JavaScript is required for this website to work.
EUROPA

Forum

Is er nog een bank vrij in de Europese klas?

Rani De Leeneer (N-VA): ‘De groeiende spanningen tonen aan dat traditionele partijen aan macht verliezen.’

Rani De Leeneer (1996) is master in de internationale politiek en master in Europees recht. Ze werkt als raadgever algemeen beleid op het kabinet van de Vlaamse minister-president en is toekomstig districtsraadslid voor de N-VA in Antwerpen.

25/11/2024Leestijd 3 minuten

Rani De Leeneer (N-VA): ‘De groeiende spanningen tonen aan dat traditionele partijen aan macht verliezen.’

De Europese Unie vierde begin dit jaar een belangrijk moment in de Europese geschiedenis: de twintigste verjaardag van de zogenaamde ‘Big Bang’, de indrukwekkende uitbreiding van de Europese Unie in 2004, toen tien landen in één jaar tijd lid werden van de EU. De unie breidde zich toen niet alleen uit naar Midden-Europa, maar ook naar Cyprus en Malta, waardoor de Europese gemeenschap een veel diverser gezicht kreeg.

Deze uitbreiding markeerde een belangrijke stap in de politieke en economische integratie van Europa. Maar hoe heeft de toetreding van deze landen de EU daadwerkelijk veranderd? En is nog meer uitbreiding wel wenselijk? Van de impact op arbeidsmarkten en de opkomst van populisme tot de zoektocht naar een vernieuwd economisch model, de gevolgen zijn verreikend.

Geopolitieke belangen vs. interne stabiliteit

Het debat over de uitbreiding van de Europese Unie blijft een complex vraagstuk, waarin geopolitieke belangen en interne stabiliteit met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht. In een tijd van groeiende onzekerheid, zowel binnen Europa als wereldwijd, moet de EU zich afvragen welke koers haar op lange termijn het sterkst zal maken: die van een pragmatische benadering of die van een voorzichtige houding.

Europese beleidsmakers hebben de gewoonte gekregen om alles tegelijk te willen doen: uitbreiding, het opbouwen van een eigen militair apparaat, het verbeteren van het concurrentievermogen en de grootste groene transitie aller tijden. En dit alles in een steeds meer gepolariseerde samenleving, ook intern.

De groeiende spanningen tonen aan dat traditionele partijen aan macht verliezen. Hoe groot is hun mandaat voor grote sprongen voorwaarts op het wereldtoneel dan nog? We zouden ons meer zorgen moeten maken over de politieke stabiliteit in landen als Duitsland en Frankrijk dan over de uitbreiding naar landen als Albanië en Moldavië. De Frans-Duitse as, waarlangs de Europese eenmaking verliep, lijkt niet meteen te herrijzen nu Duitsland in verkiezingsmodus gaat tot februari en ook Frankrijk door interne woelige wateren vaart. Een grote leidersrol van beide landen die daardoor ook ruimte maken voor nieuwe toetredingen moeten we dan ook niet snel verwachten.

Where is the money?

Een Unie die zichzelf niet goed kan stabiliseren is niet klaar voor zulke grote uitbreidingen. Waar de Club van Rome ooit waarschuwde voor de grenzen van economische groei, zou het nu de EU sieren om na te denken over haar uitbreidingsambities.

De oorlog in Oekraïne lijkt momenteel de belangrijkste drijfveer achter de wens om de EU uit te breiden. Een vergelijkbaar geopolitiek keerpunt was de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de ineenstorting van de Sovjet-Unie, die de basis legde voor de laatste grote uitbreidingsronde. Een belangrijk verschil met de uitbreidingen van na 1989 is de sfeer van de huidige discussie. Waar destijds sprake was van een sterke pro-Europese sfeer, is die nu verdwenen.

Bovendien loopt er tussen de lidstaten een giftige discussie over meer geld of over een herschikking van de bestaande middelen. En om de uitbreiding  te financieren, zal Europa extra middelen moeten vinden. Echter, de Europese meerjarenbegroting biedt weinig speelruimte: deze bedraagt slechts 1 procent van het gezamenlijke bbp van de EU-lidstaten.

Vanuit die lidstaten blijven er voortdurend eisen voor nieuwe kosten en andere prioriteiten op tafel komen. Sommige landen pleiten ervoor om de bestaande middelen binnen de meerjarenbegroting opnieuw te verdelen, maar dat is praktisch onmogelijk. Veel van deze middelen zijn namelijk al vastgelegd en toegewezen, waardoor herschikking geen haalbare optie is. Er is simpelweg geen geld voor nieuwe prioriteiten en nieuwe uitgaven, en ook uitbreiding met economisch zwakkere Oost-Europese landen is dan niet realistisch en zelfs onwenselijk.

De zoektocht naar interne cohesie

De komende debatten zullen niet alleen gaan over uitbreiding, maar ook over de toekomstige richting van de EU en haar interne cohesie. Het is duidelijk dat de Europese Unie voor een complexe uitdaging staat, met geopolitieke, institutionele en ideologische verschillen die de eenheid op de proef stellen. De wens tot uitbreiding is meer een geostrategische investering in vrede en veiligheid dan een louter economische keuze.

Zo belanden we bij de cruciale vaststelling voor deze Europese Unie: willen we een economisch sterke en intern stabiele unie, dan moet uitbreiding met Oost-Europese landen op dit moment van de agenda worden gehaald.

Rani De Leeneer (1996) is master in de internationale politiek en master in Europees recht. Ze werkt als raadgever algemeen beleid op het kabinet van de Vlaamse minister-president en is toekomstig districtsraadslid voor de N-VA in Antwerpen.

Commentaren en reacties