Politieke filters in de Duitse showwereld
Thomas Gottschalk en Monika Gruber onder druk wegens ‘ongezouten’ meningen
Monika Gruber en Thomas Gottschalk.
foto © Belga Image
Twee beroemde Duitse showsterren nemen afscheid van de bühne. Ze vinden dat ze al te zeer onder ideologische druk staan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTwee populaire mediasterren hangen in Duitsland de lier aan de wilgen. De ene betreurt dat hij niet meer durft te zeggen wat hij denkt, de andere omdat ze omwille van haar ongezouten meningen in een aanhoudende ‘shitstorm’ terechtkomt.
Thomas Gottschalk (°1950) modereerde sinds 1987 de immens populaire TV-show ‘Wetten, dass …’ Het programma waarin bizarre weddenschappen worden afgesloten en prominenten naar de uitkomst moeten raden, geldt met gemiddeld twaalf miljoen kijkers en een marktaandeel van 45% als ‘der größte Fernsehshow Europas’. Op zaterdag 25 november nam Gottschalk afscheid met een toch wel heel merkwaardig slotwoord: ‘Op tv heb ik altijd gezegd wat ik ook thuis gezegd had. Intussen praat ik thuis anders dan op tv.’
Een voorbode was er al in september in Bild-Zeitung. Hij had toen gezegd dat er in zijn geval altijd al een groot gevaar bestond om verkeerd begrepen te worden ‘omdat ik dingen zo ongefilterd zeg zoals ze me te binnen schieten’. Ook die bewuste zaterdagavond liet hij die filter weg met zijn kritiek op de Bondsregering: ‘Bergaf gaat het in Zwitserland vanzelf. Wij in Duitsland behoeven de hulp van de politiek opdat het bergaf gaat’. Gottschalk kreeg een daverend applaus van het aanwezige studiopubliek. Echt verwonderlijk was dat niet als je bedenkt dat de populariteit van de verkeerslichtcoalitie van bondskanselier Olaf Scholz (SPD) naar een dieptepunt is gezakt.
‘Gezond mensenverstand’
Wie ook geen goed woord over heeft voor de Ampel-coalitie van sociaaldemocraten, groenen en liberalen, is de geliefde cabaretière Monika Gruber (°1971). Die leeft al sinds de coronacrisis in onmin met het politieke ‘establishment’. Ook zij neemt afscheid van de bühne. Begin januari 2024 geeft ze haar laatste show, niet zonder in een nieuw boek Willkommen im falschen Film (Welkom in de verkeerde film) samen met coauteur Andreas Hock een pleidooi te houden voor ‘het gezonde mensenverstand in hysterische tijden’.
Gruber kwam onder vuur te liggen nadat ze op 10 juni in Erdingen (Beieren) een betoging tegen de ‘Heizungsideologie’ van Robert Habeck, de groene minister van Klimaat en Energie, had georganiseerd. Habeck had kort daarvoor met een plan over ‘Heizung’ (verwarming) uitgepakt om geen nieuwe gas- en mazoutketels meer toe te laten en massaal warmtepompen te installeren. De wet ‘Gebäudeenergiegesetz’ was op veel kritiek gestoten in Duitsland, zelfs bij de liberale regeringspartner, omwille van de torenhoge kosten die de gewone burger staan te wachten. Het werd Gruber kwalijk genomen dat ze de Beierse minister-president Markus Söder (CSU) en de viceminister-president Hubert Aiwanger van de Freie Wähler aan het woord had gelaten. Aiwanger kwam twee maanden later in opspraak omdat hij als scholier een antisemitisch pamflet zou gemaakt hebben, of er op zijn minst in het bezit van geweest was (want misschien was zijn broer de ‘auteur’ van dat pamflet).
Grubers ‘hetze tegen de Groenen’ schiet ook bij velen in de media- en showwereld in het verkeerde keelgat. Zijzelf vindt het onbegrijpelijk dat de Grünen de atoomcentrales uitschakelen zonder alternatieve energiebronnen aan te bieden voor de elektriciteit die ‘wij’ – de Duitsers dus – uit bruinkool winnen en het gas dat ‘wij’ uit Azerbeidzjan importeren. Op het verwijt van een collega-cabaretier dat ze een ‘vijand van de democratie’ zou zijn, reageert ze dan ook ferm: ‘Dan moet je hem maar eens uitleggen wat democratie betekent, namelijk andere meningen dulden’.
‘Donkere tijden’
Gruber neemt geen blad voor de mond. In een interview met Die Welt legt ze de vinger op wat volgens haar de wonde in de huidige maatschappij is: ‘We zijn op een punt beland waarop het normale voor knettergek verklaard wordt en al het knettergekke voor normaal’. Alles wordt in twijfel getrokken, de ‘bürgerliche Existenz’, de familie, het geslacht. Ook de natie. Gruber verdenkt heel wat politici van de ‘Ampel’ en opiniemakers ervan dat ze als ‘erfgenamen van mei 68’ denken: ’Scheißdeutschland’. Een bevriende journalist vertelde haar tijdens een receptie dat hij zich geen Duitser, maar Europeaan voelde.
De weerzin tegenover het eigen land, de eigen cultuur is inderdaad nergens zo verbreid als in Duitsland, vooral in het westelijke deel (de DDR was niet ‘geamerikaniseerd’ en in feite veel meer ‘Duits’ dan de oude Bondsrepubliek).
Zorgen heeft Gruber ook over de openlijke haat tegenover gewone joodse burgers die de laatste weken bij pro-Palestijnse betogingen in Duitse steden aan de oppervlakte kwam. Het herinnert haar allemaal aan ‘dunkle Zeiten’. De manier ook waarop de verantwoordelijken in politiek en samenleving omspringen met de drie grote crises van de laatste jaren – de vluchtelingen-, de corona- en de energiecrisis – ontlokken haar de bedenking dat ze handelen ‘tegen wat de meerderheid van de mensen als juist beschouwt’. Tegenover de rigide koers die de beleidsmakers vaak voeren, raadt ze dan ook aan: ‘Het is de plicht van de politiek om altijd een breed spectrum aan meningen te raadplegen.’
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Met een scherp debat in de Bondsdag trapten de Duitse politici de verkiezingscampagne af
Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.