Bekende horeca-ondernemer geeft er de brui aan: ‘Brussel wordt afschrikwekkend’

De in Franstalig België bekende Brusselse horeca-ondernemer Carl De Moncharline zegt niet meer in Brussel te willen ondernemen en de stad te verlaten. In een lange brief op sociale media hekelt De Moncharline ‘de verbodsideologie’ die zich van samenleving en politiek meester heeft gemaakt.

Carl De Moncharline is al meer dan 35 jaar horeca-ondernemer in Brussel. Gedurende die tijd beschouwde hij het als zijn missie om het Brussels nachtleven uit te bouwen tot internationaal niveau. Hij werkte onder meer voor de Brusselse dancings Mirano en Fuse, beheerde zelf verschillende bars, dancings en evenementen, maar werd tijdens zijn carrière ook meermaals geviseerd door de overheid.

Sluitingen, problemen met vergunningen, ruzie met omwonenden, het staat allemaal op het palmares van De Moncharline. Maar altijd worstelde de flamboyante en mysterieuze Brusselaar zich erdoor. Hoe kan het ook anders? Lui zoals Prince bleven na een concert wel eens in een van zijn bars plakken.

Verbodsideologie

In een lange brief op sociale media zegt De Moncharline nu zijn stad vaarwel. ‘Verschillende politieke beslissingen zijn de voorbije jaren genomen zonder grondige analyse van de gevolgen ervan’, schrijft De Moncharline. ‘Die beslissingen, gekoppeld aan een zekere “verbodsideologie”, hebben schadelijke gevolgen voor de aantrekkelijkheid van de stad.’

‘Algemeen ingevoerde zones 30, wegwerkzaamheden zonder overleg op de ring, autotunnels die vaak tot één rijstrook zijn teruggebracht, onophoudelijke politiecontroles. Daar komen erg hoge parkeerkosten, toenemende vervuiling, diefstallen, schietpartijen gerelateerd aan de drugshandel, en de sluiting van vele winkels bij. Al deze zaken worden dan nog eens verergerd door sensationele verslaggeving. Het maakt de toegang tot de stad niet alleen moeilijk, maar vooral afschrikwekkend.’

Covidverzet

De Moncharline – die zowat het Brusselse verzet vormde tegen de lockdown-cafésluitingen – hekelt ook het post-covidklimaat.

‘We worden verpletterd door hoge energiekostencrisis en verwoestende inflatie. Door de lawine van lasten — denk hoge sociale en werkgeversbijdragen, exorbitante verzekeringskosten, kosten voor overuren en duur afvalbeheer – is onze marge letterlijk verdampt. Niemand heeft nog cash geld bij zich, waardoor het personeel ook geen enkele fooi meer krijgt.’

‘Dit jaar alleen al waren er 548 faillissementen, een record sinds 2018. Op zulke momenten zou er iemand in de cockpit moeten zitten, maar dat is niet zo. Er zit in Brussel niemand aan de knoppen. Wil de horeca overleven, dan moet dringend ons economische en wettelijke kader herdacht worden.’