Jan Jambon, le nouveau chef est arrivé
portret van de nieuwe Vlaamse Minister-president
Jan Jambon, de nieuwe Minister-president van Vlaanderen.
foto © Reporters
Jan Jambon is de nieuwe Minister-president van Vlaanderen, maar wie is dat? De separatist die een Belgische staatsman werd.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNu de nieuwe regionale regeringen zijn aangetreden, kent ook de Vlaamse burger haar nieuwe stuurman. Jan Jambon zal als een ware ‘people manager’ het bisnummer dat de Vlaamse regeringsploeg de volgende vijf jaar opvoert in goede banen proberen te leiden. Maar wie is nu werkelijk deze nieuwbakken minister-president – voorbij de functionele beschrijvingen die over hem in de media verschijnen?
Persoonlijk maakte ik als inhoudelijk medewerker professioneel kennis met Jan Jambon toen hij als oppositieleider inbeukte op de toenmalige federale regering-Di Rupo. Onderstaande analyse is daardoor misschien enigszins vooringenomen. Maar die jarenlange nabijheid verschaft me vandaag wel de mogelijkheid om wat dieper in de ziel te kijken dan de statutaire portretten waartoe de reguliere berichtgeving zich vandaag beperkt. De ironie is net dat de persoon in kwestie het belang van die dure beroepstitels altijd sterk gerelativeerd heeft.
Onthecht van de macht
Het heeft me meermaals verbaasd hoe er onder verscheidene N-VA toppers een zekere onthechting van de macht bestaat. Die onverschilligheid is zeker aanwezig wanneer we over het Belgische politieke niveau spreken. In andere beleidspartijen heb ik dit nooit teruggevonden. Dat men niet zozeer wakker ligt of het huidige publieke ambt hem/haar morgen nog toekomt, is niet zelden te wijten aan het feit dat hij/zij in het verleden werkzaam was als zelfstandige of als kaderlid in een privéonderneming. In tegenstelling tot vele hedendaagse beroepspolitici bouwden ze daardoor een financiële onafhankelijkheid op vooraleer in de partijpolitiek te stappen.
Wel is de bezorgdheid aanwezig om het personeel en de werkingsmiddelen te verliezen die gepaard gaan met de uitvoerende mandaten. En natuurlijk heerst er het besef dat sleutelposities veroveren nu eenmaal noodzakelijk is om de realisatie van politieke doelen dichterbij te brengen. Eenmaal in zo’n leiderspositie gekomen, treedt ook al snel een gewenningseffect op; iedereen beëindigt de carrière liever op een hoogtepunt in plaats van stappen terug te zetten.
People manager
Jan Jambon verdiende zijn eerste sporen en boterhammen in het bedrijfsleven, met name in de sectoren Human Resources en financiële kredietverstrekking. Pas in 2007 kwam hij het federaal parlement binnen, nota bene als opvolger van Kris Peeters dankzij de toenmalige gezamenlijke lijst CD&V/N-VA.
De welwillende houding tegenover privé-initiatief klinkt door in zijn rechts-liberale visie op sociaaleconomische dossiers. Waarschijnlijk is het één van de weinige huidige Wetstraatpolitici die nog aandacht heeft voor het beleidsmatig inwerken op de aanbodzijde van de economie. Voor de rol als verweerder tegen de ‘pestbelastingen’ van premier Di Rupo hoefde hij nauwelijks te acteren.
Jan Jambon heeft een uitgebreid netwerk van ondernemers in zijn achterzak en is ook één van de weinige N-VA’ ers die goede relaties onderhoudt met politici uit de meeste andere partijen. Naast ‘netwerker’ had fractieleider Jambon als ‘people manager’ de verdienste om de grote maar onervaren N-VA-Kamerfractie in het gelid te houden. Er werd zelfs occasioneel aan sociale controle gedaan langsheen de parlementaire burelen en tijdens commissiezittingen om de geesten scherp te houden. Dat een werkbaar evenwicht werd gevonden tussen brede inspraak verlenen tijdens fractievergaderingen enerzijds en duidelijke, snelle partijbesluiten nemen anderzijds, vergde de nodige managementvaardigheden.
Minister-president
Die competenties in personeelsbeleid zullen nu ook goed van pas komen om als ploegkapitein de Vlaamse regering aan te sturen. Het is immers essentieel om de komende legislatuur de driepartijencoalitie op dezelfde lijn trachten te houden. Elkaar onderling te veel stokken in de wielen steken, dat werd door de kiezer duidelijk weinig geapprecieerd. Met het Vlaams Belang is er ditmaal wel een grote externe drukkingsfactor aanwezig: binnen vijf jaar moet aan de Vlaamse kiezer getoond worden dat het niet de anti-establishmentstem is die de oplossingen aandraagt voor uw maatschappelijke problemen.
De Kennedy’s wisten al uit ervaring dat, om als leider het roer tijdens die regeerperiode stevig in eigen handen te kunnen houden, je nood hebt aan minstens één vertrouweling in je eigen kabinet. Terwijl John Kennedy die familiale band vond met Robert aan z’n zijde, zo rekent Jan Jambon op Zuhal Demir, onder meer om de ronkende ambitie van 120.000 extra jobs ook effectief waar te kunnen maken.
Zelfs fysieke verschijning kan een handje helpen, zo onderlijnen communicatiewetenschappers vaak. Elke mondelinge boodschap die je overbrengt aan je publiek bestaat immers voor 20% uit verbale communicatie en voor 80% uit non-verbale communicatie. Met dit laatste doelt men dan op de gebaren, oogcontacten, lichaamshouding,… tijdens de uitgesproken woorden. Zo zijn grote, recht opstaande figuren in het voordeel bij het persuasief overbrengen van hun boodschap. De ‘carrure’ van Jan Jambon beantwoordt aan dit laatste profiel en heeft de afgelopen jaren vast en zeker geholpen om sommige tegenstrevers tot terughoudendheid aan te sporen. Niettemin stelt de man zich minzaam op in zijn privé-activiteiten; als praktiserend katholiek maar ook als liefhebber van klassieke muziek, opera en fervent voetbalfan gaat ie op in de massa.
Antwerpse inner circle
N-VA is en blijft zelfs in haar actuele kern vooral een Antwerpse partij. Die inner circle, waartoe Jan Jambon behoort, kreeg al vroeg vorm. Samen met Peter de Roover behoorde Jambon in de jaren 80 en 90 tot de voortrekkers van de Vlaamse Volksbeweging. Hun resolute streven naar Vlaamse onafhankelijkheid was toen een inspiratie voor de jongere Bart De Wever om tijdens zijn studentenperiode te Leuven zelf ook actief te worden.
Die standvastige achtergrond levert Jambon vandaag veel krediet op bij de traditionele Vlaams-nationalistische achterban van de partij. Hij bouwde ook een stevige lokale basis uit in woonplaats Brasschaat maar bleef daarbij wel aan de juiste kant van de Chinese Muur staan – ook toen het Vlaams Blok in de jaren 90 snel opgang maakte. Mogen we enkele flamingantische elementen uit het Vlaamse regeerakkoord vandaag dan aan hem toeschrijven? In ieder geval zijn deze toevoegingen een verschilpunt met de voorgaande regering-Bourgeois, die strikt de communautaire omerta respecteerde zoals die federaal was afgesproken.
Het valt dus te betwijfelen of er in het geval van Jambon werkelijk een vervellingsproces is gebeurd van compromisloze nationalist tot realpoliticus en pragmaticus. Met de louterende leeftijd gaan de scherpe kantjes er misschien wel van af, maar de principes zijn daarom niet verdwenen.
Z’n persoonlijke geschiedenis hinderde hem wel even bij de opstart als vicepremier in de federale regering Michel. Oppositieleidster Onkelinx hoorde zelfs al het geluid van de marcherende laarzen (‘bruit des bottes’) weerklinken in het Parlement. Pas na een moeizaam begin kon Jan Jambon beginnen timmeren aan zijn aura van ‘goed bestuurder’. Maar in de wetenschap van een zekere onthechting van de federale macht was het kandidaat-premierschap bij voorbaat eigenlijk niet meer dan een schijnmanoeuvre te noemen. Met z’n 59 lentes is hij er ook de persoon niet naar om eventueel nog de volgende partijvoorzitter te worden. Wel had Jambon zich de voorbije legislatuur als federaal vicepremier omringd met het nodige bekwame politiek personeel om nu het Vlaamse leiderschap te kunnen opnemen, invullen en rondkrijgen. Vanuit die optiek lijkt de position switch een logische zet.
Vuurwerk in het Overlegcomité
Indien N-VA Vlaams meebestuurt maar federaal in de oppositie belandt, dan beloven de samenkomsten van het Overlegcomité de volgende jaren communautaire spanning en vuurwerk op te leveren. Het Overlegcomité is één van de weinige verplichte ontmoetingsplaatsen voor de regionale en federale opperhoofden in het Belgische politieke bestel. Heel wat heikele dossiers waarvoor meerdere overheden tegelijk bevoegd zijn komen daar ter sprake voor een gemeenschappelijke beslissing. Denk bijvoorbeeld aan de samengetelde begroting die we elk jaar voor de NV België bij Europa moeten indienen. Naast PS’ers Vervoort (Brussel) en Di Rupo (Wallonië) zal in het vervolg dus ook Jambon (Vlaanderen) hier mee aanschuiven.
Nu de communautaire omerta weggevallen is kunnen de gemoederen tijdens toekomstige bijeenkomsten wel eens verhit geraken. Een interessante bondgenoot in deze discussies is Oliver Paasch (Duitstalige Gemeenschap). N-VA legt al wel langer contacten met het regionalistische ProDG. N-VA en PS zullen elkaar blijven het leven zuur te maken, ditmaal met het Overlegcomité als forum daartoe.
De nieuwe Vlaamse regering slaat alvast een stoutmoedigere toon aan in haar begrotingsbeleid: door dit jaar niet langer op een budgettair evenwicht te mikken geeft ze duidelijk aan dat de Belgische rekeningen niet langer door Vlaanderen zullen worden rechtgetrokken. In het verleden was het al te vaak zo dat het Vlaamse evenwicht hielp om de tekorten elders te milderen wanneer de Belgische totaalsom werd opgemaakt. Door nu enkele jaren in het rood te gaan, bemoeilijkt men weliswaar onmiddellijk de job van de toekomstige federale bestuursploeg. Het doet terugdenken aan Yves Leterme, die vanaf 2004 als Vlaams minister-president continu het federale beleidsniveau bestookte, wat in 2007 electoraal zeer lonend bleek. Jan Jambon kan nu hetzelfde doen door het minister-presidentschap confederaal in te vullen: als volwassen deelstaat hoeft men niet langer verantwoording af te leggen aan het nationale niveau voor zelfstandig genomen beslissingen.
Categorieën |
---|
Lorenzo Terrière is doctoraatsonderzoeker en geeft les aan de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Gent. Voorheen werkte hij o.m. op het kabinet van Defensie (N-VA).
De manier waarop de rector besparingen aan de UGent wil opleggen is laakbaar. Een zo structurele hervorming mag geen heimelijke oefening zijn.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.