Nood aan mediakritiek in Vlaanderen
Frank Thevissen heeft een tweede dik boek met mediastukken. De Vierde Onmacht volgt op Media & Journalistiek in Vlaanderen. Kritisch doorgelicht (met co-werker Johan Sanctorum) van 2009. De samensteller moet worden geprezen voor zijn volhardende scherpte over de kranten, de zenders, de journalisten van Vlaanderen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet eerste boek werd doodgezwegen. Het was pijnlijk wat daar allemaal verscheen over een van de meest pretentieuze beroepsgroepen. Journalisten mogen, soms met amper enige vakkennis, iedereen naar de verdoemenis schrijven, echter zelf in het achterwerk worden geprikt, is heiligschennis. Zo reageerden de kranten, de mediapers, de confraters van Thevissen, de journalisten.
De respons op De Vierde Onmacht is – men kan waarschijnlijk moeilijk anders – breder en constructiever. Wel heeft het blad van de Vlaamse journalistenvereniging het bijvoorbeeld moeilijk met de ware woorden van Wim Van Rooy over hoe marxisten eindelijk toch de toon konden zetten in de media. Gedeeltelijk is het bekentenisliteratuur want Van Rooy kent als progressief heel veel linkse rakkers. We moeten er niet het stemgedrag van de Vlaamse mediamensen bijhalen om te weten dat minstens centrumlinks de meerderheid bekoort met de voorspelbare gevolgen. Wie gelooft in journalistieke objectiviteit is niet wel wijs, je mag al blij zijn als eerlijkheid wordt betracht in de argumenten – ik schrijf dit met veertig jaar ervaring.
Frank Thevissen kan zijn interessante analyses laten uitmonden op een blijver. Waarom zou hij met zijn ervaring, contacten en moed om die woorden te (laten) schrijven die moeten, niet een tijdschriftenuitgever verleiden om een blad over journalistiek te starten? Dan is er continuïteit in het opvolgen van wat er gebeurt in het medialand in Vlaanderen en daarbuiten. Is het een droom om te geloven dat een soort Columbia Journalism Review (VS) hier zou lukken? Er is toch een vraag, of leef ik in een waanwereld, bij journalisten, uitgevers, voorlichters, politici, studenten journalistiek en publieke opinie naar analyses zonder mascara over de vierde (on)macht. Wie schetst het verschil tussen het Wetstraatwerk van De Standaard en De Morgen? Wie vergelijkt de satire van Koen Meulenaere met de spot van een blad met 65 jaar traditie, ’t Pallieterke? Wie vergelijkt de houding van de Vlaamse media met die van de Nederlandse en de Deense pers over het rechts-populisme? Wie ondervraagt Peter Vandermeersch, vandaag opperjournalist van NRC Handelsblad, over de entree als columnist onder zijn bewind van Martin Bosma, de ideoloog van Geert Wilders’ PVV, en de volharding om spottend, hovaardig te schrijven over Vlaams Belang (en nu soms over N-VA en zijn politieke oogmerken) in de krant die hij jarenlang leidde? Laat de context in Nederland toe dat er geen maatschappelijke stampei is over een extremist die zich uit, terwijl De Standaard liever politiek correct is, dan zijn plicht te doen en alle partijen met een groot pak kiezers aan het woord te laten? Haas is mijn naam in Vlaanderen. Het mes moet mijn oud-vakbroeders meer en sterker op de keel.
Thevissen, stap naar uitgevers en ontvouw een publicatieplan! Ik wil weten hoe hoog de kwaliteit is van de Vlaamse verslaggeving over religie, ik wil het niveau kennen van de satire op de buis, in de kolommen van Humo en ‘t Pallieterke. Waar is het stuk om dat laatste blad te vergelijken met Le Canard Enchaîné (Frankrijk) en Private Eye (VK)? Waarom hoor ik te veel zeggen dat als je op maandag The Financial Times leest, je weet wat er op dinsdag in De Tijd zal staan? Wanneer brengt een Vlaamse Columbia Journalism Review het antwoord? En krijgen we als aperitief een schrander stuk over Goedele en de tirannie van de intimiteit?
Vlaanderen is anno 2011 de journalistieke ruimte waar Elisabeth Noelle-Neumann, als de brave Duitse nog zou leven (zij stierf op haar 84 in 2010), feiten en ontwikkelingen zou vinden voor haar fameuze boek The Spiral of Silence: Public Opinion – Our Social Skin (1984). In 1947 stichtte zij, met haar eerste man, Erich Peter Neumann, het Institut für Demoskopie Allensbach, een kloeke naam in het Europese opinieonderzoek. De experte in meninganalyse ontsluiert in haar bekendste werk hoe de perceptie bij een individu, bijvoorbeeld een persman, van de publieke opinie zijn/haar handelen en meningen ten diepste kan beïnvloeden. Wat hij mijdt als de pest is sociaal isolement. Noelle-Neumann stelde de groepsdwang en de kuddejournalistiek verantwoordelijk voor de kloof tussen de media en het volk.
Meer lezen
Frank Thevissen (red.) De vierde onmacht. Journalisten, politici en critici over media en journalistiek. 479 blz., € 25,00, isbn 9789461310231
Categorieën |
---|
Tags |
---|
De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.
Actief in vastgoed? Dan hebben we goed nieuws. Doorbaak maakt een vastgoedbijlage bij het Doorbraak Magazine.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.