Corona-encyclopedie
Titel | De coronastorm |
---|---|
Subtitel | Hoe een virus ons verstand wegvaagde |
Auteur | René Ten Bos |
Uitgever | Boom |
ISBN | 9789024435173 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 208 |
Prijs | € 17.50 |
Koop dit boek |
Voormalig denker des vaderlands René Ten Bos schreef een aardig leesbare filosofische corona-mini-encyclopedie.
Een boek schrijven over een crisis die nog volop woedt, is een hachelijke onderneming. Conclusies zijn per definitie voorbarig. En er is haast bij gemoeid, als je klaar wil zijn voordat de crisis helemaal is opgelost. Bij sommige delen van De coronastorm lijkt dat laatste het geval te zijn. Het resultaat is desondanks een prettig leesbare en draagbare encyclopedie over de huidige crisis.
Voormalig ‘Denker des Vaderlands’ van Nederland René ten Bos heeft zijn inzichten over de huidige coronacrisis gebundeld in De coronastorm. In zesentwintig lemma’s, één voor elke letter van het alfabet, schotelt hij ons een verscheiden overzicht voor van verschillende invalshoeken om covid-19 en de bijbehorende politieke en sociale crisis beter te begrijpen. Hij begint bij Angst, gaat over Moraliteit en Noodtoestand en eindigt bij Zoönose. Het levert een prettig leesbare mengeling op van onder andere psychologie, biologie, ethiek, maatschappijkritiek en geschiedenis.
Dictionnaire
Met de keuze voor deze vorm, de dictionnaire, sluit ten Bos aan bij een oude, filosofische traditie. Het biedt de mogelijkheid om een welbepaald thema vanuit verschillende hoeken te belichten. De auteur is er zo in geslaagd om enkele aspecten van de coronacrisis op originele wijze onder de aandacht te brengen.
Aan de hand van de ideeën van verschillende denkers en commentatoren van nu en uit het verleden, gaat hij dieper in op elk lemma. Door de auteurs bij wie deze ideeën ontstaan zijn expliciet te noemen, levert dit boek een voortreffelijke uitvalsbasis voor wie meer wil lezen over de behandelde onderwerpen.
Publiekswerk
In Intimiteit bijvoorbeeld contrasteert hij de westers-christelijke opvattingen van dit begrip aan de hand van Augustinus’ inzichten met de ideeën van de Chinese filosoof Shen Fu uit de negentiende eeuw. De sterkte van ten Bos is dat hij, zoals we mogen verwachten van filosofen, ingewikkelde en doorwrochte werken vertaalt voor een breed publiek.
In hoofdstukken die gaan over zijn eigen expertises zoals management en het liberaal-kapitalisme toont de hoogleraar zich het sterkst. Just in Time, is een aanklacht tegen het logistiek minimalisme en de vergevorderde efficiëntieverhoging in bedrijfsprocessen. En vooral tegen het uitzwermen van deze zucht naar efficiëntie in de gezondheidszorg. En wat de onvoorziene, menselijke kost daarvan is tijdens een crisis als deze.
Fascisme
Toch blijf ik met een lichte teleurstelling achter. Enerzijds blijven heldere conclusies van de auteur uit. Het boek laat zich moeilijk samenvatten. Je zou nog kunnen zeggen dat ten Bos vooral wil prikkelen door tegen de heersende opvattingen en beleidsmaatregelen in te gaan. En dat is iets anders dan zelf een omvattende en consistente visie uit te spreiden. Laat ik toch een poging doen: Het coronavirus zet al onze ideeën over mens, maatschappij en politiek op losse schroeven. Meer nog, het vaagde ons verstand en elk gevoel van redelijkheid weg. Daardoor zijn we disproportioneel gaan re(a)geren. En dat maakt de weg vrij voor een ‘fascisme zonder fascisten’. Maar dat laatste is moeilijk te omschrijven. Bij Fascisme lezen we:
‘Het coronafascisme dat ik in onze samenleving bespeur, is uitermate schimmig. Het heeft geen duidelijke ideologie (wat niet hetzelfde is als zeggen dat het niet ideologisch is), het heeft niet eens aanhangers (wat niet wil zeggen dat het geen fanatisme met zich meebrengt), het is onzichtbaar voor degenen die erin meegaan en vaak ook voor degenen die er niet in meegaan (hetgeen niet hetzelfde is als zeggen dat we er allemaal stekeblind voor zijn). Het is iets wat sluimert, en net als bij alle andere sluimeringen krijg je er geen greep op.’
Bovenstaand fragment brengt me meteen bij mijn tweede punt van kritiek. De uitwerking van sommige lemma’s is oppervlakkig en onsamenhangend. Ja, schimmig. Je krijgt het gevoel dat de beschreven ideeën nog niet voldoende gerijpt zijn. De verwachtingen bij hoofdstukken met veelbelovende titels als Fascisme en Xenofobie worden niet ingelost. Bij dit laatste gaat het niet, zoals je zou verwachten, over de impact van de epidemie op onze omgang met ‘vreemdelingen’ of nieuwkomers. Neen, voor ten Bos drukt ‘xenofobie’ in virale tijden de angst uit voor een virus dat enerzijds lijkt op andere virussen, maar bovenal ook vreemde en onbekende eigenschappen heeft.
Logica
In sommige hoofdstukken is de logische opbouw helemaal zoek. Cytokine bijvoorbeeld, begint met de fysieke beschrijving van het coronavirus en de wetenschappelijke vraag of dit virus nu leeft of niet. Aan de hand van een analogie met informatietechnologie en een klein informatiebrokje , een ‘virion’, legt hij uit wat er misloopt bij een besmetting. Om dan te eindigen met de medische term van een ‘cytokinestorm’. Wat voor hem dan een ‘veelzeggend beeld’ oplevert van ‘een soort klimaatcrisis in de longen.’ Hele sprongen en halve uitwerkingen als deze laten me als lezer verdwaasd achter.
René ten Bos beweert dat hij het boek waar hij aan bezig was, Meteosofie (over weer en klimaat), aan de kant schoof om De coronastorm te schrijven. Opvallend genoeg is dat ook wat onze landgenoot en psychoanalyticus Paul Verhaeghe deed. Hij publiceerde net een essay en heeft daarvoor een ander project terzijde geschoven. Je vraagt je af waarom academici die er erom bekend staan op een diepgaande wijze algemeen aanvaarde dogma’s te ontmaskeren, niet meer hun tijd nemen om een kritische commentaar te schrijven bij de bijzondere tijd waarin we nu leven.
Ibrahim Belkadi observeert de mensen en de wereld om zich heen en schrijft erover. Hij heeft ruime ervaring in diversiteitswerk en studeert voortdurend bij.
Boudry en De Ceulaer schreven een glashelder en geanimeerd pandemiehulpboek met nieuwe inzichten en verrassende doordenkertjes..