JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Paul Magnette en CETA: een ongelooflijke knoeiboel!

Jules Gheude27/10/2016Leestijd 4 minuten

Een andere Waalse kijk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na rijp beraad, dat in kwaliteit zeker niet moest onderdoen voor dat van de Waalse leiders, hebben de voltallige lidstaten van de Europese Unie het belang ingezien van CETA.

Voor hen stond het buiten kijf dat dit handels- en economisch akkoord met Canada een buitenkans was om de groei te doen opleven, en zodoende werkgelegenheid te creëren.

De koppigheid van de Waalse gezagsdragers is in tweeërlei opzicht suïcidaal. Vooreerst omdat Wallonië binnen de EU volkomen geïsoleerd staat, en vervolgens omdat dit de spanningen met Vlaanderen zal doen toenemen.

Vlaanderen neemt inderdaad 83 procent van de Belgische export voor zijn rekening. Goed voor 289 miljard euro, heeft het binnen de EU zijn plaats tussen de grootste zes uitvoerders. Die goede score dankt het met name aan een netwerk van dynamische en vernieuwende KMO’s, en met de maatregelen zoals voorzien in het CETA hadden die hun prestaties nog kunnen opdrijven.

De stijfhoofdigheid van Paul Magnette wordt des te minder begrijpelijk omdat hij voor kort nog de slappe Waalse export betreurde (net geen 15 procent van de Belgische export). De verantwoordelijke van AWEX (Agence wallonne à l’Exportation et aux Investissements Étrangers) onderstreepte trouwens nog het commerciële belang dat Wallonië had bij CETA.

Paul Magnette is er ongetwijfeld in geslaagd om de hele wereld over Wallonië te laten praten, maar vooral heeft hij een ongelooflijke knoeiboel gemaakt.

Nu is het waar dat die man ons gewend heeft gemaakt aan op zijn minst zonderlinge uitvallen.

Voor enkele jaren nog, toen in Vlaanderen de nationalistische doorbraak duidelijk werd, liet hij zich ontvallen: En wij die dachten dat het allemaal enkel nog folklore was! Dat wijst op een totaal onbegrip van de geschiedenis van de Vlaamse Beweging, die zich onophoudelijk en stapsgewijs doorzette.

Van zijn kant had François Perin al in 1962 vastgesteld – in «La Belgique au défi» – dat Vlaanderen een staat in de staat was geworden, en had hij de formule van een middelpuntvliedende confederatie ter sprake gebracht.

Precies voor die formule heeft het Vlaams Parlement zich in 1999 uitgesproken. En het is de wens van de N-VA ze vanaf 2019 concreet te kunnen maken. Maar Paul Magnette heeft al laten weten dat hij dat onherroepelijke mechanisme met geen vinger zal aanraken. Voor hem kan er geen sprake van zijn te raken aan de sociale zekerheid, de winkel van de PS.

En het is eenmaal zo dat de PS – zoals de andere francofone partijen – zich altijd heeft voorgedaan als «demandeur de rien», en dan tenslotte toch toegaf. Dat was het geval in 2001 met de Lambermont-, Lombard- en Sint Polycarpusakkoorden.

Als tegenprestatie voor een magere herfinanciering van de Franse Gemeenschap, heeft men zaken toegegeven die men daarvoor niet in aanmerking had willen nemen: forfaitaire oververtegenwoordiging van de Vlaamse minderheid in het Brusselse regionale Parlement; de automatische aanwezigheid van minstens één Vlaamse schepen in de gemeentebesturen; het onder regionaal toezicht plaatsen van de gemeentewet, om zo de francofonen van de periferie in de pas te dwingen.

Voor de PS was er evenmin sprake van om BHV te splitsen zonder uitbreiding van de Brusselse regio. Men weet wat ervan geworden is. En de kinderbijslagen werden eveneens gesplitst…*

In 1958 erkende de bekende Luikse socialistische syndicalist André Renard – die later het Mouvement Populaire Wallon zou stichten – dat voor de Walen Frankrijk de toortsdrager bleef […] cultureel het grote lichtpunt. Maar voor Paul Magnette is het ridicuul aanhechting te zoeken bij een land waarvan de cultuur tegengesteld is aan de onze […] Als we op een dag ergens bij moeten aansluiten, dan zal het eerder Duitsland zijn (21 oktober 2010). Vandaar dat men hem de bijnaam Allemagnette gaf…

In afwachting daarvan, en met alle herstelplannen die men heeft aangenomen, is Magnette er nog altijd niet in geslaagd Wallonië een nieuwe start te laten nemen, om het woord van Philippe Destatte, directeur van het Institut Jules Destrée aan te halen.

Het Gewest kijkt nog altijd tegen een werkloosheidsgraad van bijna 14 procent aan, en het budgettaire evenwicht wordt gedurig op de lange baan geschoven…

Arm, arm Wallonië, dat zoveel meer waard is! Wanneer krijgen we hier een beweging als «Wallonie en marche!», die de Waalse leiders laat inzien dat er andere wegen ingeslagen dienen te worden als we de welvaart willen zien terugkeren?

Nog een laatste opmerking. Paul Magnette heeft al laten verstaan dat hij niet van plan is deel te nemen aan de onderhandelingen die de N-VA wenst aan te gaan rond het confederale project. Wat hem betreft kan er geen sprake van zijn de sociale zekerheid te splitsen, die zoals men weet de winkel van de PS is.

Brengen we terloops nog eens in herinnering dat de idee van confederalisme al sinds het begin van de jaren negentig gelanceerd werd door de christendemocraat Luc Van den Brande, toen Vlaams minister-president, en dat het Vlaamse Parlement zich daar in 1999 achter schaarde.

Elio Di Rupo liet zich erop voorstaan dat hij met de zesde staatshervorming België had gered. Maar de huidige PS-strategie kan niet anders dan Vlaanderen aanmoedigen om de trossen definitief los te gooien. Daartoe volstaat het dat de Vlaams-nationalistische strekking een absolute meerderheid haalt in het Vlaamse Parlement, en unilateraal de Vlaamse onafhankelijkheid uitroept. Daartoe is het akkoord van de Walen niet nodig! Een Wallonië dat op zichzelf zou zijn aangewezen komt dan in een budgettair onhoudbare situatie terecht – professor Jules Gazon roept een Grieks scenario voor de geest – met een gevoelige daling van zijn sociale voorzieningen.

Vertaling Marc Vanfraechem. Franse tekst hier.

 

Foto: (c) Reporters

_____________

* Noot van de vertaler, die de goede Jules Gheude niet kwalijk zal nemen: zijn bewering “…zaken toegegeven die men daarvoor niet in aanmerking had willen nemen” moet in historische zin worden tegengesproken. Ik citeer Rik Van Cauwelaert: “Toen gepoogd werd om de kinderbijslag op nationale schaal te organiseren, publiceerde de Waalse socialist en latere minister Léon-Élie Trocklet […] een studie waarin hij de kinderbijslag op provinciaal niveau aankaartte. Omdat, zo werd gesteld, het uitstervende Wallonië weigerde om nog te betalen voor de grote gezinnen in Vlaanderen. Dat standpunt werd in 1938 openlijk beleden door het congres van de Waalse socialisten.”

(in: Ils nous ont pris la Flandre, 2012 Pelckmans, p.11-12)

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties