JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Met polarisatie rond de islam komen we geen stap verder

Erik Bruyland30/6/2019Leestijd 4 minuten
Joko Widodo, president van Indonesië.

Joko Widodo, president van Indonesië.

foto © Reporters / Photoshot

Erik Bruyland reageert op ‘een fundamentalistische lectuur’ van zijn brief aan Hilde Sabbe door Sam Van Rooy.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In een reactie op mijn open brief aan sp.a-politica Hilde Sabbe legt Sam Van Rooy mij een aantal denkfouten ten laste over de islam. Dat is al een vriendelijkere betichting dan wat sommige Doorbraak-lezers mij in hun bedenkingen over diezelfde gedachtewisseling met Hilde Sabbe naar het hoofd slingerden: naïviteit, een struisvogel te zijn die z’n kop in het zand steekt, domheid (niet beseffend dat de islam onverzoenbaar is met democratie, moderniteit en mensenrechten) en zelfs de intentie auteurs zoals Zineb El  Rhazoui, Ayaan Hirsi Ali en anderen ‘bewust’ achterwege te hebben gelaten.

Niettemin, hoe meer debat, hoe beter. Als het maar hoffelijk blijft.

Zwart-wit denken

Daarom, mijnheer Van Rooy, sta me toe u van antwoord te dienen en ik hoop dat u mij dit weerwoord niet kwalijk zult nemen. Let wel, dit laatste — die ‘hoop’ dus —, is zowat eenzelfde beleefdheidsformulering als in mijn aanhef tot Hilde Sabbe. Want, wees gerust, met het etiket ‘islamofobie’ heb ik al lang leren leven.

Zwart-wit denken is nu eenmaal de gemakkelijkste vluchtweg bij gebrek aan argumenten; dan ben je voor de enen een  ‘islamofoob’ en voor de anderen ‘een naïeve islamofiel’. Mensen die de voorbije decennia nooit één letter hebben gelezen van mijn kritische stukken in andere publicaties over de islam en de ‘multiculturele samenleving’, generen zich niet om mij in een of ander hokje te duwen.

Katholieke mis

Maar ter zake: inderdaad, Indonesië islamiseert, zoals ik schreef in Doorbraak van 8 februari jl. vóór de jongste presidentsverkiezingen en op 24 april erna. De intolerantie is er dus toegenomen. Hier moeten evenwel een aantal kanttekeningen bij geplaatst worden: ten eerste kan niemand ontkennen dat, zeker in de jaren tachtig, er in dat land een heel open vorm van verdraagzame islam bestond. Elke zondag werd op de staatstelevisie een katholieke mis uitgezonden.

In een land waarvan 87 procent moslim is (ik zie de VRT hier niet het vrijdaggebed uitzenden — en vóórdat mij verkeerde intenties worden toegeschreven: ik pleit er ook niet voor). U hebt gelijk te stellen dat naarmate de dictatuur van Soeharto op haar einde liep, zijn Golkar-partij, de islamisten is beginnen opvrijen.

Zwarte zondag

Maar de fundamentalistische doorbraak is er pas gekomen — en dat is mijn tweede punt — na de invoering van de democratie, toen logischerwijs (in een moslimland) ook islam-partijen in de politieke arena stapten. En zo begon het opbod om (excuseer de verkeerde woordspeling — dit excuus is alweer een beleefdheidsformule) ‘katholieker te zijn dan de paus’: een fenomeen dat zich effectief overal ter wereld voordoet waar een ‘substantieel percentage van de bevolking moslim is’. Toen ik na Zwarte Zondag 1991 de kersverse Commissaris voor de Migranten en haar kabinetschef Johan Leman hierop wees en gewaagde van ‘amateurisme’ in de manier waarop ze haar beleid vorm gaf, pleegde Paula D’Hondt woedende telefoons naar mijn hoofdredactie.

De islamiseringsgolf is er in Indonesië echter pas echt gekomen na  de financiële crisis van 1997, toen Wall Streetspeculanten de munt de grond inboorden _ en jazeker, de corruptie en crony-(maatjes-)kapitalisme speelden ook mee. Als gevolg daarvan deelden de fundamentalisten de soupe populaire  uit en schoten nieuwe moskeeën als paddenstoelen uit de grond.

Verkankering van de islam

Atjeh is een geval apart. Die provincie is al eeuwenlang fundamentalistisch, maar de verspreiding van het salafisme tot in Java is een vrij recent fenomeen. Wat u, mijnheer Van Rooy, echter niet wil zien, is dat de typisch eigen Indonesische variant — ‘Islam Nusantara’ met zijn miljoenen aanhangers — een dagelijkse strijd levert tegen die oprukkende verkankering van de islam.

Waar u op focust, is natuurlijk wat uzelf bestempelt als de ‘ware islam’ met zijn intolerantie en drang tot bekering (of uitroeiing) van de ongelovigen. Zonder deze politiek-ideologische drijfveer te onderschatten, ben ik nochtans van mening dat het voortdurend gelijkstellen van de islam als godsdienst met een structureel ingebouwd islamo-nazisme  — wat u omschrijft als ‘de kernopdracht van de islam’ —  gevaarlijk én contraproductief is. Zowel in Indonesië als hier in Europa, of waar dan ook. Islam gelijkstellen met ‘jihad-terreur’ is vergelijkbaar met ‘Vlaams nationalisme = nazisme’.

Verdere polarisatie

Omdat door dergelijk simplificeren moslims met een open geest zich gekwetst voelen. Die gevoelens van de overgrote meerderheid van de moslims onderschatten en negeren, werkt een verdere polarisatie alleen maar in de hand. Overigens, is het niet moeilijk om mensonwaardige uitwassen en ontsporingen in elk van de monotheïstische godsdiensten uit te vergroten.

Ik verkies met de filosoof Abdennour Bidar de interpretatie als zou de Profeet de gelovigen aangespoord hebben om in hun spirituele zoektocht te evolueren van islam  (onderwerping) naar iman  (geloof) en van iman  naar ishan  (uitmuntendheid), wat betekent dat iedere gelovige in zichzelf op zoek gaat naar de ontdekking van zijn eigen spirituele behoeften.

Dit gezegd zijnde, herhaal ik voor wie mij bepaalde intenties in de schoenen zou willen schuiven, dat ik het al veel langer dan vandaag volmondig eens ben met Cholil Staquf dat het Westen moet ophouden elke discussie over deze kwesties toe te schrijven aan islamofobie. Juist is ook ‘dat de orthodoxe islamitische traditie’ — maar nogmaals, in Indonesië is dat geen ‘traditie’ — ‘over het wereldomvattende kalifaat en de sharia conflicteert met de seculiere natiestaten en de democratische rechtsstaat’.

Democratie en islam

Precies daartegen gaat de herkozen Indonesische president, Yoko Widodo, samen met miljoenen anderen, een dagelijkse strijd aan. Ook daarom is het over één kam scheren van de islam met wat u ‘de ware, dus intolerante islam’ noemt, mijns inziens, verwerpelijk. Indonesië, maar ook Tunesië, knokken hard om te bewijzen dat de natiestaat, rechtsstaat en democratie niet tegenstrijdig zijn met een open islam. Zij verdienen onze waardering en geen categoriek misprijzen vanuit de hoogte.

Ik ga hier niet verder uitweiden over Al-Azhar. Ik stel alleen vast dat tienermeisjes bij Al-Azhar in Jakarta geen hoofddoek dragen, maar dat katholieke scholen in Vlaanderen het toestaan ervan ‘een vorm van respect’ vinden.

Ten slotte, verwijzend naar de door u aangehaalde zinsnede van filosoof en religiecriticus Sam Harris —  ‘Het probleem met het islamitisch fundamentalisme zijn de fundamenten van de islam’ —, wil ik met de Franse filosoof Michel Onfray (Penser l’Islam) zeggen: ‘Wanneer de islam politiek wordt, is de catastrofe niet ver weg’.

Onfray’s uitspraak geldt in eerste instantie voor moslims die van hun godsdienst een politieke zaak willen maken, maar evenzeer voor zij, die zoals u — polariserend — hiermee aan politiek willen doen.

Erik Bruyland is beroepsjournalist en auteur van 'Kobalt blues - de ondermijning van Congo (1960-2020)', Uitgeverij Lannoon. Hij is genoren en getogen in Congo, waar hij van 1978 tot 1984 de familiale onderneming leidde en woont nu deels in Indonesië en België.

Commentaren en reacties