwongen met verborgen camera. Die zorgde in Frankrijk voor grote beroering.
Van theehuizen waar mannen en vrouwen strikt gescheiden zaten over boekhandels met fundamentalistische lectuur tot een speelgoedwinkel met poppen in de aanbieding zonder ogen, mond of neus. Dit zou immers strijdig zijn met de opvattingen van de islam. Na de reportage werden zowel de programmamakers als een getuige, die aan het woord kwam met de dood bedreigd. Zij krijgen voortaan politiebescherming. Presidentskandidaat Eric Zemmour bestempelde Roubaix tijdens zijn volgende meeting prompt als: ‘Afghanistan op twee uur rijden van Parijs.’
Een lange wandeling door het stadscentrum lijkt dit min of meer te bevestigen. In heel wat straten spat de armoede haast van de gevels. Het vuilnis ligt her en der opgestapeld en de mensen die we aanspreken, praten liever niet met een journalist.
In de rue Lannoye, waar ook een groot gedeelte van de M6-reportage werd gedraaid, waan je je eerder in Noord-Afrika dan in Frankrijk. We tellen minstens een vijftal halal-slagerijen, een handvol winkels met uitsluitend islamitische kledij, enkele islamitische boekhandels en een aantal obscure verenigingen die ondergebracht zijn in half vervallen panden.
Weinig opmerkelijk voor wie ook af en toe eens door Molenbeek of Borgerhout struint, maar net de vaststelling dat het uitgesproken communautarisme en de radicale islam nu ook oprukken in een middelgrote Franse stad, shockeerde toch nogal wat Fransen. De banlieue van Paris, Marseille of Lyon, tot daar toe, maar Roubaix? In een land waar aanslagen in de naam van de militante islam de voorbije jaren al honderden slachtoffers maakten en waar de politiek meer dan elders in Europa vasthoudt aan een strikte scheiding tussen kerk en staat, kan dit niet zonder politieke gevolgen blijven.
Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok: "Chaos & Charisma".
Het is, zo vindt Jan van de Beek, neokoloniale zelfoverschatting: het idee dat we in Europa de mensenrechten kunnen garanderen van miljarden mensen.
Ivan Van de Cloot over de economische verwachtingen: ‘Het wordt uitkijken hoe Trump zijn beloften zal waarmaken’.