JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Portret van een vergeten communistenleider

Dirk Rochtus15/4/2013Leestijd 4 minuten

De verjaardag van Ernst Thälmann op 16 april zal onopgemerkt voorbijgaan in Duitsland. Er bestaat geen DDR, geen Oost-Duitse socialistische staat meer die de 127ste verjaardag van de communistenleider zou kunnen herdenken. Dus herinnert Doorbraak aan de man, omdat geschiedenis belangrijk is. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zonder Thälmann als voorzitter van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) in het Duitsland van de jaren ’20 zou de toenmalige Republiek van Weimar (1919-1933) er wel anders hebben uitgezien. En ook de geschiedenis van Europa was dan anders verlopen.

Geducht

We vergeten het wel eens, maar Duitsland is historisch gezien ook ‘het land van socialisten’ (en niet alleen van nazi’s zoals het hardnekkige cliché wil). Nergens anders stond het socialisme eind van de 19de eeuw zo sterk als in industriemacht Duitsland. Hendrik De Man (1885-1953), geleerde, minister en van 1938 tot 1940 voorzitter van de Belgische Werkliedenpartij (BWP), bijvoorbeeld trok als twintigjarige naar het Duitse Leipzig omdat die stad nu eenmaal het “mekka van het marxisme” was. Hij werkte er mee aan de Leipziger Volkszeitung, het orgaan van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) waarvan Paul Lensch de hoofdredacteur was. Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland een republiek (Weimarer Republik) die steevast op de haat van linkse en rechtse extremisten mocht rekenen. Bij de eerste verkiezingen voor de Reichstag (parlement) op 6 juni 1920 behaalde de pas opgerichte KPD nog maar 2,10 %. Vier jaar later was ze al tot 12,60 % geklommen en op 6 november 1932 piekte ze met 16,90 %. Kortom, de KPD werd een geduchte politieke factor. En zelfs bij de laatste vrije verkiezingen van 5 maart 1933, vijf weken na Hitlers benoeming tot rijkskanselier, sleepte ze nog altijd 12,30 % in de wacht, ondanks alle vervolging van haar functionarissen en volksvertegenwoordigers door de nationaalsocialistische  machthebbers.

Noodlottig

Ernst Thälmann was als kind van kleinhandelaars van jongs af aan sociaal bewogen. De grote staking van de havenarbeiders van Hamburg van november 1896 tot februari 1897 liet een diepe nadruk na op de jonge, leergierige Thälmann, die zelf wegens geldgebrek van zijn ouders niet verder kon studeren. Als arbeider engageerde hij zich in de SPD maar zwenkte na de Eerste Wereldoorlog naar de extreme linkerzijde en begon aan een steile opklim in de KPD. Van 1925 tot 1933 leidde Thälmann de KPD. In die functie speelde hij een noodlottige rol in de overlevingsstrijd van de Republiek Weimar. De prille democratie van de Republiek Weimar kende heel wat politieke en economische problemen. Communisten (KPD) en nationaalsocialisten (NSDAP) lustten haar rauw en ook de conservatieve burgerij droeg haar niet bepaald een warm hart toe. In feite was het enkel de sociaaldemocratische SPD die haar in volle overtuiging verdedigde, dezelfde SPD die door de KPD werd bestreden omdat ze het bestaande systeem wilde hervormen en zodoende een hindernis zou vormen voor de grote ‘socialistische revolutie’. Thälmann had de KPD ingezworen op de harde koers van Stalin en dat betekende ook de onverbiddelijke strijd tegen de SPD als verdediger van het “establishment”. Voor de communisten was de SPD zelfs een grotere vijand dan de NSDAP.  Ze beschouwden de nazi-partij slechts als een voorbijgaand verschijnsel, een ideologisch afvalproduct van het kapitalisme. Voor de KPD stond het beleid van de SPD, die als regeringspartij ook stakingen neersloeg, gelijk met Sozialfaschismus. Volgens Stalin was het fascisme ‘een strijdorganisatie van de bourgeoisie die actief door de sociaaldemocratie werd gesteund’. Een samenwerking tussen KPD en SPD in de strijd tegen de opkomende NSDAP was daarom uitgesloten. Meer nog, de KPD maakte gemene zaak met de NSDAP. In oktober 1932 bijvoorbeeld bespraken nazi’s en communisten in het Karl-Liebknecht-Haus in Berlijn, hoofdkwartier van de KPD, hoe ze samen de grote vervoersstaking in de stad begin november zouden ondersteunen. Nazi-propagandachef Joseph Goebbels en KPD-volksvertegenwoordiger Walter Ulbricht (de latere ‘topman’ van de DDR) zaten later naast elkaar als redenaars op een grote stakingsmanifestatie, vereend in hun haat jegens de republiek en de SPD (hier klikken). De tweespalt binnen de Duitse arbeidersbeweging, de strijd tussen KPD en SPD,  gebruikten de communisten na de Tweede Wereldoorlog, na de ondergang van Hitler-Duitsland, als een excuus om de SPD in de door de Sovjets bezette zone van ‘Oost-Duitsland’ (de latere DDR) op te slorpen in de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), zogezegd om de krachten te bundelen voor het geval dat het ‘fascisme’ weer de kop zou willen opsteken.

Profetisch

Thälmann kandideerde twee maal voor het ambt van Reichspräsident. In 1925 behaalde hij 6,4 % van de stemmen. De oerconservatieve maarschalk Paul von Hindenburg werd met 48,3% verkozen tot Rijkspresident. Critici menen dat de deelname van Thälmann aan de verkiezingen de centrumrechtse kandidaat Wilhelm Marx (45,3 %) de overwinning heeft gekost. Op 13 maart 1932 was Thälmann weer presidentskandidaat,  naast Adolf Hitler en Paul von Hindenburg.  Zijn verkiezingsslogan luidde: ‘Wer Hindenburg wählt, wählt Hitler, wer Hitler wählt, wählt den Krieg‘ (Wie Hindenburg kiest, kiest Hitler, wie Hitler kiest, kiest voor de oorlog). Dat was niet gespeend van enig profetisch inzicht. De hoogbejaarde Hindenburg (1847-1934) werd herkozen en liet zich er op 30 januari 1933 toe overhalen om Hitler tot rijkskanselier te benoemen (in de hoop uit de politieke impasse van die dagen te geraken, maar zonder te beseffen dat Hitler niet zinnens was zich te laten „temmen“ door de centrumrechtse coalitiepartners).

De communisten behoorden tot de eerste slachtoffers van Hitler. Op 3 maart 1933 werd Thälmann in Berlijn opgepakt. Er wachtten hem elf jaren van opsluiting. Het gerucht gaat dat hij na het Niet-Aanvalspact dat Nazi-Duitsland en de Sowjet-Unie op 23 augustus 1939 sloten, had kunnen vrijkomen maar dat zijn grote rivaal, de Duitse communist Walter Ulbricht (1893-1973) die in Moskou in ballingschap leefde, zich daartegen verzet zou hebben. Thälmann werd op 18 augustus 1944 op direct bevel van Hitler vermoord in het concentratiekamp Buchenwald. Zes dagen later bombardeerden geallieerde vliegtuigen Buchenwald. Daarbij verloor een andere prominente gevangene, Rudolf Breitscheid, gewezen fractievoorzitter van de SPD in de Reichstag, het leven. De Völkischer Beobachter, partijorgaan van de NSDAP, verspreidde de leugen dat Thälmann en Breitscheid allebei bij het geallieerde bombardement waren omgekomen.

Kritisch

In de DDR werd Ernst Thälmann als een held vereerd. Historici plaatsen echter kritische kanttekeningen bij de figuur van Thälmann. Zo wijst bijvoorbeeld Klaus Schroeder, directeur van Forschungsverbund SED-Staat an der Freien Universität Berlin, op de boven besproken fatale rol die Thälmann heeft gespeeld: als Stalinist en als bestrijder van de SPD en zodoende ook van de democratie van de Republiek Weimar (hier klikken).

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties