Noord-Ierland heeft opnieuw een regering
Houtpellets, macht, brexit en taal
Arlene Foster van de unionistische DUP
foto © Reporters
Na drie jaren van stilstand hebben de Noord-Ieren terug een regering. Waarom duurde dat zo lang?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘U bent een Ierse republikein en ik ben een unionist met een sterke Britse identiteit maar ondanks onze verschillen dienen we gemeenschappelijke grond te vinden.’ Arlene Foster (DUP), de nieuwe Noord-Ierse First Minister, had het voorbije zaterdag tegen de voorzitter van de Noord-Ierse assemblée, een lid van Sinn Féin. Want, na drie jaren van stilstand is er terug een Noord-Ierse regering.
Het ‘Cash for Ash’-schandaal
In januari 2017 had de Iers republikeinse partij Sinn Féin schoon genoeg van Arlene Foster en haar DUP. Sinn Féin trok zich terug uit de regering en zwoer nooit meer deel uit te maken van een regering geleid door de DUP. Een schandaal rond houtpellets was toen de druppel die de emmer deed overlopen. De Noord-Ierse regering betaalde aan gebruikers van de brandstof een subsidie die hoger lag dan de aankoop ervan. Stoken met houtpellets leverde de Noord-Ierse man en vrouw in de straat gewoon geld op.
Er kwam aan het licht dat dit plan een half miljard pond kostte aan de Noord-Ierse regering en die zit al zo krap bij kas. Het ‘Renewable Heat for Cash’-schandaal, beter bekend als het ‘Cash for Ash scandal’ bracht Arlene Foster in het oog van de storm. Zij was destijds – in 2012 – de bevoegde minister die het hele subsidieplan opstartte. Vijf jaar later was ze opgeklommen tot regeringsleider. Sinn Féin eiste haar ontslag. Foster, bekend omwille van haar stijfkoppigheid, weigerde dit. Daarop besloot op 9 januari 2017 de toenmalige Deputy First Minister Martin McGuinness van Sinn Féinn om op te stappen. Zijn partij wilde hem niet vervangen, waardoor het hele bestuur van Noord-Ierland geblokkeerd geraakte.
Systeem vol precaire evenwichten
Noord-Ierland wordt niet geleid volgens een normaal patroon. Door het enorm tumultueuze verleden van het stukje Ierland in handen van de Britten is het bestuur ervan anders geregeld. Sinds het Goedevrijdagakkoord van 1998 wordt de uitvoerende macht gedeeld door de traditioneel katholieke en protestantse bevolkingsgroepen. De functies van First Minister en Deputy First Minister worden over de twee facties verdeeld en de functies zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. De grootste groep krijgt automatische het ambt van minister-president. De post gaat steevast naar de grootste partij van de protestantse unionistische fractie.
De verkiezingen na het pelletschandaal bezorgden een electorale klap aan de unionisten, waardoor de republikeinse katholieken bijna even groot werden in Stormont, het parlement in Belfast. De twee groepen maakten vervolgens als vanouds ruzie over alles – het homohuwelijk,abortus, taalwetgeving, de gezondheidszorg, etc — en ze slaagden er niet in om een nieuwe regering te vormen. Door de politieke stilstand kwam het de ambtenarij toe om de ministeries draaiende te houden. Zowel Londen als Dublin voerden de druk op de politici in Belfast op om tot een akkoord te komen.
Maar er was zoiets als de brexit dat alle leden van de discussie benevelde. De macht die de DUP had op het minderheidskabinet van Theresa May zorgde ervoor dat de partij genoot van de rol die het in Westminster speelde. Sinn Féin liep er hen ook niet in de weg, omdat de republikeinen uit principe hun zetels in Londen nooit innemen. De protestantse unionisten waren dus niet geneigd om in Belfast toegeeflijk te zijn.
De boze kiezer
De verkiezingsoverwinning van Boris Johnson in december 2019 veranderde de verhoudingen in het Britse Lagerhuis. De DUP was zijn politieke invloed op het nationale bestuur kwijt. De radicale protestanten focusten zich terug op Stormont. De enige manier om macht uit te oefenen was nu via de Noord-Ierse ministeries. De twee grote Noord-Ierse partijen, Sinn Féin en de DUP, verloren in die decemberverkiezingen ook flink wat stemmen.
De kiezers rekenden hen de driejarige stilstand aan en trokken met hun stem naar de kleinere, gematigder partijen. Er doken stakingen op in zorginstellingen die de stilstand aan de kaak stelden. Het werd heel heet onder de politieke voeten. De onderhandelingen in Stormont kwamen in een stroomversnelling. Voorbije donderdag gaf de DUP eindelijk groen licht voor een akkoord voorgesteld door de Britse en Ierse regeringen. De andere partijen volgden vrij snel.
Eengemaakt Ierland?
Het akkoord bevat een compromis rond de behandeling van de Ierse taal in Noord-Ierland. Het komt op gelijke voet te staan met het Engels, zoals bijvoorbeeld in Wales al het geval is. Dat was een belangrijke eis voor Sinn Féin. In ruil daarvoor eisten de unionisten een wettelijke bescherming van het culturele erfgoed van de Ulster Scots, de afstammelingen de unionistische Schotse presbyterianen die zich vanaf de 17de eeuw in Noord-Ierland vestigden. Om de twee eisen in te willigen, worden er cultuurcommissarissen aangeduid.
Ook de ziekenzorg is een belangrijke bezorgdheid voor de nieuwe regering. De Britse National Health Service scoort het slechtste in Noord-Ierland. De regering in Londen beloofde intussen ongeveer 2 miljard pond extra vrij te maken voor de regio.
En wat met het Ierse referendum? In 2021 bestaat Noord-Ierland in zijn huidige vorm honderd jaar. Tijdens de voorbije jaren van de brexitstorm stond Noord-Ierland centraal in de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. De in Noord-Ierland onpopulaire brexit zou een herenigd Ierland kunnen bewerkstelligen. Londen en ook Dublin zitten niet meteen te wachten op een Iers referendum over dit onderwerp uit angst voor een volledige destabilisering van de regio. Daarenboven zakte het republikeinse kiesaandeel in de decemberverkiezingen terug onder de 40%. De Ierse hereniging lijkt (voorlopig) nog niet voor morgen.
Tags |
---|
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.