Nieuwjaarswens van een bekend filosoof
Als hij een wens mag doen bij het nieuwe jaar, dan wenst de filosoof Rüdiger Safranski graag meer filosofie op de beeldbuis. De kijkers moeten intellectueel worden uitgedaagd, vindt hij.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe filosoof Rüdiger Safranski, die op nieuwjaarsdag 70 wordt, schuwt de media niet. Samen met die andere wijsgerige grootheid, Peter Sloterdijk, modereerde hij van 2002 tot 2012 ‘Das philosophische Quartett‘ op het Zweites Deutsches Fernsehen (ZDF), een culturele talkshow waarin beide wijsgeren met nog twee andere gasten van gedachten wisselden over ‘Grundsatzfragen unserer Gesellschaft‘ (fundamentele kwesties van onze maatschappij). Sinds 2012 neemt Safranski deel aan Literaturclub, een gelijkaardig programma op de Zwitserse televisie. In een van de uitzendingen van Literaturclub kwam het tot een rel rond een vermeende uitspraak van de filosoof Martin Heidegger.
Geestesleven
Safranski is van vele markten thuis. In de jaren ’70 van vorige eeuw was hij medeoprichter van de maoïstisch georiënteerde Kommunistische Partei Deutschlands/Aufbauorganisation (KPD/AO). Daarna was hij enkele jaren assistent Germaanse filologie aan de Freie Universität Berlin en docent in het volwassenenonderwijs. Vanaf 1987 ging hij aan de slag als ‘freier Publizist’ en in die hoedanigheid schreef hij enkele monografieën over bekende dichters en denkers zoals Schopenhauer, Nietzsche, Heidegger, Schiller en Goethe. Met die vlot geschreven en in 19 talen vertaalde boeken wist hij ook een groter publiek warm te maken voor het leven en werken van enkele groten uit de Duitse geesteswereld. Van zijn hand verscheen ook een boek over de romantiek die als Eine deutsche Affäre – zo de ondertitel – een stempel op het geestesleven in Duitsland heeft gezet.
Diepgang
In zijn optreden als bruggenbouwer tussen geesteswereld en dagdagelijkse maatschappij komt Safranski nu op de proppen met een warm pleidooi voor meer diepgang op televisie: ‘In Bezug auf Philosophie war das Fernsehen schon mal mutiger. Die Sendungen, die es früher gab, hatten ihre Liebhaber. Und die Einschaltquoten waren auch nicht schlecht.’ (‘Wat filosofie betreft, is de televisie al wel moediger geweest. De uitzendingen die er vroeger waren, kenden hun liefhebbers. En de kijkcijfers waren ook niet slecht.’) Filosofische programma’s zijn verdwenen omdat de televisiezenders angst zouden hebben de kijkers te ‘überfordern’ (teveel te eisen), maar het gevolg is eerder dat dezen volgens Safranski ‘unterfordert’ zijn, dat ze te weinig uitgedaagd worden. Wie niet uitgedaagd wordt, ‘voelt zich niet meer aangesproken en haakt af’.
Uitdagen
De Duitse filosoof legt de vinger op de wonde: mensen mag je gerust intellectueel uitdagen, ze kunnen meer aan dan wat programmamakers of bij uitbreiding naar andere sectoren van de maatschappij pedagogen en beleidmakers allerhande vermoeden. Elk pleidooi voor meer filosofie is welkom, want ze vormt de basis voor bespiegeling en zelfkritiek. Hoe ze naar een groter publiek wordt overgebracht, is een kwestie van modaliteit, maar waarom zou inderdaad de televisie geen geschikt medium zijn? Ik herinner me hoe een haast honderdjarige Hans-Georg Gadamer (1900-2002) op de Duitse televisie op een heel didactische wijze in verschillende afleveringen de geschiedenis van de filosofie uit de doeken deed. Ik hoop dan ook dat de wens van Rüdiger Safranski moge uitkomen.
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.