JavaScript is required for this website to work.
post

Haatmail: boodschappen van de havenots

13/8/2011Leestijd 2 minuten

Peter De Roover (in De Morgen) over het verschil tussen esthetische brutaliteiten en ‘gore klootzak’-verwijten

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Wie in de keuken staat, moet de hitte kunnen verdragen’, luidt een oude Vlaamse zegswijze. Wie zich mengt in het maatschappelijke debat, ervaart de juistheid van die tegeltjeswaarheid. We hebben het dus over haatmail. Ja, ook ondergetekende mag er van genieten. Graag wordt de indruk gewekt dat het fenomeen beperkt blijft tot overijverige Vlaams-nationalistische  beotiërs, die de fora kapen om daar hun vuiligheid te storten. Oh jawel, ze bestaan, die Vlaamsgezinde ‘deelnemers aan het debat’ (?) die alleen maar voor plaatsvervangende schaamte zorgen. Maar, het mag sommigen verbazen, ze zijn relatief even aanwezig aan de overzijde. Uiteraard krijg je zelden haatmail van aanhangers. Daaruit besluiten dat het fenomeen niet zou bestaan in de eigen  kring duidt op een erg selectieve waarneming.

Wat is overigens haatmail? Als Milow het rode citaat boven het artikel in De Morgen uit zijn mailbox in die categorie plaatst, dan blijkt hij erg lange tenen te hebben. Misschien zijn een aantal deelnemers aan het maatschappelijk debat niet echt gewend weerwoord te krijgen? Dan is ‘vuile nestkakker’ (over Bart Peeters) toch wel een sprekender voorbeeld. Wat brengt iemand er toe zoiets te mailen?

We zijn allemaal getuige van een droevige degradatie in de omgang tussen mensen. Oude fatsoensnormen maken plaats voor ongenuanceerd verbaal geweld. Niet alleen op de discussiefora en niet alleen bij ‘het plebs’. Met alle respect, maar het stuk over haatmail van Hugo Camps in de krant van gisteren was ook geen hoogtepunt in de genuanceerde debatvoering. We zullen het er toch over eens zijn dat het liedje van Daan gewoon ondermaats was. Tom Lanoye tackelt graag met de voeten vooruit, recht op de man.

Niet iedereen beschikt echter over een pen die brutaliteiten op een esthetisch genietbare manier op papier kan zetten, zoals Camps of Lanoye. Velen blijven in hun literaire beperktheid steken bij onhandigere variaties op het thema ‘gore klootzak’. Tot haatproza zijn ze niet in staat, dan maar haatmails.

De technologie heeft er voor gezorgd dat barrières wegvielen. Een pen nemen, brief schrijven, adres opsnorren, enveloppe zoeken, postzegel kleven; het vraagt een doorzettingsvermogen dat de impulsieve oprisping verre overstijgt. De ‘verstuur’-toets is zoveel sneller, heel dikwijls veel te snel.

Machteloze frustratie

Vroeger vulden de ‘rotzak’-verwijten de huiskamers en gelachzalen. Ze bereikten de ivoren torens van de opiniehebbers zelden. Die bewogen zich doorgaans in hun afgeschermde milieu waar vooral applaus van gelijkgezinden weerklonk. Nu krijgen ze de scheldwoorden rechtstreeks voor de voeten gesmeten. Laat het een onderbuik zijn, goed toch ook dat we op die manier uit onze cocon van gelijkgezinden gerukt worden. De verbreding van het debat heeft een prijs.

Vele forumdeelnemers worden geconfronteerd met BV’s die hun standpunten op ruime schaal kunnen verspreiden, terwijl voor weerwoord dikwijls weinig plaats wordt gemaakt. Dat leidt tot woede en soms tot scheldproza als uiting van machteloze frustratie.

Neerbuigend afgeven op degenen die zich maar met beperkte middelen kunnen verweren, is erg gemakkelijk en paternalistisch. Maar als elke deelnemer aan het debat die het geluk heeft te kunnen beschikken over een ruim podium zich al wat zou matigen in het spelen op de man/vrouw en de onderbouwde inhoud voorrang zou geven, dan ontstond misschien een sfeer die minder agressie opwekt. En als ons maatschappelijk debat voldoende ruim kon gevoerd worden, met woord en weerwoord, dan groeide er mogelijk wat minder frustratie bij de havenots, die hun mening te weinig aan bod zien komen.

Mijn persoonlijke afkeer voor hatelijke bijdragen beperkt zich in elk geval niet tot de ruimte waar het brede publiek zich begeeft.

undefined

Commentaren en reacties