Windmolens op zee vervuilen en hebben een enorme impact op de natuur. Bovendien gaan de meeste windmolens maar maximum 20 jaar mee. De regering bestelde een 'visievorming' bij milieuorganisaties en windmolenindustrie. Tijdens een slotevenement in Brugge stelde de federale regering alvast enkele conclusies voor over de ontmanteling van de windmolens op de Noordzee. Het rapport volgt pas midden juni. Minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open Vld) organiseerde maandag een slotevenement voor het stakeholderstraject rond de ‘Ontmanteling van offshore windparken’.…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Windmolens op zee vervuilen en hebben een enorme impact op de natuur. Bovendien gaan de meeste windmolens maar maximum 20 jaar mee. De regering bestelde een ‘visievorming’ bij milieuorganisaties en windmolenindustrie. Tijdens een slotevenement in Brugge stelde de federale regering alvast enkele conclusies voor over de ontmanteling van de windmolens op de Noordzee. Het rapport volgt pas midden juni.
Minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open Vld) organiseerde maandag een slotevenement voor het stakeholderstraject rond de ‘Ontmanteling van offshore windparken’. ‘Binnen een paar jaar worden de windmolens op zee van de eerste generatie ontmanteld’, aldus Van Quickenborne ‘En we willen dat op een duurzame manier doen.’
De minister wil een pionier zijn qua ontmantelingswerken en hij wil ervoor zorgen dat Belgische bedrijven hierin specialisten van wereldniveau worden. Het was bijna exact hetzelfde discours dat minister voor Energie Tinne Van der Straeten (Groen) dezelfde dag in Wenen verkondigde over de ontmanteling van kernreactoren.
Die stakeholders uit het stakeholdertraject zijn onder andere de milieuorganisaties WWF-België, Natuurpunt, Greenpeace en Bond Beter Leefmilieu. Zij verenigden zich in de groene ngo 4 Sea. Ook het bedrijfsleven (en dan vooral bedrijven actief in de bouw van windmolens) nam actief deel. Begin mei publiceerde Steve Bauwens van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen een stuk over de ontmanteling van windmolens waarin hij baggeraar DEME, Sirris (een vzw van Agoria) en het Belgian Offshore Platform aan het woord liet. De conclusie luidde bijna voorspelbaar: ‘Zodra de ontmanteling en hernieuwing van de windmolenparken van start gaat, zal dit heel wat jobs met zich meebrengen’.
Afbraak eerste windmolens nadert
Waarover gaat het? Het levenseinde van de eerste generatie windmolens op de Noordzee nadert met rasse schreden. De vergunningen voor het uitbaten van de bestaande Belgische windparken dateren van 10 tot 15 jaar geleden. De gemiddelde levensduur is circa 20 jaar. De ontmanteling van die eerste generatie windturbines komt intussen in zicht. Volgens de minister zal de afbraak net zoals de installatie van deze parken pionierswerk zijn.
Over het ontmantelingsproces in de periode 2034-2047 rezen heel wat vragen. ‘Enerzijds volgen nieuwe technologieën zich razendsnel op en anderzijds ontstaan steeds weer nieuwe inzichten rond de interactie tussen windparken en biodiversiteit’, klonk het in zijn persbericht.
Wieken en schachten problematisch
Welke delen van die windmolens vormen een probleem? Ten eerste de wieken. Die bestaan uit geïmpregneerd balsahout waarvan de polymeren niet van het hout gescheiden kunnen worden. Daarnaast zit er een speciale toxische laag of coating op om de gure zoute zeewinden, water en vorst te doorstaan. Ten tweede zijn er de funderingen: hetzij enorme betonnen constructies, hetzij ‘monopiles’ (dat zijn immense stalen schachten) die in de zeebodem gedreven worden.
Dus minstens twee problemen baren zorgen: de recyclage van wieken en het verwijderen van de schachten. Oplossingen bestaan nog niet. Dat betekent dus dat er nieuwe technologieën ontwikkeld moeten worden om de offshore windparken te ontmantelen. Technieken die bovendien rendabel moeten zijn of men belandt in dezelfde discussie als bij het bergen van kernafval.
Het feit dat de regering al suggereerde dat ‘herbestemming’ naast recyclage van de wieken een piste is, stemt niet tot optimisme. Bovendien wil de regering ook zoeken naar manieren om monopile-funderingen in hun geheel uit de bodem te verwijderen. De immense schachten dus uit de zeebodem trekken in de Noordzee. Over de zwaartekrachtfunderingen, die uit 1.600 kubieke meter beton bestaan, spraken ze zelfs niet. Rond die monopiles stortte de bouwer destijds duizenden tonnen rotsblokken die voorgoed op de zeebodem blijven.
Maar voor de herbestemming heeft de politiek al een uitleg: biodiversiteit. ‘Nieuwe’ biodiversiteit moet het excuus vormen om de monopiles te laten staan als ruïnes op zee. Die nieuwe biodiversiteit stelde de regering vast na de monitoring van de ecologische effecten van windparken. Eufemistisch noemde de regering dat ‘extra biodiversiteit’ of het zogenaamde ‘kunstmatige rif-effect’. ‘De nieuwe harde substraten liggen aan de basis van een rijke onderwaterfauna van ongewervelden, die op haart beurt verschillende vissoorten, vogelsoorten en zeezoogdieren aantrekt’, aldus het communiqué.
Ontmantelingsopties
Om de infrastructuur van offshore windparken te ontmantelen zijn er in theorie verschillende opties meldde de regering. De funderingen kunnen zowel volledig als gedeeltelijk worden verwijderd of volledig ter plaatse blijven. Ook de erosiebeschermingslagen en de bekabeling kunnen worden verwijderd of ter plaatse blijven. Dus eigenlijk wordt het kiezen tussen niets doen en opkuisen.
De meerderheid van de deelnemers aan de visievorming stelde ‘een volledige verwijdering van alle door de mens ingebrachte structuren’ voorop. De stakeholders uit het stakeholderstraject (hoofdzakelijk verenigingen uit de milieubeweging en baggerbedrijven) willen dus compleet natuurherstel. Volgens die deelnemers zou de ‘natuurlijk aanwezige en gewenste fauna’ zich snel herstellen. De Noordzeebodem is een zandvlakte die door getijden zich permanent verplaatst. De specialisten vonden de ‘nieuwe biodiversiteit’ die ontstond als gevolg van het artificiële rif-effect ‘niet als dusdanig interessant’. Die extra biodiversiteit moet dus weg omdat het ‘een habitat betreft die niet van nature voorkomt op die plaats’. Kortom, dezelfde uitleg als op land van Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu.
Het laten liggen van de monopiles, erosiebeschermingen en kabels heeft ook nadelen. Vooral voor de veiligheid van de visserij. Bovendien bevatten de kabels enorme hoeveelheden koper die waardevol zijn voor hergebruik.
Vervuiler betaalt?
De regel is normaal dat de vervuiler betaalt. De windparkuitbaters moeten dus de ontmanteling uitvoeren en betalen. Deze spelers maken zich zorgen of het ‘ingenieurtechnisch’ wel haalbaar én betaalbaar zal zijn om een monopile volledig te verwijderen. Ook het verwijderen van de erosiebescherming (zeg maar op de zeebodem uitgestorte rotsblokken) lijkt onhaalbaar. Te duur en te tijdrovend. Daarom was het besluit dat ‘verder onderzoek en overleg’ nodig blijkt.
De haalbaarheid en de voor- en nadelen van de alternatieve ontmantelingsscenario’s moeten dus nog in kaart worden gebracht. De federale regering wil hier op tijd mee starten en daartoe dient dit visietraject. Zo ‘geven we tijd aan de betrokken publieke en private partners om zich voor te bereiden’, aldus de verklaring.