In zijn landenrapport over de vierde evaluatiecyclus rond politieke corruptie door parlementsleden, rechters en magistraten haalt de Group of States against Corruption (GRECO, een onderdeel van de Raad van Europa) snoeihard uit naar de Belgische staat. Pijnpunten zijn o.a. het lobbyregister, de vermogensaangifte, de mandatenlijst en een gebrek aan sanctiebeleid. Werkgroep Raad van Europa GRECO is een werkgroep binnen de Raad van Europa. De Raad van Europa in Straatsburg staat volkomen los van de Europese Unie en is ook een…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
In zijn landenrapport over de vierde evaluatiecyclus rond politieke corruptie door parlementsleden, rechters en magistraten haalt de Group of States against Corruption (GRECO, een onderdeel van de Raad van Europa) snoeihard uit naar de Belgische staat. Pijnpunten zijn o.a. het lobbyregister, de vermogensaangifte, de mandatenlijst en een gebrek aan sanctiebeleid.
Werkgroep Raad van Europa
GRECO is een werkgroep binnen de Raad van Europa. De Raad van Europa in Straatsburg staat volkomen los van de Europese Unie en is ook een pak ouder. Een vijftigtal Europese landen is lid ervan en de instelling of intergouvernementele organisatie geniet veel respect dankzij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Tal van andere verdragen of protocollen werden à la carte geratificeerd door lidstaten. Naast een parlementaire vergadering (met gedeputeerden uit parlementen van deelnemende landen) bestaan allerhande werkgroepen. Een van de belangrijkste werkgroepen is GRECO dat zich met corruptie bezighoudt. België wordt daar vertegenwoordigd door het ministerie van Justitie. Van de 50 leden van GRECO zijn 48 Europese landen lid, plus de Verenigde Staten en Kazakstan.
België achterop
GRECO publiceert met regelmatige intervallen verslagen over individuele lidstaten. Na Nederland een aantal maanden geleden was het op 12 september de beurt aan België. In dat rapport evalueert GRECO de implementatie van richtlijnen of adviezen van GRECO om het risico op corruptie te verminderen. Het gepubliceerde ‘derde interim’ rapport van de ‘vierde ronde’ werd reeds op 17 juni goedgekeurd tijdens de plenaire zitting.
Die rondes zijn de zogenaamde ‘evaluatiecycli’ rond bepaalde aanbevelingen. Hoewel er al een ‘vijfde evaluatiecyclus’ rond de hoge functies van de uitvoerende macht en politiediensten bezig is, hinkt België nog steeds achterop bij de ‘vierde evaluatiecyclus’ rond corruptie door parlementsleden, rechters en magistraten.
Weinig resultaten
Het onderwerp van dit verslag is de staat van de preventie van corruptie bij parlementairen, rechters en openbare aanklagers. In 2016 was de conclusie dat België onvoldoende rekening hield met de vijftien aanbevelingen van de ‘vierde ronde’. De rapporteurs bij GRECO voor België waren twee hoge ambtenaren uit andere lidstaten, namelijk een Fransman en een Monegask.
GRECO concludeert dat de Belgische staat enige vooruitgang boekte in het implementeren van de aanbevelingen, maar dat de resultaten nog altijd te wensen overlaten. In totaal zijn dusver zes van de vijftien aanbevelingen uit het ‘Fourth Round Evaluation Report’ ingevoerd of op bevredigende manier aangepakt. De overige negen aanbevelingen zijn gedeeltelijk toegepast.
Gebrek aan transparantie
Qua de preventie van corruptie van parlementairen oordeelt GRECO dat België geen vooruitgang boekte. Een toepassing om de lijsten met mandaten openbaar te maken werd gelanceerd bij het Rekenhof. Dat register kan rekenen op extra personeel en in principe moet het Openbaar Ministerie sancties kunnen treffen na interactie met het Rekenhof. België organiseerde opleidingen voor nieuwe parlementairen betreft integriteit. De regels in verband met ‘buitenlandse schenkingen’ is wettelijk verankerd in de wet op de partijfinanciering.
Toch vindt GRECO dat de regels betreft giften voor verbetering vatbaar zijn en dat de transparantie in de contacten tussen parlementsleden en derden (vooral lobbyisten) beter moet. GRECO stelt dat sancties voor gebrek aan transparantie of het overtreden van ethische regels ontbreken. GRECO meldt dat de Belgische Staat beloofde het nodige te doen voor de publicatie van het vermogensregister van de parlementsleden (de vermogensaangiften) en het systeem van de aangiften van mandaten. Als excuus voor de vertraging beriep de regering zich op de coronacrisis.
Diplomatisch geformuleerd
Qua rechters boekte België volgens GRECO wel ‘enige’ vooruitgang. De Hoge Raad voor Justitie (HRJ) voerde ethische codes in. Qua opleiding en rekrutering deed de HRJ inspanningen. De HRJ kreeg ook bevoegdheid voor audit en de onderzoeksdaden. Het aanleggen en bijhouden van dossiers in verband met disciplinaire zaken omtrent rechters en magistraten vergt volgens GRECO nog veel werk. Dat laatste is een zeer diplomatisch geformuleerde keiharde kritiek.
De conclusie dat GRECO niet meer spreekt van een ‘algemeen onvoldoende’ implementatie van de aanbevelingen moet niet al te triomfalistisch opgevat worden. De Belgische staat kreeg tot 30 juni 2023 om de nog steeds niet geïmplementeerde aanbevelingen te implementeren.
Lobbyistenregister
Een van de grootste problemen is dus nog steeds het lobbyistenregister van de Kamer. Een wet betreft dit register en de transparantie ligt nog steeds bij de Kamercommissie Grondwet en Institutionele Vernieuwing onder voorzitterschap van de Özlem Özen (PS). Een lobbyregister dat ook de overtreders in een aparte lijst publiek maakt bestaat nog steeds niet. De Raad van State gaf op 14 februari 2022 een advies aan de Kamercommissie.
Qua vermogensregister zou een interparlementaire werkgroep bezig zijn en de Conferentie van de voorzitters van de Parlementaire Assemblees overlegt hoe de Kamer tot een wet kan komen. GRECO is allesbehalve onder de indruk en ergert zich aan de lange baan waarop dit geschoven blijkt.
België geen modellidstaat
De vierde evaluatiecyclus is volgens GRECO in België grotendeels dus nog steeds dode letter. Ook bij de vijfde evaluatiecyclus rond het voorkomen van corruptie en het bevorderen van de integriteit binnen de centrale regeringen (hoge functies van de uitvoerende macht) en de politiediensten is België niet bepaald een modellidstaat.
Zo’n verslag van GRECO wijst op de pijnpunten, maar probeert dit diplomatisch te verwoorden. België moet ook dat verslag in de officiële landstalen vertalen en op de website van de Kamer publiceren. De kritiek dat het lobbyregister, de vermogensaangifte en de mandatenlijst nog steeds niet fatsoenlijk geïmplementeerd zijn en ook niet leiden tot een sanctiebeleid bij overtredingen ligt natuurlijk zeer gevoelig.