‘Politiek is de kunst van het mogelijke’, zei Otto von Bismarck ooit. Vandaar dat er zo goed als nooit schoonheidsprijzen mee gewonnen worden. Vaak is het een en al pappen en nathouden, ofte ‘kicking the can down the road’. Het stikstofdossier lijkt een ‘case in point’: men heeft het stikstofblikje net een flinke schop gegeven ‘down the road’. Misschien tot net voor de verkiezingen van 2024, wanneer een cruciaal onderdeel ervan goedgekeurd moet worden. Dan pas zal of zou het…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
‘Politiek is de kunst van het mogelijke’, zei Otto von Bismarck ooit. Vandaar dat er zo goed als nooit schoonheidsprijzen mee gewonnen worden. Vaak is het een en al pappen en nathouden, ofte ‘kicking the can down the road’.
Het stikstofdossier lijkt een ‘case in point’: men heeft het stikstofblikje net een flinke schop gegeven ‘down the road’. Misschien tot net voor de verkiezingen van 2024, wanneer een cruciaal onderdeel ervan goedgekeurd moet worden. Dan pas zal of zou het hart ervan beginnen kloppen. Indien die goedkeuring, de duivel in het detail, er niet komt, zal CD&V normaliter afhaken en maakt het akkoord sowieso geen kans voor de rechter. Als ze er wel komt, blijft de vraag hoe rechters erover gaan oordelen.
Lichtzinnig gelach
De voorstelling van het akkoord werd nochtans vergezeld door veel lichtzinnig gelach vanwege zijn politieke architecten. Ondanks die twee flessenhalzen en het pijnlijke gegeven dat de wurgende en volstrekt onaanvaardbare chaos en onzekerheid voor onze boeren blijft voortduren.
Moderne politici zijn dan ook maar al te vaak meer bezig met zichzelf en het zogenaamde politieke spel dan met goed beleid. De CD&V van actrice Crevits neemt met het akkoord trouwens ook een leuke optie op regeringsdeelname na 2024. Met N-VA, jawel: in 2024 blijft de partij van de Groene Verandering normaliter koning eenoog in een gezelschap van olijke blinden, met ambitieus leeghoofd Demir als minister-president. Zonder akkoord valt CD&V uit de gratie.
Vrouwe Justitie lacht niet
Er is nog een reden waarom het lachen bijzonder lichtzinnig was. Vrouwe Justitia heeft eerder geoordeeld dat de huidige discriminatie tussen industrie en landbouw niet door de beugel kan: die eerste mag immers veel meer ‘vervuilen’ dan de laatste. Die discriminatie wordt nu afgebouwd door in de toekomst een hogere uitstoot van landbouwers toe te laten, op voorwaarde dat ‘experten’ (daar zijn ze weer) die hogere uitstoot mogelijk achten via een milieueffectenrapport (MER). Iets wat, ook volgens De Wever, zéér twijfelachtig is.
Juridische experts menen dat het vergunningenkader echter ook na dat eventueel positief MER ongeoorloofd blijft discrimineren. Met hun victoriegekraai en gelach steken Demir & co dus doodleuk hun middelvinger uit naar de rechters die dat problematisch post-MER-akkoord moeten beoordelen: zij zijn duidelijk van geen tel. En dat, net nadat N-VA voorstelde om vrouwe Justitia een muilband aan te doen… In mooie spreuken verpakte oeroude wijsheden zouden nochtans gekend moeten zijn bij conservatieven, en naar waarde geschat. Zoals daar zijn: ‘Hell Hath no Fury Like A Woman Scorned’ en ‘Those Whom the Gods Wish to Destroy, They First Make Mad.’
Discriminatie blijft
De tekst van het akkoord is nog altijd niet beschikbaar, misschien omdat ‘men’ eerst een bepaalde perceptie wil creëren, en analyses ervan in de media verschillen onderling. Een zaak staat echter vast: voorlopig krijgen boeren die meer dan 0,028 procent van de stikstof uitstoten (stikstof dat een nabijgelegen natura 2000-gebied volgens ‘experten’ kan verdragen) geen vergunning. Bestaande vergunningen worden wel verlengd tot 2025.
De industrie daarentegen blijft een vergunning krijgen, zolang die impactscore niet boven de één procent gaat. Bovendien kunnen ze boven die drempel alsnog rekenen op een vergunning, mits gunstige passende beoordeling over de bijkomende uitstoot. Je zou voor minder opgelucht zijn. Het is alsof men mannen ergens zou beboeten vanaf een snelheidsovertreding van twee kilometer per uur en vrouwen pas vanaf een snelheidsovertreding van bijna tachtig kilometer per uur.
Mits een positief MER wordt deze groteske discriminatie vanaf 2025 afgebouwd. Veehouders met een impactscore van meer dan 0,025 (of 0,028?), maar minder dan één procent kunnen dan, via een positief individueel onderzoek, ook een vergunning krijgen. De grote vraag is: hoe streng en objectief gaat dat onderzoek zijn? Strenger dan bij bedrijven? Tot slot kunnen boeren ook de uitstoot van een andere boer overnemen (‘extern salderen’).
Discriminatie is illegaal
Er worden twee redenen gegeven voor de (blijvende) discriminatie: de landbouw stoot meer stikstof uit dan de industrie en die uitstoot van ammoniak zou schadelijker zijn voor de natuur, dan de uitstoot door de industrie en het verkeer (stikstofoxiden). Geen van beide redenen snijdt echter hout. Vergunningen worden gegeven op basis van de vermoedelijke depositie in specifieke natura 2000-gebieden, volgens mathematische voodoo-modellen.
De effectieve depositie van stikstof van een specifiek landbouwbedrijf in een specifiek natuurgebied is van geen tel, want ze is volstrekt onbekend. Je kunt echter niet discrimineren met de resultaten van de ene rekenmodus (voodoo-depositie) om de vermoedelijke verschillen te compenseren met de vermoedelijke resultaten van de andere rekenmodus (effectieve depositie). Dat zou je enkel kunnen, mochten de resultaten van die tweede rekenmodus zeker en duidelijk zijn, maar dan zou je de eerste, voodoo-rekenmodus natuurlijk helemaal niet nodig hebben.
Zekerheid
Zeker zijn ze echter allerminst! Wel integendeel: recent onderzoek suggereert dat het zeer vluchtige ammoniak nauwelijks neerslaat in de directe omgeving van boerderijen en goeddeels in de hogere luchtlagen verdwijnt (en allicht uiteindelijk terecht komt in de vele natuurgebieden in de wereld die die stikstof zeer goed kunnen gebruiken). In tegenstelling tot wat men ons probeert wijs te maken, is het dus zeer goed mogelijk dat er op zijn minst in sommige gevallen geen noemenswaardig verschil is qua effectieve depositie van stikstof tussen bedrijven en boerderijen, of dat die boerderijen zelfs voor minder depositie zorgen. Dat maakt de discriminatie helemaal ongeoorloofd.
Wat het vermoedelijke schadelijkere effect van ammoniak op de natuur betreft versus het minder schadelijke effect van stikstof uit het verkeer en de industrie: dat is al vervat in de voodoo-modellen. Bijgevolg ‘zal een bron die ammoniakale stikstof uitstoot sneller een hoge impactscore hebben, dan een bron die evenveel stikstof uit NOx uitstoot op exact dezelfde locatie.’ Wees dus maar gerust: de advocaten van boerenorganisaties zijn hun messen al aan het slijpen. Misschien zijn ze meteen ook al op zoek naar een interessant boek om mee te nemen met hun stikstofdossier.
‘De Mens aan de Grens’
Tot slot nog dit: grappig genoeg is, wat de menselijke gezondheid betreft, het omgekeerde het geval als met de natuur. Stikstof, uitgestoten door verkeer en industrie, is inderdaad veel schadelijker (voor sommige mensen) dan ammoniak. In die zin zouden industrie en verkeer strengere normen opgelegd moeten krijgen dan de landbouw.
Maar nogmaals: de wetgeving betreft de voodoo-depositie van stikstof in natura 2000-gebieden, niet de menselijke gezondheid. De mens is in het groene heilsdenken trouwens sowieso ondergeschikt aan de heilige natuur. De boer is haar aartsvijand. Arnout Jaspers heeft gelijk: het hele stikstofgedoe is semireligieus.