Qasem Soleimani en de pionnen van Khamenei
Anti-imperialistische stokebrand bouwt een eigen imperium uit
Irak, Bagdad, een begrafenisstoet van Qassem Soleimani.
foto © Reporters / DPA
Qasem Soleimani bouwde een netwerk van milities in Libanon, Irak, Afghanistan, Jemen en Syrië. Zo kan Iran conflicten opstoken, zonder eigen gevaar.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Iran zal tegen de VS en Israël strijden, tot de laatste druppel Arabisch bloed’, hoor je wel eens in Irak of Libanon. Van bij haar oprichting streefde de Islamitische Republiek er naar om de revolutie te exporteren en om uit te groeien tot de belangrijkste regionale grootmacht. Hiervoor bouwde ze een netwerk op van bevriende milities in landen als Libanon, Irak, Afghanistan, Jemen en Syrië. Handig, want zo hoeft er geen Iraans bloed te vloeien. De man achter dit internationale netwerk, was Qasem Soleimani.
Syrië en Libanon
Bij het uitbreken van de Syrische burgeroorlog, stond Iran onmiddellijk klaar om zijn bondgenoot bij te staan. Iran leverde geld, voedsel, wapens en spionagetechnologi. Al in 2012 namen Soleimani’s Quds-brigades deel aan gevechten. Ze zijn er nog steeds, maar het leeuwendeel van de grondtroepen die onder Iraans bevel in Syrië vechten, zijn geen Iraniërs. De Libanese Hezbollah levert troepen, net als de Iraakse Hezbollah, de Pakistaanse Zainab brigades en de Afghaanse Fatemiyoun brigades.
Heel wat Afghanen leven illegaal in Iran, in heel moeilijke omstandigheden. Velen van hen werden naar Syrië gelokt, met de belofte dat ze zo een Iraanse verblijfsvergunning konden verdienen. Anderen werden gewoon opgepakt, en tegen hun wil naar Syrië verscheept. Op die manier verzamelde Iran zo’n 14 000 Afghaanse ‘vrijwilligers’ voor de Syrische strijd. Na een ‘training’ van twee weken worden ze ingezet als kanonnenvlees.
De Libanese Hezbollah is wellicht de bekendste Iraanse bondgenoot, berucht voor haar aanslagen over de hele wereld, van Beiroet tot Buenos Aires. Ze werd opgericht tijdens de Libanese burgeroorlog, en terwijl alle andere milities aan het einde van die oorlog ontwapenden, of opgingen in het Libanese leger, bleef Hezbollah gewoon bestaan. Ze controleert het zuiden van Libanon en opereert als een staat binnen de staat. Hezbollah heeft twee ministers in de huidige Libanese regering, een coalitieregering onder leiding van eerste minister Saad Hariri. Saad Hariri is de zoon van voormalig eerste minister Rafic Hariri, die in 2005 werd gedood in een spectaculaire bomaanslag. Een bomaanslag die volgens een VN-onderzoek het werk was van Hezbollah (Hezbollah zelf beweert dat Israël verantwoordelijk is).
Irak
De spanningen tussen Iran en andere landen in de regio worden vaak gekaderd in de eeuwenlange strijd tussen soennieten en sjiieten. Maar de situatie is complexer dan dat. De Islamitische Republiek is pragmatisch in het kiezen van bondgenoten. Ze steunt bijvoorbeeld al jaren de soennitische Hamas. In Libië kreeg Ansar al-Sharia Iraanse steun. Deze soennitische groep was betrokken bij de aanval op het Amerikaanse consulaat in Benghazi in 2012, waarbij de ambassadeur en drie andere Amerikanen omkwamen. Zelfs de Taliban, de voormalige aartsvijand in buurland Afghanistan, krijgt vandaag openlijk Iraanse steun. Religieuze meningsverschillen zijn nooit een bezwaar geweest voor de Islamitische Republiek wanneer ze een kans ziet om haar vijanden te raken.
Ook hebben niet alle sjiieten ter wereld sympathie voor Iran. In Irak is de sjiitische geestelijke Ali al-Sistani een belangrijk criticus van het Iraanse theocratische systeem en van de Iraanse invloed in Irak. Die invloed is groot. Al tijdens de Iran-Irak oorlog in de jaren ’80, leverde Iran steun aan sjiitische milities in Irak die zich verzetten tegen het regime van Saddam Hoessein. Soleimani bleef die contacten decennia lang onderhouden. Die inspanningen werden beloond bij de val van Saddam Hoessein. Het zijn de oude Iraanse bondgenoten die vandaag in Bagdad regeren.
De door Iran bewapende Iraakse milities speelden een belangrijke rol in het stoppen van de opmars van Islamitische Staat in 2014. Ze zijn berucht voor hun willekeurige executies van soennitische burgers en andere oorlogsmisdaden tijdens die strijd in de hoofdzakelijk soennitische delen van Irak. Met zo’n 100 000 manschappen zijn ze een pak groter dan het reguliere Iraakse leger.
Verstoppertje spelen
De relatie tussen de Islamitische Republiek en haar bondgenoten gaat veel verder dan steun. Veel van deze ‘proxies’ worden rechtstreeks aangestuurd vanuit Teheran. Op bevel van Iran stuurde de Libanese Hezbollah niet enkel troepen naar Syrië, maar ook naar Irak, en zelfs naar Iran om er te helpen bij het neerslaan van protesten. De buitenlandse bondgenoten maken het voor Iran mogelijk om conflicten op te stoken, zonder zelf in de brokken te delen. Iraakse sjiitische milities waren tussen 2003 en 2011 verantwoordelijk voor honderden Amerikaanse doden.
Soleimani adviseerde hen, bewapende hen, zijn Quds eenheden trainden hen. Toch kon Iran de schijn ophouden dat het niet rechtstreeks betrokken was in het Iraakse conflict. Hamas vuurt raketten af op Israël? Iran wast zijn handen in onschuld. De Jemenitische Houthi-rebellen blazen een Saoedische oliepijplijn op? Iran ontkent alle betrokkenheid. De Libanese Hezbollah ontketent een oorlog met Israël? Iran ontspringt de dans.
Dat spelletje verstoppertje lijkt nu voorbij. Iraakse sjiitische milities doodden een Amerikaans staatsburger en organiseerden een bestorming van de Amerikaanse ambassade in Irak. Daarbij spoten ze ‘Qasem Soleimani is onze leider’ op de gevel. De VS namen hen op hun woord, en samen met leiders van de Iraakse milities, werd deze keer ook Soleimani door een Amerikaanse drone omgebracht. De VS lijken niet langer een onderscheid te maken tussen Iran en zijn proxies.
Een einde aan de status quo
Iran doet zichzelf graag voor als anti-imperialistische David, die het opneemt tegen de VS als neokoloniale Goliath. Maar de voorbije twintig jaar heeft Iran zijn invloed sterk uitgebreid. Iran heeft een flinke vinger in de pap in Libanon, Syrië, Afghanistan, Irak en Jemen. Het maakt Westerse bondgenoten in het Midden-Oosten zenuwachtig. Ook de bevolking in die landen begint zich te roeren. Irak is al maanden het toneel van anti-Iraanse protesten. Iraakse sjiieten staken de Iraanse consulaten in Najaf en Kerbala in brand, en vervingen de Iraanse vlag door een Iraakse. De protesten leidden al tot het ontslag van de Iraakse eerste minister.
Bovendien provoceert de Islamitische Republiek al maanden. Via een lange reeks aanvallen, uitgevoerd door haar proxies, maar ook zelf. Iran arresteerde verschillende westerse burgers onder bedenkelijke voorwendsels, en het voerde aanvallen uit op schepen in de Perzische Golf. Het lijkt de VS te hebben doen besluiten dat het bewaren van de status quo niet langer in hun belang is. De drone aanval schudt de kaarten. Iedereen overweegt nu zijn opties. Maar één ding moeten de recente oorlogen ons wel hebben geleerd: de Islamitische Republiek weet hoe ze garen kan spinnen bij chaos.
In Iran woeden hevige protesten. Eerdere protesten slaagden er niet in verandering af te dwingen. Maken de demonstranten nu wel een kans?
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.