Dinsdag 23 mei, VRT, Phara de Aguirre, De Afspraak. Anuna bindt de kat de bel aan en zegt dat we minder moeten consumeren om minder CO2 uit te stoten. ‘We’, dat zijn de welvarende landen. Ontwikkelingslanden moeten verder ontwikkelen zegt ze. Maarten Boudry ziet geen toekomst in een wereld zonder groei. Phara besluit dat de toekomstvisie van beide uitgenodigden nog met haken en ogen aaneenhangt. Eigenlijk zijn er twee narratieven, die je toch apart moet zien. Enerzijds het klimaatverandering-narratief: is…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Dinsdag 23 mei, VRT, Phara de Aguirre, De Afspraak. Anuna bindt de kat de bel aan en zegt dat we minder moeten consumeren om minder CO2 uit te stoten. ‘We’, dat zijn de welvarende landen. Ontwikkelingslanden moeten verder ontwikkelen zegt ze. Maarten Boudry ziet geen toekomst in een wereld zonder groei. Phara besluit dat de toekomstvisie van beide uitgenodigden nog met haken en ogen aaneenhangt.
Eigenlijk zijn er twee narratieven, die je toch apart moet zien. Enerzijds het klimaatverandering-narratief: is het ja of neen veroorzaakt door stijgende CO2-concentraties? Anderzijds het meer acute evenwicht natuur/mens: hoever is het verstoord, en wat zijn onze opties?
Het klimaatverandering-narratief dat met de vinger wijst naar CO2 wordt genuanceerd door de wetenschap. Net zoals vele van zijn fysicacollega’s vat de invloedrijke fysicus dr. Richard Lindzen de situatie als volgt samen: ja, CO2 heeft een invloed op de temperatuur van een planeet. Maar of we nu in onze situatie een tiende graad Celsius per decennium gaan opwarmen, of één graad Celsius, of meer, kan geen enkele wetenschapper voorspellen, berekenen, of aantonen. Er zijn onvoldoende empirische gegevens (experimenten, metingen in proefopstellingen…) bekend, en die vormen de ruggengraat van de wetenschappelijke doctrine. Lindzen schat het opwarmingseffect eerder heel laag in. Dat wringt met het IPCC, en met zijn American Physical Society, waar hij belangrijke posities innam. Hopelijk krijgt hij gelijk, want CO2-concentraties blijven deze eeuw nog stijgen.
Dr. Lindzen gaat verder. Hij beweert dat het narratief dat onze aardtemperatuur door ons wordt veroorzaakt voor een groot deel is opgebouwd via een gepolitiseerd machtsspel, gemotiveerd door winstbejag, en gestuurd door de media. Wellicht een restant van zijn IPCC-ervaring… De producten die geacht worden een oplossing te zijn om aardopwarming tegen te gaan, zoals zonnepanelen, windmolens en batterijen, zijn ontegensprekelijk een heel winstgevende nieuwe industrietak. Het is dus logisch dat de media ons aanmoedigen om die oude karretjes met verbrandingsmotoren te vervangen door blitse EV’s. Of om kerncentrales, waarin privé-investeerders weinig kunnen participeren, te vervangen door windmolens en zonnepanelen. Gelukkig zijn al die duurzame alternatieven voor olie wel degelijk nuttig in welbepaalde beperkte situaties, maar of ze enig effect gaan hebben op de CO2-concentraties rond de aardbol is weinig waarschijnlijk. Daarvoor worden er te gretig nieuwe ‘petroleumbommen’ aangeboord.
Kranten
De bewering van dr. Lindzen, dat het onze media zijn die het narratief van het CO2-effect versterken, is heel aannemelijk. Zijn winstbejag-motivatie is eenvoudig: de elite, die het meest profiteert van die winst, controleert de media en de politici. Kranten moeten leven van bedrijfsreclame, en wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Politici en academici worden beloond met topjobs, goede media-aandacht, of eenvoudigweg via het geven van betaalde voordrachten. Ook zij ontsnappen niet aan die elite-sturing. Bijgevolg controleer je burgers via de media, en jongeren via het onderwijs. Alle partijen laten zich maar al te graag sturen, want het levert hen vlot kiezers, euro’ s en topjobs op. Minstens van de groene partijen zou je kunnen verwachten dat ze de sturing doorbreken, en hun doel nastreven: het evenwicht tussen mens en natuur opschuiven richting natuur. Daar slagen ze helemaal niet in. Het zijn actieve natuurgroeperingen die knap opknapwerk verrichten.
Daar waar er nog twijfel is over het effect van CO2, is het duidelijk dat de natuur meer en meer moet inleveren, op het eerste zicht ten voordele van de mens, maar uiteindelijk ten nadele van de mens. Gezond leven betekent meer natuurbehoud, en dus minder bouwgrond en landbouwgrond toevoegen. Niemand vraagt zich af hoe dat moet in een overbevolkte regio zoals Vlaanderen en België, die sinds 2000 weer aan een steile groeicurve van de bevolking bezig is zoals je kan vinden in ‘our world in data’, of bij Statbel. Iedereen kent de reden van deze stijging, die ook door Statbel wordt aangegeven: (ongecontroleerde) immigratie. Hoe kan je een land als België herverkavelen ten voordele van de natuur, als meer mensen meer ruimte gaat opeisen? Dat is dweilen met de kraan open. Etienne Vermeersch heeft het nog zó gezegd. Iedereen zag en hoorde hem graag bezig, maar niemand schonk er aandacht aan.
Japan
Een mogelijk voorbeeld komt van Japan. Dat overbevolkte land heeft een stevig krimpende bevolking. Kamikaze? Nochtans heeft het een even goede goederen- en dienstengroei als België. De thesis van economisten dat je een groeiende bevolking nodig hebt om een groeiende economie te bewerkstelligen is dus verouderd. Hetzelfde verhaal geldt voor China, dat zijn desastreuze overpopulatie afbouwde, en dat nu een veel grotere economische groei heeft dan België. Tegen 2100 zijn ze met 50% minder. Meer plaats voor natuur dus. Verzuurde ‘old school’ economisten zullen zeggen dat ze te veel oudjes hebben en daardoor te weinig goederen en diensten kunnen afleveren. Ze vergeten dat goed opgeleide jongeren en een stevige high tech-economie veel meer waard zijn dan een overvloed slecht opgeleide jongeren in een ontregelde maatschappij.
Duurzaam tewerk gaan betekent eigenlijk niet groeien qua populatie, en in evenwicht blijven met de natuur. Er is geen reden om die populatie te ontzien van goederen en diensten. Tijd dus om uit te dokteren wat de gezonde draagcapaciteit (inwoners/km2) van onze Vlaamse bodem is. Welke populatiedichtheid met andere woorden gezond is om te leven, en een gezonde natuur garandeert. Het is aan de biologen en sociologen om daarop een cijfer te plakken, en na te streven tegen eind deze eeuw of vroeger, in plaats van een irrealistisch ‘net zero CO2’ te proberen bereiken om zakencijfers de hoogte in te jagen. Je moet dan wel dogma’ s en taboes omtrent immigratie en familieplanning wegwerken.
De drie middelen van aanpak zijn: populatie, goederen en diensten per hoofd van de bevolking, en technologie. Alleen twee van de drie middelen bekijken is een pleister op een houten been, erger nog: een bom. Die discussie zal via de gezond denkende Vlaming snel zelf komen, niet via de media of academische en financiële elite.