Bij kernreactoren is altijd veel te doen over de kosten van ontmanteling na de sluiting. Bij windmolenparken op de Noordzee wordt dat aspect steevast genegeerd. De geschatte kosten voor de ontmanteling van windmolenparken zijn nochtans heel indrukwekkend. Momenteel worden de eerste Scandinavische windmolenparken op zee afgebroken. Binnen enkele jaren zullen ook de eerste Belgische windmolenparken ontmanteld moeten worden. Het oudste windmolenpark Vindeby in Denemarken werd gebouwd in 1991 en is ondertussen ontmanteld. De Zweedse offshore windmolenparken Yttre Stengrund en Utgrunden…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Bij kernreactoren is altijd veel te doen over de kosten van ontmanteling na de sluiting. Bij windmolenparken op de Noordzee wordt dat aspect steevast genegeerd. De geschatte kosten voor de ontmanteling van windmolenparken zijn nochtans heel indrukwekkend.
Momenteel worden de eerste Scandinavische windmolenparken op zee afgebroken. Binnen enkele jaren zullen ook de eerste Belgische windmolenparken ontmanteld moeten worden. Het oudste windmolenpark Vindeby in Denemarken werd gebouwd in 1991 en is ondertussen ontmanteld. De Zweedse offshore windmolenparken Yttre Stengrund en Utgrunden werden ontmanteld na respectievelijk 15 en 18 jaar operationele dienst.
Volgens de huidige ervaringen in de offshore windsector is volgens specialisten de verwachte levensduur van een windmolenpark op de Noordzee tussen de 20 en 25 jaren. Dus tussen 2025 en 2050 zal men tientallen windmolenparken ontmantelen. Intussen wilt de federale regering 30.000 windmolens op de Noordzee bouwen. Misschien zou vooraf de ontmantelingskost mee in de plannen opgenomen moeten worden.
Bij de bouw van de kernreactoren van Doel en Tihange werden de ontmantelingskosten in de jaren 1980 wel degelijk meegenomen in de bouw. Daarom zal er nauwelijks radioactief beton te verwerken zijn na de ontmanteling, ondanks de politieke retoriek als zou de ontmanteling miljarden euro’s gaan kosten.
Wat weten we eigenlijk over de kosten voor de ontmanteling van offshore windmolenparken in de Noordzee? Dankzij onderzoeksprojecten met geld van de Europese Unie (EU) verschenen onlangs verschillende studies uit 2022 met prognoses van die kosten. Studies die modellen bevatten om de kostprijzen van die ontmantelingen te begroten.
Studies met EU-geld
De belangrijkste zijn verschillende studies uit 2022 van drie onderzoekers van de University of Aberdeen. Studies betaald door het Europees project DecomTools binnen het Interreg-programma voor de Noordzee Regio. Interreg-projecten zijn EU-projecten binnen grensregio’s van EU-lidstaten. In het geval van de Noordzee Regio namen de haven van Oostende en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) voor West-Vlaanderen deel als partners in deze Europese projecten.
Ten eerste splitsten de onderzoekers de ontmanteling op in soorten windmolenparken. Er bestaan zes soorten installaties van windmolens. Los van die soorten deelden ze de ontmanteling op in stukken: afbraak van de windmolens zelf, opruimen van de kabels, het verwijderen van de funderingen of de gestorte rotsblokken om de erosie door stroming rond de schachten te voorkomen enzovoort. Voor elk van die delen bedachten ze formules.
Peperdure installatieschepen
Voor de afbraak zijn net als bij de installatie zogenaamde installatieschepen noodzakelijk. Voor de bouw van de voorspelde windmolens zijn er al te weinig van dergelijke schepen.
De belangrijkste vaartuigen bij de afbraak zijn de kraanschepen of zogenaamde Jack-Up Vessels (JUV’s). Het dagtarief van een JUV is 112.600 Britse pond. De ‘mobilisatie’ of opstartkost van een JUV is 405.000 Britse pond. De eerste werkdag van een JUV kost dus al meer dan een half miljoen euro.
Zo’n JUV is uiteraard even bezig aan een offshore windmolenpark van 80 tot 150 windmolens. Ten eerste kan een JUV enkel werken bij bepaalde windsnelheden. Afhankelijk van het hef- of tilwerk is werken vanaf bepaalde windsnelheden uitgesloten. Ten tweede moeten de ontmantelde onderdelen ook afgevoerd worden naar de kust op andere schepen.

Gebrek aan ervaring
Om een idee te hebben hoeveel tijd een demontage kost, keken de onderzoekers naar de tijd nodig voor installatie. Het installeren van wieken op zee duurt alleen al vier uur voor één losse wiek of vijf uren voor vooraf gemonteerde wieken. Het tillen van de gondel op de schacht duurt vier uur. Het tillen van de schacht zes uur. Een complete kant-en-klare windmolen op zijn plaats tillen duurt twaalf uur.
De Schotse onderzoekers besluiten dat een schatting van de kosten voor ontmanteling van een offshore windmolenpark geen eenvoudige taak is, omwille van een gebrek aan informatie en de beperkte voorafgaande ervaring in de praktijk.
Ze berekenden de sterk uiteenlopende minimum en maximumkosten voor de ontmanteling (zie afbeelding) en berekenden zelfs de kosten qua uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof. De ontmantelingsactiviteiten in het windmolenpark Horns Rev I zou enkel aan CO2-emissies al 40.000 ton CO2 opleveren.
Tot half miljoen euro kostprijs per megawatt
De kosten voor ontmanteling kunnen opgedeeld worden. De offshore handelingen op zee vormen 58% van de kosten van een ontmanteling. 17 procent van de kosten kruipen in de offshore voorbereiding. De voorbereiding op de kust neemt 10%. Het opkuisen van de zeebodem is goed voor 5% van de kosten. De recyclage van het afval telt voor 5 procent mee en het projectbeheer van de ontmanteling is eveneens goed voor 5% van de kosten.
De onderzoekers bekeken drie bestaande windmolenparken en bedachten een voorbeeldwindmolenpark. Volgens het berekeningsmodel kwam de ontmantelingskost tussen de 57 en 152 miljoen Britse pond uit voor de bestaande windmolenparken. Bij het hypothetische voorbeeld lag de kostprijs op 135 miljoen Britse pond. Omgerekend naar het vermogen van de windmolens komen de ontmantelingskosten neer op een venster van 175.000 Britse pond per MW tot 480.000 Britse pond per megawatt.