De globalisering (of mondialisering) is sinds het einde van de 20ste eeuw een van de meest besproken en slechtst gedefinieerde begrippen. Globalisering duidt op het openstellen van grenzen tussen landen, waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen. Globalisering kwam in de laatste decennia in een versnelling door de groeiende mogelijkheden van communicatie en transport, en door afspraken zoals die binnen de wereldhandelsorganisatie (WHO/WTO). Maar in feite is het proces van globalisering van alle tijden. Zo was er rond 1300…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De globalisering (of mondialisering) is sinds het einde van de 20ste eeuw een van de meest besproken en slechtst gedefinieerde begrippen. Globalisering duidt op het openstellen van grenzen tussen landen, waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen. Globalisering kwam in de laatste decennia in een versnelling door de groeiende mogelijkheden van communicatie en transport, en door afspraken zoals die binnen de wereldhandelsorganisatie (WHO/WTO).
Maar in feite is het proces van globalisering van alle tijden. Zo was er rond 1300 v.C. reeds een intensieve handel rond de Middellandse Zee en in Mesopotamië. De afstanden die men aflegde bedroegen meer dan duizend kilometer. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in Nederland was in de 17de eeuw de grootste handelsfirma ter wereld, en zette overal nederzettingen neer.
De globalisering is een toepassing van de wet van het comparatief voordeel die de klassieke econoom David Ricardo in het begin van de 19de eeuw bedacht.Ze houdt in dat een land een bepaald product relatief goedkoper kan produceren dan een handelspartner in vergelijking met andere producten, en dit geldt zelfs wanneer één speler alles voordeliger kan produceren dan de andere speler. Landen gingen zich dus specialiseren in bepaalde producties.
Winnaars
De grootste winnaar van de globalisering is China. Toen de communistische partijleider Mao Zedong in de zomer van 1976 overleed stond dit gigantische land economisch nergens. Maar onder de nieuwe sterke man Deng Xiaoping paste China de principes van de vrijemarkteconomie toe onder communistisch bewind.
De opkomende economieën (zoals Zuid-Korea en Taiwan) profiteerden eveneens van de globalisering. In China waren de loonkosten immers veel goedkoper, zodat het land de fabriek van de wereld werd. Er was ook geen sociale welvaartstaat zoals in Europa, en China was minder veeleisend op het vlak van milieu. Ondertussen heeft China het geweer van schouder veranderd: het heeft in plaats van zuiver kopiëren nu ook veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. En het tracht de binnenlandse consumptiemarkt sterk te ontwikkelen.
Door de globalisering daalde het aandeel van de industrie in Europa en België (15% bbp) verder. Maar door zijn uitstekende ligging in Europa en de zeehavens kan België zijn logistieke troeven volop uitspelen. De elders geproduceerde goederen moeten meestal in containers worden ingevoerd.
Kritiek
De kritiek van de antiglobalisten op het idee van een vrije markt is dat niet iedereen een vrije toegang heeft tot deze markt, en die dus juist niet vrij is. Zo worden er in Europa landbouwsubsidies gegeven waardoor bijvoorbeeld Afrikaanse producten moeilijk op de Europese markt kunnen concurreren. De globalisering heeft ook de kloof tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden vergroot.
Veel multinationals hebben een omzet die groter is dan het bruto binnenlands product (bbp) van een klein land. Deze multinationals hebben grote macht maar worden niet democratisch geleid. Aanhangers van de antiglobaliseringsbeweging betogen dat de wereld langzamerhand wordt overgenomen door multinationals en hun macht. De regeringen en onze volksvertegenwoordigers krijgen minder macht. Dit wordt bovendien ondermijnd door supranationale instanties zoals de Europese Commissie.
Daarnaast is er een culturele invalshoek van de beweging die zich verzet tegen een monoculturele wereld. In die wereld hebben handel en multinationals culturele verscheidenheid vervlakt ten gevolge van een uniformer wordende consumpti. (De antiglobalisten spreken bijvoorbeeld van de ‘McDonaldisering in de wereld’ en van het ‘Coca-Cola-evangelisme’.) Dit leidt tot het ontstaan van identitaire bewegingen. We verwijzen maar naar de vernieuwde interesse rond de Vlaamse identiteit. Vooral omdat de globalisering en politieke onrust in bepaalde landen leiden tot grote migratiebewegingen naar ontwikkelde landen.
De milieubeweging wijst op de negatieve gevolgen van de toenemende goederenstroom. Voor transport worden fossiele brandstoffen gebruikt en het veroorzaakt emissies van koolstofdioxide. Tot slot is het de globalisering die heeft bijgedragen tot de verspreiding van het Coronavitus in alle uitkoeken van de wereld.
Voordelen
De globalisering heeft ook voordelen, zoals economische groei en welvaart, het afbreken van onrechtvaardige tariefheffingen, werkgelegenheid in landen waar daaraan eerder een gebrek was, democratisering door het openstellen van grenzen en de uitwisseling van informatie via moderne informatietechnologie
Men zegt ook dat de lage inflatie van het laatste decennium hieraan toe te schrijven is. Ondanks de massale injectie van liquiditeiten door de centrale banken in de wereldeconomie de laatste jaren. Dit komt door de goedkope productie in landen met goedkope arbeid.
Corona
De coronacrisis heeft duidelijk een aspect van de gobalisering aan de kaak gesteld. Na de uitbraak van het virus in China, en de daarop volgende quarantaine, kregen veel fabrieken in Europa niet meer de benodigde onderdelen aangeleverd zodat ze hun productie moesten staken. In België was er het tekort aan noodzakelijke mondmaskertjes om de zorgverleners te beschermen. Corona trok zo het geglobaliseerde productiesysteem in twijfel, met lange aanvoerketens en strakke tijdschema’s (just in time) om niet te veel voorraden te moeten aanhouden.
Men denkt dus serieus na over het opnieuw in handen nemen van bepaalde essentiële onderdelen van de productie. Dit moet dan best op het niveau van de Europese Unie besproken worden, vermits die toch economisch gezien een blok is ondanks de grote politieke verschillen. Een voordeel is ook dat de industriële productie dan opnieuw een groter aandeel van het bbp zou kunnen innemen. Dit levert heel wat voordelen op: werkgelegenheid, ondersteunen van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O), en daaraan gekoppeld productiviteitsinvesteringen.
Maar men kan nog verder gaan. Kwatongen beweren dat we behalve een paspoort in de toekomst een bewijs van gezondheid zullen nodig hebben om te reizen. Men kan het de globalisering dus ook op andere domeinen moeilijk maken, en het isolationisme steekt meer en meer de kop op.
Strategische productie
De vraag stelt zich welk product strategisch is. De invulling van dit begrip is soms subjectief, en ingegeven door de omstandigheden van het ogenblik. We verwijzen opnieuw naar de recente sage van de mondmaskers in België.
België had sinds 2009 met de Mexicaanse griep een oude strategische stock die in 2018 geliquideerd werd omdat ze vervallen was. Ze werd niet vervangen. Eerst zei men dat het omwille van besparingen was, vervolgens was het door getreuzel bij de FOD Gezondheid. Wat er ook van waar is, een maand geleden lag niemand hier echt wakker van. Tot de uitbraak van deze pandemie in ons land. Hetzelfde geldt enigszins voor het tekort aan reagentia om de coronatesten te kunnen uitvoeren.
Bijsturen delocalisering maakindustrie
Na de coronacrisis zullen we zeker in een andere wereld leven. Wat nu gebeurt had niemand tot voor kort mogelijk gehouden. Wat de globalisering betreft zullen de westerse landen en bedrijven er zeker over nadenken om te zien welke productieactiviteit ze nog zullen uitbesteden aan landen met goedkope arbeid.
Met 3D-printing bijvoorbeeld kunnen we hier in Europa ook op een efficiënte manier bepaalde zaken produceren. De focus zal daarbij liggen op ‘strategische’ producten. Er zal dus zeker een aanpassing komen van de globale aanvoerketens bij bedrijven. We merken ook op dat door het opkomende protectionisme en het klimaat van handelsoorlog de globalisering gedurende de laatste jaren al een zekere teruggang kende.
Maar de ganse globaliseringe ongedaan maken is onmogelijk. De wereld wordt meer en meer een dorp. Daarbij zullen rendabiliteitsoverwegingen steeds een cruciale rol spelen bij de bedrijfsbeslissingen, waardoor uitbestedingen in lageloonlanden altijd interessant blijven.