JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Gerolf Annemans: ‘Als Vlaanderen beslist dat het afgelopen is met België, dan is dat ook een feit’

Gerolf Annemans tekent pad uit voor onafhankelijkheidsproces

Horizon 2024Filip Michiels26/4/2023Leestijd 6 minuten
Gerolf Annemans stelde zopas zijn nieuw boek ‘Momentum’ voor.

Gerolf Annemans stelde zopas zijn nieuw boek ‘Momentum’ voor.

foto © VB

In zijn nieuwe boek ‘Momentum’ tekent Gerolf Annemans een nieuwe en behoorlijk concrete blauwdruk uit voor het Vlaamse onafhankelijkheidsproces.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘De Vlaamse onafhankelijkheidsgedachte? Die zit al flink wat jaren in de diepvries. Maar de aanhoudende impasse op federaal niveau én de bijzonder belabberde toestand van de Franstalige financiën bieden Vlaanderen nu een uitgelezen momentum om nieuwe stappen te zetten op dat vlak’, stelt Gerolf Annemans (Vlaams Belang) in een nieuw boek. ‘Het geloof dat de ultieme staatshervorming soelaas kan bieden, is ronduit bedreigend voor onze Vlaamse welvaart.’

Een jaar voor de verkiezingen publiceert u een boek met als titel ‘Momentum’. Dat voedt minstens de gedachte dat u in die verkiezingen een uitgelezen kans ziet om net iets verder te gaan dan opnieuw een rondje staatshervormen?

Gerolf Annemans: ‘Ja en nee. Zoals ik in het boek ook uitvoerig uitleg, heeft Bart De Wever bij de heisa rond de splitsing van BHV een uitgelezen momentum verknoeid om Vlaanderen definitief op het pad richting onafhankelijkheid te zetten. Achteraf kreeg hij zelfs nog een tweede kans, toen N-VA zelf ook toetrad tot de regering-Michel. Ook die kans liet De Wever liggen: de regering-Michel heeft zelfs geen enkele stap vooruit gezet richting meer Vlaamse autonomie. We moeten dus echt een nieuwe strategie uittekenen om nieuwe stappen richting onafhankelijkheid te kunnen zetten, ook los van de verkiezingen. Tegelijk dient 2024 zich wel aan als een gevaarlijk jaar: het risico is niet bepaald denkbeeldig dat de Vlaamse partijen zich nogmaals laten overhalen om de onbeheersbare Franstalige schuldenlast mee te nemen in de regeringsonderhandelingen. In die zin kunnen de verkiezingen wel degelijk een nieuw momentum scheppen om de grondstroom richting Vlaamse onafhankelijkheid opnieuw op te pikken.’

Heel uw boek leest als één groot pleidooi in de richting van een ‘ordelijke opdeling’ van het land. Vlaanderen moet een eigen strategie ontwikkelen, die niet meer afhankelijk is van de Franstalige instemming. Maar u stelt terecht vast dat de Vlaamse autonomiegedachte de voorbije decennia haast altijd hand in hand bleef gaan met een soort van (neo)belgicisme, waarbij Vlaamse politici zich bereid toonden om compromissen te sluiten die hen van een plek binnen het vooralsnog Belgische establishment verzekerden. Waarom zou het anno 2024 anders zijn?

‘Ik denk dat het verder blijven geloven in de ultieme staatshervorming die de Belgische ziekte kan oplossen, nu ronduit bedreigend wordt voor de Vlaamse welvaart. De financiële situatie in het Franstalige landgedeelte is zo desastreus – ook voor de federale begroting – dat alle Vlaamse politici zich moeten afvragen of ze hier nog verder mee door willen gaan. Ik heb het gevoel dat de Franstaligen echt op systematische en haast cynische wijze de boel verknoeien overal waar ze maar over een greintje autonomie beschikken. Alsof ze heel goed beseffen dat de Vlamingen de schulden uiteindelijk wel zullen overnemen. Ik ben overigens niet de enige die dit zegt: zelfs iemand zoals Georges-Louis Bouchez waarschuwt de Franstaligen nu dat ze echt wel op hun tellen moeten gaan passen. Uit rijke ervaring weten we uiteraard dat het conflict pas écht op tafel komt bij een Belgische regeringsvorming. Er wordt nu zelfs hardop gepleit voor de herfederalisering van bepaalde bevoegdheden. Dit is dus een uitermate geschikt moment om die Vlaamse grondstroom opnieuw aan te boren.’

U stelt ook vast dat Vlaamse partijen die eerst kapitaliseren op die grondstroom, om die vervolgens vrolijk te verloochenen, daar op termijn altijd de electorale prijs voor betalen. Eerst de Open Vld na Verhofstadt, vervolgens CD&V na Leterme, binnenkort dus ook N-VA na De Wever?

‘Die trend is bij N-VA ook in 2019 al zichtbaar geworden, toen de partij voor het eerst in jaren de koppositie in Vlaanderen moest opgeven. Zowel Verhofstadt als Leterme als nu blijkbaar ook De Wever hebben onderschat hoe stevig de blokkade aan Franstalige kant wel niet is. Waarna ze enkel aan de macht konden blijven door toegevingen te doen aan de Franstaligen.’

U gaat er vanuit dat er in Vlaanderen een brede grondstroom aanwezig is die echt wel naar onafhankelijkheid verlangt. Tal van bevragingen en opiniepeilingen spreken dit tegen, om nog maar te zwijgen van het actieve verzet bij een ruime meerderheid binnen de media en de Vlaamse intelligentsia?`

‘Partijen die op een geloofwaardige wijze die grondstroom aanspreken, plukken daar electoraal ook de vruchten van. Vlamingen voelen almaar beter en massaler aan dat hun economische situatie verslechterd wordt door de constructie van de Belgische staat. Als die Vlamingen de naakte vraag voorgelegd krijgen of Vlaanderen morgen uit dat Belgische staatsmodel moeten stappen, dan is dat een heel theoretische vraag, waarop een meerderheid inderdaad negatief zal antwoorden. Mijn voorstel is dan ook niet om België zomaar van de ene dag op de andere te splitsen. We treden uit de bestaande unie. Niet morgen, niet in chaos, maar op basis van een duidelijke timing én zeer goed voorbereid. Tijdens die voorbereidende fase moeten we de Vlamingen het hoe en waarom ook heel goed uitleggen. Maar we moeten vooral niet voortgaan in de logica van de ultieme staatshervorming, die plots alles zou oplossen.’

U wijst in deze ook op de ‘zweepslag van het Vlaams Belang’, die vandaag opnieuw sterk en stevig is en dus wellicht de grondstroom opnieuw op gang kan brengen. Is de zweepslag die de kiezer via jullie partij geeft wel in de eerste plaats Vlaams-nationalistisch? En waarom voert Vlaams Belang dan ook niet radicaal en onbeschroomd campagne met die Vlaamse onafhankelijkheid als eerste campagnepunt?

‘Mijn hele politieke carrière lang heb ik analyses gelezen waarin men ons verwijt niet namens onze kiezers te spreken. Maar zie: ik breng nu een boek uit waarin ik zonder enige teruggehoudendheid dat streven en en een conrete aanpak naar voor schuif. Dit boek wordt ook uitgegeven door onze eigen uitgeverij, je kan ons dus moeilijk verwijten dat het geen duidelijk partijstandpunt is. Op de koopt toe volgt er in juni dan ook nog eens een communautair congres. Tegelijk sta ikzelf natuurlijk net zo goed voor het migratiestandpunt van de partij. In mijn ogen zijn dat overigens ook geen twee totaal verschillende thema’s. Maar de partijstrategie is één ding, wat ik hier doe is iets anders, maar het impliceert allerminst dat mijn pleidooi géén onderdeel zou uitmaken van die partijstrategie.’

Laat ons dat onafhankelijkheidsproces even concreet maken: u stelt dat het meest heilzame pad de ontbinding is van de Belgische unie, zoals onder meer Zweden en Noorwegen en veel later ook Tsjechië en Slowakije het ons ooit voordeden. U vermijdt heel bewust het Catalaanse voorbeeld van een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. Als Vlaanderen uit de Belgische unie stapt en de Franstaligen weigeren daarin mee te gaan, is dit dan ook geen eenzijdige beslissing?

‘Catalonië is gestrand op het referendum. Vlaanderen beschikt, in de vorm van het Vlaams Parlement, over een instelling met voldoende legitimiteit in internationaal recht om zelf op te treden. Daarnaast pleit ik ook nadrukkelijk voor een tweetrapsbenadering. Eerst een zo breed mogelijk gesteunde soevereiniteitsverklaring in dat Vlaams Parlement, en pas veel later en na een uitgebreid voorbereidend traject een echte onafhankelijkheidsverklaring. Ik kan het belang van een ordelijke en onderhandelde uittreding niet voldoende benadrukken. Op het moment dat Vlaanderen beslist dat het afgelopen is met België, dan is dat ook een feit, dat beseft iedereen. Ik verdenk dat Franstaligen er zelfs van dat zij zich nu al volop voorbereiden op dat einde, met een soort van verrottingsstrategie. Wij moeten natuurlijk niet zo dom zijn om opnieuw een Belgische regering te vormen die daarin meegaat. Als we daar nog verder mee over onderhandelen, dan voeren we opnieuw onderhandelingen over de toekomst. Wat ik bepleit, zijn enkel onderhandelingen over het verleden, bijvoorbeeld over de verdeling van de staatsschuld. En daarin kunnen we best genereus zijn, ook al omdat we liefst ook goede buren willen blijven.’

U maakt de analyse van België als een ‘failed state’. Voor intern gebruik is dat natuurlijk handig, maar wordt die analyse ook Europees gedeeld en ondersteund? Als Europees parlementslid bent u goed geplaatst om daar een objectief zicht op te hebben.

‘Voor een goed begrip: ik vind niet dat we in Vlaanderen op een groen licht van de EU moeten wachten om de stap richting onafhankelijkheid te zetten. Ik pleit eerder voor proactieve stappen richting een aantal belangrijke Europese hoofdsteden. Maar vergis u niet: ook Europa krijgt de Belgische begrotingscijfers te zien, en ik krijg daar almaar meer vragen over. België bengelt anno 2023 aan de staart van het hele Europese peloton, wie had dat ooit gedacht? Wanneer wij ons nu opstellen als redelijke Vlamingen die voor een onderhandelde oplossing willen gaan, dan zal men dat voldongen feit internationaal ook aanvaarden. Dat hebben we in het verleden ook met andere landen gezien. Zowel op vlak van verantwoordelijkheid als inzake geweldloosheid beschikt Vlaanderen echt wel over een granieten dossier. Het is nu vooral zaak om daar via de eigen Vlaamse dipomatieke vertegenwoordigers gesprekken over aan te gaan met Europese gesprekspartners.’

Slotvraag: wat met Brussel? Zelf schuift u voor de hoofdstad een speciaal statuut binnen dat onafhankelijk Vlaanderen naar voor, maar is het anno 2023 nog wel realistisch te verwachten dat de stad en haar inwoners mee zullen gaan in dit scenario?

‘Het homogeniteitsprincipe lijkt me in deze cruciaal, niet in het minst omdat dit ook internationaalrechtelijk breed aanvaard wordt. Men erkent geen enclaves in nieuw ontstane staten. Brussel ligt niet enkel volledig op Vlaams grondgebied, alle Vlaamse instellingen zitten ook in Brussel. Het is dus perfect legitiem te stellen dat Brussel onze hoofdstad is. Wij doen Brussel bovendien ook een meer dan redelijk voorstel, vanuit de vaststelling dat de zogenaamde autonomie van Brussel binnen België financieel op een groot fiasco is uitgedraaid. Brussel is niet leefbaar zonder Vlaanderen, en ik maak me dan ook sterk dat de Brusselaars een redelijk aanbod dat hen een échte toekomst biedt ook zullen aanvaarden.’

Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok: "Chaos & Charisma".

Commentaren en reacties