De Staatsinjectie: zijn bejaarden te duur om te leven?
Titel | De Staatsinjectie |
---|---|
Subtitel | Roman |
Auteur | Tinie Kardol |
Uitgever | Uitgeverij Blauwburgwal |
ISBN | 9789493340190 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 164 |
Prijs | € 15 |
Koop dit boek |
Hoe om te gaan met de vergrijzing? In deze roman bepaalt de staat dat mensen dood moeten zodra ze 85 jaar worden.
Hoe moeten we omgaan met de woningnood, milieuproblematiek en vergrijzing? In de roman De Staatsinjectie volstaat één maatregel om al die problemen op te lossen: de wettelijke verplichting om op de dag dat je 85 jaar wordt je leven te beëindigen. Een scenario dat minder fictief hoeft te zijn dan het lijkt, nu in Nederland en België politici en opiniemakers pleiten voor de mogelijkheid van levensbeëindiging bij ‘voltooid leven’.
Het verhaal speelt zich af in de nabije toekomst. De Wet verplichte levensbeëindiging (Wvl) gaat in op 1 mei 2027. Hoofdpersonage Ad Stevens wordt op 29 mei 85. Hij mag nog maar vier weken leven, en dat terwijl hij in zijn werkzame leven als verzorgingshuisdirecteur ervaarde hoe levendig ouderen nog kunnen zijn, ook als ze de 80 ruim zijn gepasseerd.
Het jaar daarvoor werd alle hoop die hij en zijn dochter-advocate Laura hadden dat de wet niet door zou gaan, de grond ingeboord. De bevolking stemde per correctief referendum in met de wet. De kosten van de vergrijzing schaadden de economie. De Tweede Kamer ging met een tweederdemeerderheid akkoord en ook de Eerste Kamer stemde voor. Media lieten louter voorstanders van de wet aan het woord.
Want niet alleen de zorgkosten stijgen. Ouderen ontvangen tientallen jaren pensioen, terwijl jongeren niet eens weten of ze daar recht op zullen hebben. Zelfs een rechtszaak tegen de Wvl mislukt. De rechter oordeelde dat de bestaanszekerheid van ouderen niet opweegt tegen de bestaanszekerheid van de hele bevolking en dat er sprake is van georganiseerde solidariteit onder ouderen om bij te dragen aan het herstel van de economie.
Resomeren
‘De een zijn dood is de ander zijn brood.’ Uitgerekend het familiebedrijf van Ads overbuurman en beste vriend profiteert van de nieuwe wet. Omdat er te weinig grond overblijft om mensen te begraven en cremeren CO2 uitstoot, ontwikkelt diens afvalverwerkingsbedrijf een nieuwe techniek: resomeren, oftewel het oplossen van lichamen in vloeistof vermengd met loogzout.
De vreugde dat het familiebedrijf, na lange tijd in zwaar weer verkeerd te hebben, toch kan blijven bestaan, wordt verminderd door het besef dat Ad niet lang meer heeft te leven.
Realistisch?
Nu starters moeilijk aan woonruimte komen, wordt er ook druk uitgeoefend op ouderen om hun huis in re ruilen voor een flat. Dit boek trekt, net als een recente film, die redenering door. Soms wordt fictie ingehaald door de werkelijkheid: in april ontving in Leiden een 84-jarige vrouw een dreigbrief omdat ze nog thuis woont.
Tijdens de coronacrisis omschreef de Nederlandse columniste Marianne Zwagerman ouderen als ‘dor hout’ dat plaats moest maken voor jongeren. In die column stelde ze dat ‘driekwartmiljoen 80-plussers ruim 20 procent van de uit de pan rijzende zorgkosten genereren’.
Die column wekte veel verontwaardiging op, maar de vrees van de auteur dat bejaarden louter als economische kostenpost zullen worden gezien, is misschien niet ongegrond.
Kleinigheid voor de Vlaamse lezers: in dit verhaal heet de christendemocratische partij Christelijke Verenigde Partijen (CVP). ‘Maar vertrouw niet te veel op de CVP. Kijk je wel eens naar de top van een kerktoren? Waarom staat er vaak een windhaan op?’
Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.
Waarom stemden centrumrechtse kiezers vroeger liberaal of christendemocratisch en nu op partijen rechts daarvan? Eppink geeft een verklaring.