JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Het communautaire zwaard van Damocles blijft België boven het hoofd hangen

Jules Gheude8/5/2019Leestijd 3 minuten
Het hangt maar aan een haartje

Het hangt maar aan een haartje

foto © ?

De financieringswet herzien, zoals Di Rupo dat wil? Blijkbaar is hij niet langer ‘demandeur de rien’. Er zal zo te zien lang gepalaverd moeten worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De dag na de verkiezingen van 26 mei mag men erop rekenen dat de regionale regeringen in Vlaanderen en Wallonië snel en met radicaal tegengestelde configuraties gevormd worden, wat het op de been brengen van een federale regering zo niet onmogelijk, dan voorzeker toch heel ingewikkeld zal maken.

Zuid

Aan de Waalse kant moeten de uitslagen van de jongste peilingen het Elio Di Rupo mogelijk maken om zonder enig probleem de progressistische coalitie op de been te brengen waar hij vurig naar verlangt. Met welke partners? We weten dat de FGTB (het Waalse ABVV) zich heeft uitgesproken voor een ploeg van PS, Ecolo en PTB, en met 61,5% van de stemmen beschikt die over een comfortabele meerderheid. PS en Ecolo halen onder hun tweetjes al 46,7%. Maar Paul Magnette van zijn kant zou de hand willen reiken aan Cdh, die 9.3% wordt toebedacht.
De socialistische rancune tegen de sociaaldemocraten blijft hevig nadat in 2017 Benoît Lutgen de PS uit Waalse regering kegelde, maar Lutgen heeft het voorzitterschap van de partij overgelaten aan Maxime Prévot, misschien om hem de kans te geven de band met de socialistische beweging weer aan te halen. De Cdh ziet er nauwelijks een been in om van een rechtse in een linkse coalitie te stappen. Voor haar is deelname aan de macht het punt. Welbeschouwd is dat de houding van een huursoldaat…

Noord

Aan Vlaamse kant heeft Bart De Wever, wiens partij met 27,9% de sterkste politieke kracht blijft, nog maar pas verklaard dat zijn voorkeur uitgaat naar een regering met twee partners. We weten dat hij voor het Antwerpse stadsbestuur een akkoord sloot met Open VLD en Sp.a. Die twee partijen wordt respectievelijk 14,2% en 12,7% toebedacht. Een alliantie met zijn tweeën kan bijgevolg niet op een meerderheid rekenen. Voorzitter John Crombez acht dit overigens zo goed als onmogelijk. In de huidige omstandigheden zou alleen een voortzetting van de bestaande tripartite (N-VA, CD&V en Open VLD, samen 56,8%) Bart de Wever toelaten door te gaan met de door hem gewenste politiek.

Eén ding is duidelijk: de ideologische kloof tussen noord en zuid is zichtbaarder dan ooit. Jan Jambon, kandidaat eerste minister, vatte de situatie voortreffelijk samen: ‘België is een optelsom van twee democratieën die almaar sterker uit elkaar groeien. Dat is vervelend omdat de Belgische constructie zo in elkaar steekt dat je een federale regering alleen maar kan vormen door één democratie ostentatief buiten spel te zetten. Onder Elio Di Rupo was Vlaanderen de klos, onder Charles Michel was dat Wallonië.

Een oplossing

Een oplossing voor dit probleem ziet de N-VA alleen in het opzetten van een confederaal systeem. Vlaanderen en Wallonië bepalen wat zij nog gezamenlijk wensen te beheren, en al het overige valt volledig onder hun eigen bevoegdheid. Blijft de Brusselse knoop. Het ontwerp van de N-VA voorziet dat inzake de persoonsgeboden materies – personenbelasting, gezondheidzorg, sociale bijstand, jeugdbescherming, migratie, integratie en het kiesrecht voor het Waalse of Vlaamse parlement – elke Brusselaar, los van zijn taal of herkomst, mag kiezen tussen Vlaanderen en Wallonië.

Maar laten we het hier nog eens herhalen: de N-VA stond niet aan de wieg van het confederalisme. Ze bestond nog niet begin jaren negentig, toen minister-president en christendemocraat Luc Vanden Brande die idee lanceerde. Dat concept werd door het Vlaamse Parlement goedgekeurd in 1999. Wouter Beke herhaalde in 2007 nog eens dat er daarbuiten de Vlamingen niets overbleef dan de onafhankelijkheid uitroepen.

Laatst in januari zag Pierre-Yves Dermagne, chef van de PS-fractie in het Waalse Parlement, in het confederalisme niets meer dan de uitdrukking van een hersenschim. Vandaag verklaart hij: De resoluties van het Vlaamse Parlement, unaniem goedgekeurd in 1999 onder Luc Vanden Brande zijn jarenlang hun stappenplan geweest. Het was een vergissing aan francofone kant – en dat is een eufemisme, ik moet beter zeggen een politieke fout – om steeds maar te herhalen dat we demandeurs de rien waren. Of toch zeker om de onderhandelingen onvoldoende voor te bereiden, terwijl we wisten dat zij opnieuw tot de aanval zouden overgaan.

Elio Di Rupo verheugde zich erover België met de zesde staatshervorming gered te hebben. Maar het mag duidelijk zijn dat het communautaire zwaard van Damocles het koninkrijk boven het hoofd blijft hangen. De CD&V heeft overigens al laten weten dat ze in 2024 een nieuwe institutionele werf wil openen.

Kan de N-VA zich vijf bijkomende jaren van institutionele stilstand veroorloven? Dat kan men zich maar slecht voorstellen. Haar fractieleider Peter De Roover heeft trouwens verklaard dat er buiten de grondwet om  heel wat gedaan kon worden.

Wis en zeker is dat de woorden van de PS-voorzitter, toen die de noodzaak onderstreepte om de financieringswet te herzien, een bres hebben geslagen waar de Vlaams-nationalisten met graagte in zullen springen.

vertaling Marc Vanfraechem

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties