JavaScript is required for this website to work.
post

Geen limieten aan de mens

Eliud Kipchoge had ook gewoon een fiets kunnen nemen

ColumnJohan Sanctorum15/10/2019Leestijd 3 minuten
Recordbreker Eliud Kipchoge, hier nog op een Londense marathon in 2019.

Recordbreker Eliud Kipchoge, hier nog op een Londense marathon in 2019.

foto © Reporters / Wenn

Het technisch arsenaal dat de nieuwe wereldrecordhouder marathon Eliud Kipchoge begeleidde, verschuift de focus van de atleet naar alles wat er rond werkzaam is onder het motto ‘het doel heiligt de middelen’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Grote bewondering voor de Keniaan Eliud Kipchoge, die onlangs in Wenen de twee uur-muur van de marathon doorbrak. Een nakomeling van veehoeders die dankzij hun lange beenspieren in één nacht met hun beesten naar huis konden spurten, soms honderd kilometer ver doorheen de savanne. Daarbij vergeleken is een marathon een stadswandeling. Onze voorouders daarentegen zijn boeren en handelaren, waarvan we witte papperige benen of ellendige sprietjes erfden. Slim en sluw werden we wel, maar soms ook weer vadsig. Het superioriteitscomplex van de blanke zit hem in de korte spieren (naar de markt gaan, de lijfeigene van de zweep geven), de fijne motoriek (van centen tellen tot piano spelen), en vooral: goed kunnen liegen (voorwaarde om kapitaal op te bouwen).

Afrikanen met lange benen willen we hier niet, primitief bevreesd als we zijn dat hun lichaam gemaakt is om onze vrouwen af te pakken. Behalve in het voetbal: daar is de zwarte koning. Bekijk onze grasmatten en zoek vergeefs naar een bleekgezicht, het lijkt de competitie van Ghana of Burkina Faso wel. Op een of andere manier heeft de sportwereld de savannemannen omarmd en hen een plaats gegeven in het middenveld, de zone waar het meest gelopen wordt. Waar is de blanke man met zijn papspieren dan gebleven, afgezien van snelwandelaars als Hazard of De Bruyne? Het antwoord is simpel: niet langer op maar veeleer rond het veld, als trainer, coach, sponsor, makelaar (dikwijls met een familienaam eindigend op -vic), de man die het overzicht heeft en dirigeert, verhandelt. De aloude veekoopman is helemaal terug en alle paarden zijn opnieuw op stal. Hier valt nu geld te verdienen.

Laserstraal

©The INEOS 1:59 Challenge

De slimme witte man (Jim Ratcliffe, CEO van Ineos) en de sterke Afrikaan (Eliud Kipchoge): een gouden combinatie

Of hoe voetbal ook zonder oerwoudgeluiden wel een racistische onderbouw vertoont. Dat brengt ons opnieuw bij het fenomeen Eliud Kipchoge. Een fantastische atleet. Maar heel dat recordgebeuren was vooral één grote reclamestunt van Ineos, een Brits chemiebedrijf van niet onbesproken reputatie (bij ons bekend van de neer te poten plasticfabriek in de Antwerpse haven, op basis van vervuilend schaliegas) dat naar verluidt 15 miljoen euro in de onderneming investeerde.

Naast heel de marketing- en merchandisingmachine is de technische omlijsting van de recordpoging zelf indrukwekkend, om niet te zeggen grotesk: 41 ‘hazen’ die hem op snelheid moesten houden, alles netjes tussen de stippellijnen van het parcours, een autocolonne om de luchtweerstand te breken, en een laserstraal die hem precies aanwees waar en hoe hard hij moest lopen op zijn supersonische Nikeschoenen met carbonzolen. Stoppen om proviand op te doen, zoals bij een klassieke marathon, was er uiteraard niet bij: Kipchoge werd via een soort telescopisch systeem van vloeibaar krachtvoer voorzien. En heel vreemd, de atleet werd  daarvoor niet uitgejouwd als een valsspeler, integendeel, de laserstraal en alle bijkomende gadgets leken de menigte nog extra te begeesteren.

Akkoord, u en ik gingen ook met al deze hulpmiddelen het record niet breken, we lagen al na een paar kilometer op het asfalt. Maar daar gaat het niet om. De kwestie is dat de sportieve prestatie langzaam maar zeker ondergeschikt wordt aan de technische ondersteuning. Waarbij vergeleken klassieke doping maar kinderspel is. We staan nog maar aan het begin van deze techno-sportieve evolutie die later ook ons dagelijks leven veel vreugde en comfort zal bezorgen. Die luchtweerstand, daar kan nog veel aan gedaan worden, er kan een compleet vacuüm voor de loper gecreëerd worden. Verder zijn er natuurlijk de cyborg-ideeën. Waarom Eliud geen derde been aanreiken? Of een propeller in zijn Keniaanse anus? Of beter nog, als hij nu gewoon een fiets neemt is de klus al na een kwartier geklaard.

Cynische rede

VRT Sporza

De wenende knecht Dario Gomez Becerra tijdens het WK wielrennen, met een platte band en zonder hulp: het is niet eerlijk

Reken dus maar dat ook het huidige marathonrecord snel zal sneuvelen dankzij het betere laboratoriumwerk en de witte jassen. In dit technisch-sportief perspectief bestaat vals spelen niet en geldt inderdaad het motto van Ineos dat Kipchoge de dagen voor zijn recordpoging eindeloos herhaalde: ‘No human is limited’. Maar aan die slagzin hangt een vreemde geur, jawel, deze van de man aan de zijlijn die het renpaard in het gareel houdt, nadenkt over nog meer en nog beter, en ook zoveel mogelijk Nike-sportschoenen wil verkopen.

Laten we alle morele bezwaren ter zijde laten, maar ook niet doen alsof sport gewoon maar sport is. De mens is grenzeloos, als het erop aankomt van de spelregels die hij zelf uitvond te vervalsen. Het Olympische ideaal is het meest belachelijke en hypocriete dat ooit is verzonnen. De cynische rede van de veehouder-koopman-coach, die met zijn lasterstraal het sportieve exploot tot in de puntjes regelt, laat een spoor achter tot in de schemerwereld van gokken, omkoping en matchfixing. Het komt erop aan de beste te zijn met alle geoorloofde middelen, én met de ongeoorloofde voor zover die niet ontdekt worden. Dat wist Machiavelli al, de Russen passen het principe met enthousiasme toe, in de sport en daarbuiten, niet toevallig dat ze overal ter wereld verkiezingen manipuleren.

Terwijl ik op mijn oude gietijzeren fiets de hellingen in de Druivenstreek puffend bestijg, halen oudjes van 80 en meer me fluitend in op hun Speedelec. Geen bewondering maar minachting lees ik op hun gezicht. Zij hebben natuurlijk ook die verpulvering van het marathonrecord op TV gezien, en weten dat armen en benen zonder een hoofd dat nadenkt, uitvindt, chipoteert iets euh… uit de prehistorie is. I say no more.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties