fbpx


Binnenland, Politiek

Marc Bossuyt: ‘De overheid kan zich de luxe van het huidige asielbeleid niet veroorloven’




De asiel- en opvangcrisis blijft aanslepen. Een belangrijk struikelblok blijft het uitwijzen van uitgeprocedeerden. Voormalig Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen Marc Bossuyt schreef vorig jaar met Tussen demagogie en hypocrisie een verhelderend boek over zijn ervaringen met de problematiek. De standpunten die hij daarin verwoordt, blijven overeind. Alleen blijkt dat onvoldoende tot de politieke elite door te dringen. 'Ik heb met mijn boek mijn steentje bijgedragen. Het is aan de politiek om daarmee aan de slag te gaan.'…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.

(Proef)abonnement reeds verlopen? Dan kan u hier abonneren.


U hebt reeds een geldig (proef)abonnement, maar toch krijgt u het artikel niet volledig te zien? Werk uw gegevens bij voor deze browser.

Start hieronder de procedure voor een gratis maandabonnement





Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media als u daar hetzelfde e-mail adres hebt.








Wachtwoord vergeten of nog geen account?

Geef hieronder uw e-mail adres en uw naam en we maken automatisch een nieuw account aan of we sturen u een e-mailtje met een link om automatisch in te loggen en/of een nieuw wachtwoord te vragen.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Heeft u een maandelijks abonnement of heeft u reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw abonnement bij voor deze browser en u leest zo weer verder.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als uw abonnementshernieuwing al (automatisch) gebeurd is, dan moet u allicht uw gegevens bijwerken voor deze browser. Zoniet, dan kan u snel een abonnement nemen, dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw gegevens bij voor deze browser of check uw profiel.


De asiel- en opvangcrisis blijft aanslepen. Een belangrijk struikelblok blijft het uitwijzen van uitgeprocedeerden. Voormalig Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen Marc Bossuyt schreef vorig jaar met Tussen demagogie en hypocrisie een verhelderend boek over zijn ervaringen met de problematiek. De standpunten die hij daarin verwoordt, blijven overeind. Alleen blijkt dat onvoldoende tot de politieke elite door te dringen. ‘Ik heb met mijn boek mijn steentje bijgedragen. Het is aan de politiek om daarmee aan de slag te gaan.’

Bossuyt is niet de eerste de beste. Als emeritus hoogleraar aan de UAntwerpen is hij gespecialiseerd in internationaal recht en de mensenrechten. Hij was voorzitter van de VN-Commissie en van de VN-Sub-Commissie Mensenrechten, evenals van het Grondwettelijk Hof van 2007 tot 2014. Maar het is vooral zijn ervaring als allereerste vluchtelingencommissaris die hem diep inzicht verschafte in de praktijk van de asielproblematiek.

Deze week sprak voormalig baas van Fedasil Bob Pleysier op Radio1 (vanaf 18:00) over de veelvuldige fraude bij asielaanvragen. Jonge Afghaanse mannen, vaak minderjarig, die allemaal met hetzelfde verhaal hun kans wagen en dan na tweeënhalf jaar afgewezen worden maar in de praktijk niet meer uit te wijzen zijn. Een u niet onbekende problematiek?

‘Dat is mij bekend. Je moet je er bewust van zijn dat dit een bijzonder fraudegevoelige materie is. Dat is eigenlijk al jaren een evidentie. Destijds verklaarden we een asielaanvraag onontvankelijk – dat wil zeggen: niet ten gronde te onderzoeken – wanneer we vaststelden dat de asielaanvrager had gepoogd de Belgische overheid te misleiden. Er waren jaren dat mijn beslissingen tot onontvankelijkheid voor meer dan de helft op die grond waren gebaseerd: het verstrekken van informatie die onwaar bleek te zijn.’

‘Zo moet je bij een asielzoeker eerst onderzoeken of die persoon wel de nationaliteit heeft die hij beweert te hebben. Asiel vraag je omdat je vervolgd wordt door het land waarvan je de nationaliteit hebt. Het komt vaak voor dat asielaanvragers over die nationaliteit liegen. In mijn boek kan je dat terugvinden. Zo lieten in mijn periode Albanezen zich doorgaan voor Kosovaren, Ghanezen voor Soedanezen, Guinezen voor Sierra-Leonezen, Libanezen voor Armeniërs, Nigerianen voor Liberianen, Pakistani voor Afghanen en Zaïrezen voor Rwandezen. Van zodra we vaststelden dat er sprake was van een bedrieglijke aanvraag stopte het verhaal.’

Goed, maar dan komt de volgende stap: de verwijdering van het grondgebied.

‘Dat is een ander probleem. Gelukkig was de vluchtelingencommissaris daarvoor niet bevoegd. Dat is de verantwoordelijkheid van de minister – of staatssecretaris – en van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het moeilijkste bij zo’n verwijdering is het niet meewerken of zelfs tegenwerken van de landen van oorsprong. Daar kan je aan verhelpen door bilaterale akkoorden af te sluiten.’

‘Het spreekt vanzelf dat het voor de Europese Unie makkelijker is om tot dergelijke akkoorden te komen. Als de 27 landen van de EU én de EU zélf een éénvormige houding aannemen en alle middelen inzetten die ter beschikking staan, moeten die herkomstlanden wel meewerken. Op die middelen mag geen enkel taboe rusten, met inbegrip van handelsrelaties, ontwikkelingssamenwerking, visumbeleid, enzovoort. Zolang dat onvoldoende gebeurt, is dit de voornaamste hinderpaal om een terugkeer mogelijk te maken.’

‘Dit gezegd zijnde hebben we in 2020 vanuit de commissie die het terugkeerbeleid moest evalueren (Bossuyt was voorzitter, nvdr.) 62 aanbevelingen gedaan over wat we allemaal híer kunnen doen om het terugkeerbeleid efficiënter te maken. Ik heb moeten vaststellen dat die aanbevelingen maar met mondjesmaat worden uitgevoerd.’

Kan u daar voorbeelden van geven?

‘Er is nog steeds geen wettelijke regeling rond de woonstbetredingen bij mensen die onregelmatig op het grondgebied verblijven. Dat blijkt politiek gezien moeilijk te zijn. Gezien de moeilijkheden met de landen van oorsprong, waarop we rechtstreeks geen vat hebben, kunnen we ons de luxe niet veroorloven om ook in eigen land nog allerlei hinderpalen op te richten die een terugkeerbeleid moeilijk tot onmogelijk maken. Dat is de boodschap die in ons eindverslag stond en die we duidelijk nog steeds moeten verkondigen. Want men heeft dat in de Wetstraat nog steeds niet begrepen.’

Voormalig Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) heeft dat in 2021 nog op tafel gelegd maar botste op een njet van de PS en de Groenen. Zijn er nog aanbevelingen die cruciaal zijn voor een effectief terugkeerbeleid?

‘Een ander voorstel dat politiek bijzonder moeilijk ligt, is dat men moet aanvaarden dat kinderen, samen met hun ouders, moeten kunnen worden vastgehouden in het kader van hun terugkeer.’

‘Van zodra er op dat moment een minderjarige in het spel is, wordt uitzetting de facto onmogelijk door het verbod om die minderjarige vast te houden. De ouders mogen dan ook niet worden vastgehouden, want je mag de ouders niet van het kind scheiden. Minderjarigen worden dikwijls als verkenner vooruit gestuurd. Van zodra die binnen is, kan de familie overkomen. Wanneer de familie een minderjarige vervoegt, of vervoegd wordt door een minderjarige, óf er wordt een kind geboren, heb je prijs. Van zodra er een kind in het spel is, is de hele familie niet meer verwijderbaar.’

Waar zijn we mee bezig, wanneer we zeggen dat we iedereen gaan verwijderen, behalve als er een kind bij is? Dat gaat toch niet? Dat is dus een politiek taboe. Maar ze moeten dan niet komen schreien wanneer kindjes op straat moeten overnachten omdat er geen plaats meer is in de opvang. Je moet weten wat je wil. Dat vinden ze blijkbaar minder erg dan dat er kinderen enkele dagen worden vastgehouden in het kader van een repatriëring, samen met hun gezin.’

‘Die uitzettingen gebeuren alleen naar veilige landen. Dat is allemaal vooraf onderzocht door de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Raad voor de Vreemdelingenbetwistingen. Maar wanneer die beslist hebben dat er geen recht op bescherming is, komen ze dan af dat er een kind bij is.’

Het is toch begrijpelijk dat dit soort gevoelens meespelen? Dat gaat over een menselijk aspect. Iedereen kent wel een familie die na een lange procedure op een weigering botst en dan zie je plots veel solidariteit.

‘Ik kan begrijpen dat burgers het moeilijk hebben met zo’n beslissing maar ik heb dat begrip niet voor het beleid. Met die “menselijkheid” krijg je niemand meer buiten. Individuele burgers stellen vast dat het gaat over sukkelaars voor wie het beter zou zijn indien ze kunnen blijven. Natuurlijk is dat zo voor die sukkelaars, maar op dergelijke overwegingen kan je geen beleid baseren.’

‘De overheid kan zich spijtig genoeg de luxe niet veroorloven om zich op deze manier op te stellen.’

De procedures duren veel te lang. Bob Pleysier haalde aan dat het na tweeënhalf jaar vaak onmogelijk is om mensen, en zeker minderjarigen, nog terug te sturen. Hij heeft het over een gewenste doorlooptijd van maximum drie maanden.

‘Dat is heel juist, maar zij die klagen over die lange doorlooptijd zijn dezelfden die zeggen dat er allerlei beroepsmogelijkheden en procedures moeten zijn die er voor zorgen dat die doorlooptijd onredelijk lang wordt uitgerokken. Als het dan meer dan twee jaar duurt, komen ze af met het argument dat het allemaal onredelijk traag verloopt.’

‘Ofwel aanvaard je dat de procedures en beroepsmogelijkheden drastisch vereenvoudigd worden, ofwel aanvaard je dat iemand na een lange procedure alsnog van het grondgebied verwijderd wordt. Maar het is bij sommigen een bewuste houding om deze paradox in stand te houden.’

Wie zijn die sommigen?

‘U haalde al de PS, Ecolo en de Groenen aan.’

Geen tegenkanting vanuit Vooruit?

‘Het probleem heeft nooit bij de Vlaamse socialisten gezeten. We hebben Louis Tobback gehad, Johan Vande Lanotte… Dirk Van den Bulck, de huidige vluchtelingencommissaris, is een Vlaamse socialist. Freddy Roosemont, directeur-generaal bij de Dienst Vreemdelingenzaken, is een Vlaamse socialist. Het probleem zat nooit in die hoek.’

Waarom houden de Franstaligen en de Groenen zo vast aan die principes? Is dat zuiver uit menslievendheid of zit daar meer achter?

‘Toekomstige kiezers aantrekken, bedoelt u?’

Dat zou je durven vermoeden: een ruimer demografisch motief.

‘Dat speelt minstens mee in het onderbewustzijn. Maar in de Franstalige opinievorming is er een probleem dat hervormingen in de weg staat. Dat stemt níet overeen met wat de burgers zélf denken. Er is een breuk tussen de Franstalige elite, politici, rechters, journalisten enerzijds, en de bevolking anderzijds. Alle opiniepeilingen tonen aan dat de Franstalige burger over de asielproblematiek niet verschillend denkt dan de Vlaamse burger. De politici, rechters en journalisten in het zuiden van het land leven blijkbaar in een totaal andere wereld dan in het noorden. Dat maakt het beleid bijzonder moeilijk.’

‘En dat sleept nu al decennia aan. De Franstalige rechters van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen erkennen tien keer meer vluchtelingen dan de Nederlandstalige. Omwille van welke redenen, weet ik niet. Ik heb mijn boek geschreven omdat ik denk dat het beantwoordt aan een nood om deze problematiek op de agenda te zetten. Met de huidige crisis denk ik dat dat nu meer dan ooit nodig is. Mijn boek moet natuurlijk ook nog gelezen worden..’

Ondertussen zou een mens medelijden krijgen met staatssecretaris Nicole De Moor en CD&V. Met de huidige regeringspartners valt geen land te bezeilen. Is het niet verstandiger voor CD&V om uit de regering te stappen, ook al zijn ze mathematisch niet nodig?

‘Dat zou een sterk signaal zijn maar zou het probleem niet noodzakelijk oplossen.’

Ik vind dat N-VA destijds een grote fout beging door de stekker uit de regering te trekken omwille van het Marrakech-pact. Dat was absoluut niet verantwoord. Nu gaat het om meer inhoudelijke meningsverschillen. Als Theo Francken in de huidige situatie als staatssecretaris met de voorstellen naar de ministerraad zou trekken die zouden worden verworpen, zou het meer verantwoord kunnen zijn om de stekker er uit te trekken. Maar voor een UNO-resolutie laat je toch de regering niet vallen?’

‘Er worden elk jaar tientallen resoluties aangenomen waar we het niet mee eens zijn. Op de dag dat N-VA zijn omstreden campagne tegen Marrakech lanceerde, was ik één van de zes experten die in het parlement kwam uitleggen dat we een verklaring moesten afleggen in een begeleidend schrijven waarin we opsomden wat we wel en wat we niet goed vonden aan dat pact. Daarmee zou de kous af zijn geweest. Juist op dat moment lanceerde de N-VA een ietwat ranzige campagne, die anderen deed denken: “We hebben ze!”. Dat heeft de N-VA geen deugd gedaan. De beslissing om toen uit de regering te treden, is een ramp gebleken, waarvan we de gevolgen nog altijd ondergaan.’

Winny Matheeussen

Enige tijd geleden geboren, in de herfst. Momenteel levend.