
foto: ©Belga
Toen 25 augustus 1967 de hele Beatlesbende per trein naar Bangor in Wales trok om een seminarie bij te wonen van de Maharishi Mahesh Yogi, was John zo weinig attent voor Cynthia dat zij met de koffers achter hem aan diende te sleuren. (Hij was het zo gewoon dat anderen zijn spullen droegen, dat hij daar niet eens bij stilstond). Daardoor kwam zij vast te zitten in het gedrum en vertrok de trein zonder haar. Zij stond wenend op het…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Toen 25 augustus 1967 de hele Beatlesbende per trein naar Bangor in Wales trok om een seminarie bij te wonen van de Maharishi Mahesh Yogi, was John zo weinig attent voor Cynthia dat zij met de koffers achter hem aan diende te sleuren. (Hij was het zo gewoon dat anderen zijn spullen droegen, dat hij daar niet eens bij stilstond). Daardoor kwam zij vast te zitten in het gedrum en vertrok de trein zonder haar. Zij stond wenend op het perron. Epsteins assistent uit Liverpool, Peter Brown, troostte haar, sloeg zijn armen om haar, en zorgde ervoor dat Neil Aspinall haar naar Bangor bracht per auto. Toen zij daar arriveerde gaf John haar een standje omdat ze altijd zo traag was, zo vertelt zij in John.
Elke dag snel naar het postkantoor
Een tijdje later gaf Cilla Black, een zangeres uit Liverpool uit de ‘stal’ van Brian Epstein, een feestje. Op een bepaald ogenblik kwam een andere belangrijke vedette, Georgie Fame, de gastvrouw zeggen dat Cynthia zich afgezonderd had in haar kleerkast. Cilla zocht haar op en vroeg waarom. ‘Ik wil uitvinden hoe lang het duren zal vooraleer John mij zal komen zoeken’, zegde zij. Waarop Cilla: ‘Zie het onder ogen, meisje, hij zal je niet zoeken’ (Philip Norman, John Lennon, p. 519).
En dan was er een verkleedpartij waar John schaamteloos stond te flirten met de wondermooie vrouw van George Harrison, Pattie Boyd (die zich halfnaakt uitgedost had als buikdanseres). Het werd het negentienjarige zangeresje Lulu (later de echtgenote van Barry Gibb van de Beegees), te veel, zij las hem publiek de levieten voor de manier waarop hij zijn vrouw behandelde (Cynthia, op. cit, 242-243). Cynthia zelf kon dat nog relativeren, al de anderen zagen de tekens aan de wand. Daarop ging zij, 16 februari 1968, met hem mee naar de ashram van de Maharishi aan de voet van de Himalaja.
Een hanige Lennon en een hanige goeroe
Zij vond de rust er heerlijk, maar merkte dat John steeds afstandelijker tegen haar deed, zeker toen hij na twee weken een eigen kamer wilde om zichzelf meer ruimte te geven. Hij legde uit dat hij alleen wilde zijn om zijn gedachten op een rijtje te krijgen. Wat zij niet wist was dat hij elke ochtend naar het postkantoor rende om te kijken of er een brief was van Yoko Ono.
Na acht weken had hij er genoeg van. John was uit verveling naar India gegaan, uit verveling wilde hij naar huis. Ringo was al na tien dagen vertrokken omdat zijn maag het gekruide voedsel niet verdroeg en ook Paul en Jane hadden het na een maand voor bekeken gehouden. Alleen George en zijn vrouw namen de spiritualiteit ernstig. Een intrigant in Johns entourage, Magic Alex Mardas, beschuldigde de goeroe dan van hanig gedrag met een Amerikaans meisje. Mia Farrow versterkte die beschuldiging omdat – zo gaf ze later toe – de man haar te stevig had geknuffeld (Mia Farrow, What Falls Away, 1997, p. 141). Het lijkt erop dat Farrow snel spoken zag.
John zou zijn breuk met de Maharishi later uitleggen vanuit de vaststelling dat die te sterk uit was op beroemdheden die hem financiële contracten konden opleveren. Dat wist hij echter voor hij vertrok, Paul en George waren naar Malmö gevlogen om de goeroe hiermee te confronteren. Hij had slechts gegiecheld, aldus Peter Brown in The love you make). De werkelijke reden voor Johns vertrek waren de briefkaarten die hij ontving.
Ga jij je maar eens goed ontspannen
Terug thuis zegde hij plots: ‘Weet je, Cyn, er zijn andere vrouwen geweest’. Volgens Brown was hij met die bekentenis al begonnen in het vliegtuig, op zeer kwetsende wijze, hij had (dronken) bijna een catalogus gepresenteerd van al haar zogezegde vriendinnen waar hij iets mee gehad had. Zij was overdonderd maar ook ontroerd door zijn oprechtheid, zegde ze; en reageerde: ‘Dat is niet erg’. Hij sloeg zijn armen om haar heen, gaf haar een zoen en verzekerde: ‘Jij bent de enige van wie ik ooit gehouden heb.’ Wat zij toen nog altijd niet wist, was dat die rare Japanse, over wie hij aanvankelijk gezegd had dat ze niet goed wijs was, door zijn hoofd speelde.
In mei moest hij met Paul naar New York om Apple te lanceren. Cynthia wilde graag mee. Hij moedigde haar aan om met Jennie Boyd en Magic Alex twee weken vakantie te nemen in Griekenland. Bij haar terugkeer dumpte hij haar op de meest wrede manier die er mogelijk was: hij zorgde ervoor dat hij met Yoko betrapt werd in hun woning in een staat waarin zij in elkaar versmolten leken. Niet alleen Cynthia vond dat verschrikkelijk, ook voor Paul was dat het geval. Hij werd nochtans amper enkele weken later zelf gedumpt door Jane Asher met wie hij zich op kerstdag 1967 officieel verloofd had, en die ook mee geweest was naar India.
Paul in de buurt van professor Higgins
Inderdaad, vijf jaar eerder, op 18 april 1963, was Paul geïnterviewd voor Radio Times door de zeventienjarige Jane Asher, die jurylid was in Juke Box Jury, een zaterdagavondprogramma op BBC-TV waarin ‘coryfeeën’ nieuwe platen beoordeelden. Zij was op zesjarige leeftijd in een tv-film beland en daarna regelmatig verschenen in kinderprogramma’s. Als negenjarige trad zij samen met haar broer Peter op in de jeugdserie Robin Hood. Toen zij twaalf was had zij de hoofdrol gespeeld in Alice in Wonderland en daarna die van Wendy in Peter Pan. Half Engeland was verliefd op het leuke roodharige meisje dat snel uitgroeide tot een zelfbewuste jonge vrouw. Toen de ‘mooie Beatle’ dit andere wonderkind ontmoette, sprongen de vonken over.
Paul werd in het Asher-gezin uitgenodigd, in Wimpole Street, een chique buurt (George Bernard Shaw laat er professor Henry Higgins wonen in Pygmalion/ My Fair Lady). Jane’s vader Richard was een endocrinoloog, internationaal gerespecteerd voor zijn ontdekking van het psychiatrische Syndroom van Münchhausen (The Lancet, 1951). En voor het kritische The Seven Sins of Medicine (The Lancet, 1949). Haar moeder Margaret was docente aan de school voor Music & Drama. Het gezin bleek een zolderkamer vrij te hebben, en Paul mocht die gebruiken als hij in Londen was. De jongeman die op het punt stond de wereld te veroveren, zat drie jaar lang letterlijk ‘op kot’ bij wie zijn schoonouders moesten worden. In de kamer naast hem hokte Jane’s broer Peter.
Papa Jim en de geleerde dokter Asher
Paul, van arbeidersafkomst, genoot van de intellectuele sfeer in de woning, leerde er houden van klassieke muziek en schone kunsten, en raakte goed bevriend met Peter & Gordon (Willer) die hij de wondermooie song A World without Love gaf. John vond die te melig voor de Beatles, hij werd wel nummer één. Paul en Jane, de meest begeerde vrijgezel en het ‘leukste meisje van de klas’, vormden vijf jaar lang het droomstel van het land. Ook de families schoten goed met elkaar op. De lower class papa Jim McCartney werd er uitgenodigd voor Kerstmis en hij en dokter Asher werden maatjes die zich samen overgaven aan hun passie, kruiswoordraadsels, zo vertelt Philip Norman in zijn McCartney-biografie.
In juli 1968 lag de idylle aan diggelen. In plaats van Romeo & Julia kregen de Britten John & Yoko. Jane had in de BBC-talkshow Simon Dee Time op 20 juli, die live werd uitgezonden, nogal abrupt verklaard dat hun relatie na vijf jaar voorbij was, toen haar gevraagd werd waarom zij hem niet vergezeld had op de première van de tekenfilm Yellow Submarine. Jane had tot dan altijd trouw haar ‘protocollaire’ plichten als ‘Beatlevrouw’ vervuld.
Zelfs op de deur geklopt
De andere McCartney-biograaf, Christopher Sandford, zegt dat de aanleiding was dat Jane hem in bed had betrapt met Francie Schwartz, een Amerikaanse scenariste die hij als pr-medewerker had binnengehaald bij Apple. En dat Paul pas enkele dagen later Jane’s verdict hoorde op tv. Norman zegt dat zij los daarvan al met elkaar gebroken hadden en dat Jane zijn woning was binnengelopen om na te gaan of het waar was dat een rivale al bij hem ingetrokken was. Dat stemt overeen met Francie’s versie in een boek uit 1972, Body Count.
Norman doet voor die periode vrij gedetailleerd Pauls liefdesleven uit de doeken: hij had soms bijna openlijk relaties met Schwartz; met de actrice Maggie McGivern; met het fotomodel Winona Williams (die het liefje was geweest van Jimi Hendrix en later zou worden van David Bowie); en met de fotografe Linda Eastman. Allemaal achter de rug van Jane.
Wat Jane verschrikkelijk vond, was dat Pauls woning in haar afwezigheid regelmatig bevolkt werd door passerende hippies die er stoned rondliepen, zij was fel tegen drugs. De Beatles hadden nog steeds een ‘braaf’ imago, in tegenstelling tot de ruige Rolling Stones of Animals of Who, voor wie zij de deur hadden geopend. In hun privéleven waren ze evenwel niet braaf.
Volgende aflevering: Jane stond niet zomaar voor Paul klaar (3)