Met z’n allen naar de rechtse kerk?
Het nieuwe-zuil-project van Sid Lukassen klinkt boeiend maar bevat ook een paar voetangels
foto © Reporters
Eigen netwerken brengen ook de typische gebreken mee, zoals vriendjespolitiek en een nieuwe versie van politieke correctheid…
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTot mijn spijt kon ik afgelopen dinsdag niet aanwezig zijn op de boekvoorstelling van Kerkgangers en Zuilenbouwers van mijn vriend en kompaan Sid Lukkassen. Om de eenvoudige reden dat ik vlak tegen de deadline aanzat van mijn eigen boek over de Vlaamse media, en me dubbel heb moeten plooien om die te halen.
Niettemin voel ik me zeer betrokken bij zijn project en ken ik de al geruime tijd rijpende ideeën van Sid rond de noodzaak van een eigen (rechtsconservatieve) zuil, als tegengewicht voor de ‘linkse kerk’ en wat men de leugenpers noemt. Ook heb ik met aandacht de reflectie van inleider Sander Loones gelezen. Aan die leugenpers wijd ik een heel boek, mij zult u dus niet horen beweren dat ze niet bestaat. De dwang van het politiek-correcte denken, dat ik pococratie noem, zeker ook. Vanuit de post ’68-ideologie is die politieke correctheid uitgegroeid tot een loden deken dat op de samenleving drukt, en waarbij het morele superioriteitscomplex van links als verlichte minderheid een onverdraagzaamheid uitstraalt die op onze Vlaamse openbare omroep haast dagdagelijks te beleven valt.
De grumpy uit Middelkerke
Maar de term ‘linkse kerk’ zelf is problematisch. Natuurlijk zijn er de instellingen en de netwerken, er zijn de media en de culturele sector met hun links-progressieve dogma’s zoals deze van de multicultuur en de rekkelijkheid die betoont wordt tegenover het religieuze fascisme van de islam. Alleen, ze vormen geen eenheid, het is meer een organisch gegroeid conglomeraat van de weldenkendheid waarin intellectuele lafheid, zoals Peter Sloterdijk dat beschrijft in zijn Kritik der Zynischen Vernunft, de hoofdtoon zet.
Het linkse discours is slap, inconsistent en zelfs neurotisch-ontkennend, de media bewijzen het dagelijks. Er een ‘kerk’ van maken, zelfs als metafoor bedoeld, bewijst hen teveel eer, want eigenlijk is er een gebrek aan geloof bij de linkerzijde, er is vooral hang naar het status-quo en angst voor de macht van het volk dat zich op Facebook en Twitter te buiten gaat aan politiek-incorrecte blasfemieën.
Vooral het actuele, compleet naar de irrationaliteit hellende klimaatdebat en het fulmineren van brulboeien als Jean-Marie Dedecker, hebben het spook van een ‘linkse klimaatkerk’ geschapen, die waarachtige complotallures krijgt. De Knack-columns van Dedecker (of zijn ghostwriters) zijn symptomatisch voor een haast paranoïde opstelling tegenover ‘de handpoppen van de politiek-correcte klimaatkerk’.
In zijn optiek zijn alle scholieren-spijbelbetogers ratten die de rattenvanger(s) achternalopen, en woordvoerster Anuna Dewever is een telegeleide robot in de handen van Greenpeace. Dat is natuurlijk niet zo, er zijn uiteraard convergenties, connecties en zelfs netwerken, maar met het woord ‘kerk’ moet men een beetje opletten, hou het misschien voor echte vormen van religieus fanatisme zoals de islam.
Iedereen die mijn mei ’68-lezing heeft bijgewoond, weet hoe kritisch ik ben voor de regelneverij van de groene jongens. Maar als men dit soort overspannen tirades lees, zoveel ongenuanceerde doordrammerij met een overmaat aan kermismetaforen (genre: ‘Ik krijg een indigestie van het groene proefballonnenblazersensemble dat elke dag een nieuwe zeurstok vindt om op te kauwen en per wet wil opleggen hoe ik moet leven’), dan beseft men dat de grumpy uit Middelkerke op een dood spoor zit met zijn oudemannencynisme.
Ni dieu ni maître
Dit terzijde. Terug naar Sid en zijn kerkproject, als ‘organisatorisch beginsel van politiek maatschappelijke samenhang’ , die ‘alternatieve diensten kan aanbieden voor falende overheidsdiensten’.
Ja, het klinkt uitdagend, een rechtse zuil oprichten die een onderkomen biedt aan al wie te pletter loopt tegen de pocodictatuur. Alleen: er bestaat ook een rechtse versie van politiek-correct denken, met dezelfde conformiteitsdwang en exclusie van andere meningen. Je moét tegen de klimaathysterie zijn, voor Israël, en voor het rechtsliberale laisser-faire, om maar die drie dogma’s te noemen. De N-VA observeert deze ‘Vlaamse grondstroom’ zorgvuldig en stemt er permanent haar standpunten op af, zoals de Colruyt dagelijks zijn prijzen aanpast in functie van de concurrentie.
De partij van Bart Dewever is zo groot geworden, en is dus eigenlijk al het prototype van een rechtse kerk, die trouwens overal in de Vlaamse en Belgische instellingen aanwezig is, de cruciale posten bemant. En ook hier doemt onvermijdelijk de kleinmenselijkheid op, de vriendjespolitiek, het nepotisme, de zieltjeswinnerij, de morele chantage, enzoverder. Netwerken dus. Ze bestaan, ook aan de rechterzijde, men kan toch niet ontkennen dat VOKA een machtsfactor is in Vlaanderen, en een soort rechtsliberale zuil bemant die trouwens aanleunt bij de N-VA. Maar is dat nu het grote verschil? Een linkse of een rechtse versie van de ons-kent-ons-cultuur, met dezelfde gebreken en dezelfde opportunisten die de middelmatigheid tot norm verheffen?
Dat brengt me tot de slotbedenking bij Sid’s nieuwe boek. Elke kerk roept ketters op, en ik ben ik er eerlijk gezegd van overtuigd dat we Sid Lukassen ook snel als dissident in de nieuwe kerk zullen aantreffen, zijn eigen gedroomde zuil waar alles anders en beter en billijker zou zijn.
Dat kan ook niet anders: kritische denkers en dwarsliggers horen gewoon in géén kerk thuis. Men moet maar de geschiedenis van de filosofie bekijken, van Socrates over Kant tot Nietzsche, om te beseffen dat heterodoxie de wortels vormt van het westerse denken, de identiteit dus waar Lukassen zich op beroept.
We komen dus in een paradox terecht: als individueel-kritisch bewustzijn dé maatstaf is van onze cultuur, dan krijg je daar nooit een zuil of een kerk mee gevuld. Meelopers en opportunisten natuurlijk wel. Dat Martin Heidegger zich op een zeker moment tot de nazikerk bekende en ook de daaraan verbonden hoge ambten niet versmaadde, blijft als een schaduw hangen over zijn betekenis als filosoof.
Het zal Sid Lukassen niet overkomen, denk ik toch. De dwarsheid en onaangepastheid die hem eigen is, maken hem origineel en lezenswaardig, maar ook onthecht en ontzuild in alle betekenissen. Of waarom ik meer zie in een samenleving van sterke, weerbare enkelingen die zich onder het motto ‘Ni dieu, ni maître’ echt emanciperen uit de kuddegeest, dan een landschap van kerken en kerkjes met elk hun bijbel en liturgie. Ik heb het gevoel dat Doorbraak mikt op het eerste, en dat is in Vlaanderen pas een echte uitdaging.
Organisatoren, verenigingen, kringen: om de nieuwe media-lezing van Johan Sanctorum te boeken, klik hier. Met presentatie van het boek ‘Na het journaal volgt het nieuws’, uitgegeven bij Doorbraak.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Het tumult na de lokale verkiezingen legt een aanslepend democratisch deficit in Vlaanderen bloot. Het cordon blijft het grote pijnpunt.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.