De Kruidenjongen: wegwijs in de wondere wereld van de specerijen
Een verhaal over gember, citroengras, een octopus en impotentie in Zanzibar.
foto © Pixabay
Over gember, citroengras, een octopus en impotentie.
Mohammed staat me popelend op te wachten aan de ingang van de plantage. Hij is een vrolijke knaap van vooraan in de twintig en is vandaag mijn gids. De jongeman gaat me namelijk wegwijs maken in het de wondere wereld van de specerijen op deze Spice Farm in hartje Zanzibar.
Talloze specerijen
Zanzibar wordt ook wel eens het specerijeneiland genoemd omdat de economie hier jarenlang dreef op de export van de talloze specerijen die hier gekweekt worden. Nootmuskaat, cardemom, vanille en kruidnagel groeien hier namelijk als -eh- kaneel.
En hoewel intussen het toerisme de belangrijkste inkomstenbron van het eiland is geworden, volgt de export van specerijen op een belangrijke tweede plaats. Vooral de kruidnagel is een duur exportproduct dat door de staat gemonopoliseerd wordt legt Mohammed me uit. Of dat goed of slecht is laat hij in het midden: ook in Afrika wordt de socialistische heilstaat met wantrouwen bejegend.
Goede antwoord?
Mohammed blijft zijn vrolijke zelf en we wandelen samen van de ene mangoboom, naar de andere avocadoboom. Het is me allemaal erg vertrouwd want ik heb ooit eigenhandig verschillende mango- en avocadobomen geplant op mijn boerderij in Andalucía. Dat vindt Mohammed eigenlijk niet zo fijn merk ik, want zijn betoog is opgebouwd uit vragen waarbij het maar matig geapprecieerd wordt als je het antwoord kent.
Weet je wat dit is? Ja, dat een mangoboom. En weet je dan wat dít is: ja, dat is een vanillepeul. Mohammed werd van langsom een beetje gedeprimeerd van mijn juiste antwoorden en dus besloot ik verder maar de domme uit te hangen. Iets dat me overigens ook heel goed afgaat. Het weekblad Knack heeft er een keertje een volle drie pagina’s aan gewijd, maar dit terzijde.
Impotent
Dus toen we bij een bosje opgeschoten citroengras kwamen en hij vroeg of ik wist wat dit was haalde ik dan maar vertwijfeld mijn schouders op. ‘Geen idee’, stamelde ik. De ogen van Mohammed lichtten op en met een brede grijns antwoordde hij: lemongrass Sir! Ik had duidelijk terug zijn vertrouwen gewonnen, want nu kwam hij wat dichter. En hoewel er in de wijde omgeving geen ziel te bespeuren was, de grijze aap in de mangoboom niet te na gesproken, fluisterde hij in mijn oor: ‘I am sorry to say sir, but last year I was impotent’.
Het was een ontboezeming die ik eerlijk gezegd niet had verwacht, zo temidden van een specerijenplantage en dan nog wel van een twintigjarige jongen. Mohammed moet mijn verbaasde blik hebben opgemerkt want hij ging haastig verder. ‘But now everything is ok, sir’, zei hij terwijl hij opgelucht zijn tanden bloot lachte.
Het was niet alleen het citroengras dat het ‘m had gedaan, maar vooral ook de gember en de octopus, aldus de jongeman die nu ineens op dreef geraakte. U begrijpt dat dit mij -een man van 57- uiteraard erg interesseerde en dus spoorde ik Mohammed aan om me het hele verhaal te vertellen en uiteraard ook het recept te geven.
Te kort geschoten
Mohammed bleek -excuseer me de uitdrukking- te kort te schieten in het echtelijk bed vlak na zijn huwelijk. De redenen daarvoor kon hij me niet vertellen, maar na lang twijfelen had hij zijn lievelingsoom in vertrouwen genomen. Gelukkig wist die man meteen een oplossing wat me deed vermoeden dat erectiestoornissen een veel voorkomend probleem waren in de familie van Mohammed.
‘Je moet gember, citroengras en een octopus halen’, had de nonkel gezegd. Mij leek het gewoon een normaal gerecht voor een heerlijke lunch, maar voor Mohammed en zijn oom stond het -als u mij de uitdrukking weer wil vergeven- als een paal boven water dat dit ging helpen.
De octopus -noteert u even mee?- diende in stukjes te worden gesneden en vervolgens gekookt, samen met het citroengras en de gember. Vervolgens opeten en klaar! Na twee weken miste dit miraculeuze recept zijn uitwerking niet, aldus Mohammed. ‘En gaat het al?’, had de oom gevraagd. ‘Halvelings!’, had Mohammed geantwoord. ‘Prima’, had de oom gezegd, ‘dan mag je nu de octopus laten vallen en alleen verder gaan met de gember en het citroengras.’
En ja hoor, van een gestreken vlag, via de vlag halfstok was Mohammed uiteindelijk geëvolueerd naar een trots wapperende vaandel. Zijn vrouw was nu zelfs zwanger. Ze moest elke maand wel opvolging krijgen in het ziekenhuis en dat kostte geld. Of ik daar aan wilde denken wanneer ik op het einde van de tour een fooi ging geven. Uiteraard zei ik, want zo’n recept tegen impotentie dat tevens tegelijk een heerlijke lunch is krijg je niet elke dag in de schoot geworpen en mag dus wat kosten.
Alain Grootaers (1964) was achtereenvolgens profvoetballer (1 jaar), journalist (altijd al), hoofdredacteur, uitgever, radio- en tv maker, auteur, olijfboer, reisorganisator en documentairemaker. Sommigen zouden zeggen: twaalf stielen en dertien ongelukken maar zelf houdt hij het op: uomo universalis. Hij woont op een boerderij in Andalucía.
Een gesprek over watersnood, in café El Patio in Spanje. ‘Het probleem is niet het weer, maar het korte geheugen van de beleidsmensen.’
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.