JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Het confederaal vehikel van de N-VA.

Jan Jambon anno 1994 versus Jan Jambon anno 2019: de 25-year-challenge

ColumnJulien Borremans30/1/2019Leestijd 5 minuten

foto © Reporters / QUINET

Jan Jambon verdedigde in De zevende dag het confederalisme van de N-VA. Jambon AD 1994 zou Jambon AD 2019 flink de mantel hebben uitgeveegd.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De N-VA haalt haar communautaire trukendoos weer eens boven. Jan Jambon kwam in De zevende dag  de contouren van het confederalisme schetsen. Tijdens dreigende communautaire instabiele tijden – zoals in pre-electorale periodes – wordt er steeds weer de institutionele trom geroerd. Het moet als een deus ex machina fungeren, waarbij uiteindelijk de ingewikkelde Gordiaanse institutionele Belgische knoop wordt ontward en resulteert in een einde waarbij iedereen er beter van wordt. Het confederalisme wordt vaag en oppervlakkig ingevuld. Het blijft wachten op een goed uitgewerkt scenario.

Communautair alarmisme

Bovendien is er het terugkerende ‘communautaire alarmisme’, gelardeerd met uitspraken als ‘We kunnen zo niet verder regeren.’ Of nog straffer, zoals Jan Jambon en Peter De Roover in 1994 schreven: ‘Om meerdere redenen lijkt het ons onzindelijk passief de instorting van België af te wachten. Het is in niemands voordeel de toestand verder te laten verrotten. Hoe langer we wachten, hoe slechter de startomstandigheden voor de Vlaamse Staat. Tevens lopen we het risico dat de boedelscheiding chaotisch en ongecontroleerd verloopt, indien we die uitstellen tot het water aan de lippen staat.’ Zo gaat dat ettelijke bladzijden door. De gewezen minister van Binnenlandse zaken maakte zelf gewag van een ‘onvervalste Belgische bezettingscultuur’.

Intussen is het pamflet van Jambon en De Roover 25 jaar oud. Ik betwijfel of beide heren een feestje zullen bouwen om dit te vieren. Wat wel duidelijk is, is het feit dat de N-VA de afgelopen vijf jaar geen zandkorrel heeft verlegd in de brede Belgische institutionele rivier. Schuimbekkend zou de Jan Jambon uit 1994 De Wever hebben gezegd: ‘de communautaire pacificatie binnen België is geen doel dat het verzwijgen of bedekken van wantoestanden kan verantwoorden.’

In De zevende dag verdedigde de voormalige minister van Binnenlandse Zaken deze afwachtende houding, maar in zijn boek Vlaanderen staat in Europa hekelt hij deze onverantwoorde attitude: ‘Wij menen dan ook, dat we ons niet mogen laten verleiden tot een afwachtende en/of toekijkende houding. We moeten dringend een tactiek uitwerken…’ Ruik je ‘het alarmisme’ waar Bart De Wever ons zo voor waarschuwt? Het discours van Jambon in 1994 staat compleet haaks op de houding en de woordenkramerij van Jambon in 2019. Jawel. Ik heb het nagekeken. Het gaat nog altijd om diezelfde Jambon.

Achterbanpolitiek?

Het is duidelijk dat Bart De Wever het separatisme heeft afgezworen. Onhaalbaar en een negentiende-eeuwse denkoefening waar het Vlaams Belang alle heil van verwacht. Het confederalisme moet de communautaire meubelen redden? Maar diezelfde Jambon omschrijft het confederalisme als ‘twee zelfstandige regio’s die eens gaan praten wat ze op federaal niveau nog samen wensen te doen.’ Tja, dan zal Vlaanderen toch eerst een zelfstandig statuut moeten verwerven. Of hoe zit de vork eigenlijk in de steel? Er wordt communautair warm en koud geblazen door de N-VA-kopstukken. Het confederalisme wordt bewust door de partij heel onduidelijk ingevuld.

Geblokkeerde democratie, geblokkeerde economie

De Wever en Jambon blijven maar herhalen dat België een geblokkeerde democratie is. Er zijn twee verschillende democratieën, met elk haar eigen instellingen, media en publieke opinie. De kloof tussen Vlaanderen en Wallonië wordt steeds groter. De crisis kan na de federale verkiezingen een climax bereiken wanneer een rood-groen blok van ECOLO-PS-PTB komt te staan tegenover een Zweedse coalitie met de CD&V, de Open VLD en (mogelijks) de N-VA. De besluitvorming komt op federaal niveau steeds meer vast te zitten ‘in de politieke articulatie van tegengestelde belangen’, aldus De Wever.

De geblokkeerde democratie vertaalt zich in een geblokkeerde economie. Want ‘de Vlaamse economische voorspoed wordt afgeroomd om een inefficiënt land te financieren’. Aan deze inefficiëntie is de laatste vijf jaar weinig veranderd. De N-VA zweeg in de federale regering als vermoord. Zelfs een eenvoudige fusie van de Brusselse politiezones liet gewezen minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon aan zich voorbijgaan, om de Franstaligen niet voor het hoofd te stoten. Nochtans zou een stevige sanering van de inefficiënte Belgische structuren een duchtige budgettaire opsteker kunnen betekenen. Maar in de Koningstraat in Brussel werd daar met geen woord over gerept.

Waarzegger De Wever evalueert verwoestend

Ook bestuurlijk is dit land aan herbronning toe. Als een goede leerling waarzegger schreef Bart De Wever reeds ruime tijd geleden zijn kritiek op de federale regering Michel I: ‘Na federale verkiezingen komen deze twee democratieën (Vlaanderen en Wallonië) samen om te onderhandelen over de vorming van de federale regering. En dat botst. Het resultaat van die clash van visies is een beleid dat niemand wil en waarbij veel te weinig gebeurt. Een beleid waarbij we aanmodderen en nooit structurele hervormingen doorvoeren. En daardoor krijgen we een land met zéér hoge belastingdruk én schuldgraad, een openbare dienstverlening die veel te wensen overlaat en een staatsstructuur waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt.’

Toegegeven, dit is erg origineel, maar tevens gewaagd van Bart De Wever. In de Belgische geschiedenis moet hij beslist de eerste partijvoorzitter zijn, die een deelname van zijn eigen partij aan de federale regering zo verwoestend evalueert. In de marge is er wat gemorreld aan de belastingdruk en er is wat tewerkstelling bijgekomen, maar zijn kritiek blijft als een soliede stalen constructie overeind.

Confederalisme is een perpetuum mobile

De staatshervormingen zijn voor de N-VA uit de mode. Vanaf nu wordt er in het N-VA-universum rechtstreeks tussen de gemeenschappen onderhandeld – onafhankelijk of niet? – over de toekomst van dit land. Een doorzichtige constructie die bezwijkt onder haar eigen banaliteit.

Vooreerst is de kans groot dat de N-VA niet in de volgende federale regering zal zitten, zoals Peter De Roover reeds aangaf. Het is reëel dat er een anti-N-VA-coalitie in het zadel wordt gehesen. Daarnaast zijn er een aantal grondwettelijke grendels die de plannen van De Wever lelijk in de weg staan, zoals bijzondere meerderheidswetten, alarmbelprocedures, belangen- en bevoegdheidsconflicten, de pariteit op verschillende niveaus en nog veel meer. De Belgische constructie lijkt een onneembare fortificatie, die enkel met de goodwill van de Franstaligen kan worden ontmanteld. Zo lijkt het confederalisme binnen de N-VA stilaan een perpetuum mobile te worden, een riedel om de communautair gevoelige achterban te paaien.

Een hobbelig communautair pad

Met welke partner denkt de N-VA rond de tafel te zitten? Met Wallonië of met de Waals-Brusselse Federatie waar de Franstaligen reeds geruime tijd van dromen? Dat maakt een wereld van verschil, met of zonder Brussel. Volgens professor Maddens komt de Belgische grondwet te vervallen en komt er een Vlaamse en Waals-Brusselse grondwet. Denkt Jambon er ook zo over? Hoe zal het lidmaatschap in de EU worden ingevuld? Blijft het bij één vertegenwoordiger of worden Vlaanderen en de Waals-Brusselse Federatie twee aparte lidstaten?

Gezien het hobbelige communautaire parcours van de afgelopen decennia, is volgens Maddens een confederaal België enkel werkbaar als ‘het aantal bevoegdheden op confederaal niveau uiterst miniem blijft’. Aan welke bevoegdheden hebben de troepen van De Wever wel gedacht? Geen idee?

Een confederaal België lijkt een compromis op voorwaarde dat de sociale zekerheid, defensie en justitie gemeenschappelijk blijven. Dat lijkt me logisch. Wallonië noch Brussel zullen meegaan in het confederalisme als de sociale zekerheid wordt gesplitst en het sociale deficit in de hoofdstad en het zuiden onbetaalbaar wordt. De Walen en de Brusselaars zullen er nooit aan denken om economische harakiri te plegen. Of ziet de N-VA dat anders?

Brussel?

Brussel wordt dan toch een aparte regio. Welk statuut Brussel krijgt, is helemaal niet duidelijk. Dat moet Jambon pijn doen, want in 1994 bepleitte hij – samen met zijn makker De Roover – dat Brussel tot Vlaanderen behoort. Er werden tal van argumenten aangehaald. De moeite waard om ze nog eens te lezen. Jambon was toen heel duidelijk: ‘Alleen in Brussel-Vlaamse hoofdstad speelt Vlaanderen de leidende rol. Wil Vlaanderen verhinderen dat Brussel verder wegdrijft, dan is het noodzakelijk dat de rol van Brussel als Vlaamse hoofdstad wordt versterkt en dat het belang van de overige rollen van Brussel wordt ingeperkt of zelf weggewerkt.’

De Jambon uit 1994 zou die van 2014 wat ‘kletsen’ hebben verkocht en duidelijk gemaakt: ‘Het status-quo leidt voor Vlaanderen in elk geval tot het… verlies van Brussel.’ Ik verdenk Jambon ervan dat hij de afgelopen vijf jaar er alles aan heeft gedaan om deze voorspelling te laten uitkomen.

De lemen voeten van de N-VA

De N-VA pleit voor een drastische vereenvoudiging van de structuren: ‘…een drastische afslanking van de structuren op confederaal niveau. Een éénkamerstelsel met 50 parlementsleden, gekozen uit de deelstaten. Vier confederale ministers en twee uit de deelstaten. En nul provincies, dat moet volstaan.’ Het gaat de goede kant op maar het kan nog duidelijker: België wordt opgesplitst in twee onafhankelijke staten, Wallonië en Vlaanderen met Brussel als hoofdstad, zoals dat in 1994 werd opgetekend. Het is al even totaal irrealistisch, maar het laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

Intussen blijft De Wever de communautaire trom roeren, maar hij heeft vast en zeker nog het één en ander aan zijn achterban uit te leggen. De partij staat immers communautair op lemen voeten. Zoveel is duidelijk.

Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.

Commentaren en reacties