JavaScript is required for this website to work.
radio

Jean-Luc het haantje de voorste zingt een schlager

foto © Pixabay

Waarin Alain wordt wakker gehouden door een haan en ’s nachts over Jean-Luc Dehaene droomt

Ik verblijf een tijdje in de streek van Cadiz voor opnames van een nieuwe reeks documentaires van Tegenwind. We zitten met de cameraploeg in een huis in het midden van nergens. In het Spaans noemen ze dat ‘Quinto Pino’, de vijfde dennenboom. Geen idee waar die uitdrukking vandaan komt, maar het drukt voldoende uit dat het om een godvergeten gat gaat.

Er waren enkele boerderijen in de buurt, wat weilanden en verder niks. Bij aankomst was iedereen lyrisch over het huis. Er was een zwembad, de kamers waren netjes, er was een grote buitenkeuken en vooral: het was er stil, op het zachte briesen van een paard in de aanpalende wei na.

Dramatische verandering

Dat veranderde echter dramatisch toen de nacht viel. Om mij totaal onbekende redenen begon er toen namelijk plots ergens een haan te kraaien. Nu ben ik persoonlijk niet meteen een haankraaispecialist, maar volgens mij behoort het de haan toe om voornamelijk bij het krieken van de dag te kraaien en niet rond middernacht.

Het moet bovendien een flink uit de kluiten gewassen exemplaar zijn geweest, want zijn kukeleku klonk luid als een klok. Bovendien inspireerde zijn luide roep om aandacht ook andere hanen in aanpalende boerderijen, want twee exemplaren een eindje verderop beantwoordden de roep van Jean-Luc, zoals ik het haantje de voorste inmiddels had genoemd, met evenveel enthousiasme.

Nachtje door

Bij aanvang vonden we het gekraai nog amusant, maar toen we besloten om te gaan slapen, was de lol er al snel af. Jean-Luc en zijn vrienden deden namelijk nachtje door, met als gevolg dat voor velen de slaap erg kort was. Want wanneer de drie hanen er even het zwijgen toe deden en je voorzichtig indommelde, kwam seconden later Jean-Luc in volle kracht terug met steeds hetzelfde lied.

Aan de ontbijttafel probeerde we te achterhalen wat het beest bezielde om de hele nacht te kraaien, terwijl het ’s ochtends bij het krieken van de dag ophield en zichzelf te ruste legde. We kwamen tot de enige logische conclusie dat er op de boerderij een groot licht moest zijn dat zich automatisch aanschakelde als de nacht viel, zodat Jean-Luc eigenlijk aan een soort van jetlag leed en volledig de kluts kwijt was.

Jean-Luc Dehaene

Ik vernoemde de haan uiteraard naar onze voormalige premier Jean-Luc Dehaene, een man waarvan ik nooit had gedacht dat ik hem zou missen. Maar in het licht van de verkwisting van centen die daarna volgde, denk ik met veel mildheid terug aan die man, die door de dioxinecrisis de verkiezingen verloor.

Ik moet dan altijd denken aan de anekdote die wijlen Wim Schamp me vertelde. Schamp deed met zijn reclamebureau de campagne van Dehaene en had het geniale idee – volgens hemzelf toch, want Wim blonk niet onmiddellijk uit in bescheidenheid – om een plaatje op te nemen over Jean-Luc Dehaene.

Regelrechte hit

Het nummer was al opgenomen en wel en beloofde een regelrechte hit te worden. Een schlager die volgens Wim de hitparade ging bestormen en die in elke feesttent en parochiezaal bij de mosselsouper vrolijk zou worden meegebruld door de massa. Hij liet het nummer horen en ik knikte begrijpend. Een wereldhit zou het nooit worden, maar Schamp mikte duidelijk op de gemiddelde Vlaming.

De tekst was zeer eenvoudig – Wim had ‘m zelf geschreven – en gemakkelijk mee te zingen. Toen de eerste dioxinekippen uit de rekken werden genomen en de kippencrisis in volle kracht losbarstte, haastte Wim zich echter om de geperste singles te elfder uren toch maar niet uit te delen. De titel en tevens het refrein van het nummer luidde namelijk ‘Jan-Luc Kukelekuuk’. Schamp vermoedde terecht dat het uitbrengen van dit nummer niet erg gewaardeerd zou worden door het kiespubliek.

Ik moest aan dit verhaal denken toen ik ’s nachts wakker lag van de kukelende Jean-Luc op de aanpalende boerderij en fantaseerde over hoe ik de kraaiende haan de nek kon omwringen en hoe we er dan ’s anderendaags soep van konden koken.  Maar zoals Elsschot al wist: tussen droom en daad staan…

Alain Grootaers (1964) was achtereenvolgens profvoetballer (1 jaar), journalist (altijd al), hoofdredacteur, uitgever, radio- en tv maker, auteur, olijfboer, reisorganisator en documentairemaker. Sommigen zouden zeggen: twaalf stielen en dertien ongelukken maar zelf houdt hij het op: uomo universalis. Hij woont op een boerderij in Andalucía.

Commentaren en reacties