Pleidooi voor meer angstvalligheid
Boudry en De Ceulaer schreven een glashelder en geanimeerd pandemiehulpboek met nieuwe inzichten en verrassende doordenkertjes..
Filosoof Maarten Boudry en journalist Joël De Ceulaer hebben de handen ineengeslagen om een boek te schrijven over de coronacrisis. Het resultaat is Eerste hulp bij Pandemie. Langs een kleine honderd lemma’s gidsen ze je door pandemieland. De termen worden door een van de twee auteurs of door beide uitgewerkt. Verwacht echter geen neutrale verklaring. Elke duiding is een met de nodige zwier geschreven mini-essay waarin het standpunt van de auteurs de hoofdrol speelt.
Dat standpunt is bijna altijd een variatie op het voorzichtigheidsprincipe. Of in hun eigen woorden: ‘Juist omdat we te maken hebben met een gevaarlijk virus dat zich exponentieel verspreidt, is het in allerlei opzichten gevaarlijker om het virus te onderschatten dan te overschatten.’
Kern van het debat
De lemma’s zijn zo gekozen dat ze naar het hart van het coronadebat voeren. Een van de steunpilaren van de argumentatie komt reeds aan het begin van het boek voor, namelijk ‘asymmetrie’.
‘Neem de vraag of het coronavirus zich enkel via druppeltjes verspreidt of ook via aerosolen. Een interessante wetenschappelijke kwestie natuurlijk, die je rustig kunt onderzoeken als je daarvoor tijd en geld hebt. Maar moet je wachten tot aerosolverspreiding ‘bewezen’ is vooraleer je maatregelen neemt? Nee, want de risico’s zijn sterk asymmetrisch. Als je aanneemt dat aerosolverspreiding voorkomt, maar dat blijkt later niet het geval, dan heb je wat geld en moeite verspild aan mondmaskers en extra verwarming (door al die open ramen). Maar als je ervan uitgaat dat er geen aerosolverspreiding is en die blijkt er later tóch te zijn, kun je al honderdduizenden besmettingen verder zitten. Hier neem je beter het zekere voor het onzekere.’
Het inzicht dat de risico’s van het coronavirus een asymmetrisch probleem vormen is van cruciaal belang.
Het inzicht dat de risico’s van het coronavirus een asymmetrisch probleem vormen is van cruciaal belang om goede beslissingen te kunnen nemen. Dat is meteen ook een van de grote sterktes van dit boek. In een lichtvoetige stijl en met veel humor worden contra-intuïtieve ideeën zoals asymmetrie, maar ook de preventieparadox en exponentialiteit er kristalhelder in uitgelegd.
Complottheorieën en andersdenkenden
Hoewel de auteurs een heel duidelijk standpunt innemen, blijven ze relatief respectvol voor wie een andere mening is toegedaan. Hier en daar verplaatsen ze zich in de positie van de criticus. Zelfs complotdenkers worden met fluwelen handschoenen behandeld. Wát een contrast met de opinies die de auteurs in de pers en op sociale media publiceren.
De experten hebben zich in het begin vergist, aldus de auteurs.
Wie de heren op Twitter volgt, weet dat ze er vaak genoeg niet in slagen om daar hun geringschatting voor andersdenkenden te verbergen. Opiniemakers en kritische volgers met een goed stel hersens worden zo tegen de haren in gestreken. Dat heeft ertoe geleid dat heel wat potentiële geïnteresseerden het boek afkeuren, nog voor ze het gelezen hebben. Dat is jammer, maar dat hebben de auteurs grotendeels aan zichzelf te danken.
Experten en andere deskundigen
Opmerkelijk is het oordeel over de wetenschappers. De auteurs staan erom bekend een ongebreideld geloof in wetenschap te hebben. Toch vinden ze dat heel wat experten inclusief de Wereldgezondheidsorganisatie zich, zeker in het begin, mispakt hebben aan het virus.
‘Het valt hun op zich niet kwalijk te nemen, maar aan het prille begin van deze pandemie hebben sommige virologen, epidemiologen en infectiologen mogelijkerwijze een paar verkeerde inschattingen gemaakt.’
Terecht merkt Philippe Clerick in zijn essay Corona en de kritische burger op dat deze visie de deur openzet voor selectief citeren. De wetenschapper die mijn mening deelt is te vertrouwen, de ander is een ‘wetenschappelijke spookrijder.’
Nevenschade
Er zijn vele remedies en vele kwalen. Stellig beweren dat de remedie erger is dan de kwaal is even ongegrond als het omgekeerde zeggen.
De auteurs beweren in opiniestukken dat ze eveneens oog hebben voor de nevenschade van allerlei maatregelen. Een veelgehoorde en terechte kritiek is namelijk dat er weinig wordt gekeken naar de schade van genomen maatregelen en opgelegde beperkingen, naast uiteraard de beoogde winst. De verdediging van de schrijvers is niet geloofwaardig, hoewel ze niet helemaal blind willen zijn voor het leed.
‘Mensen opsluiten in hun huizen zorgt voor een piek in eenzaamheid, depressie, kindermisbruik en huiselijk geweld. De uitstelling van reguliere zorg zal tienduizenden gezonde levensjaren kosten, door vermijdbare kankerdoden en andere onbehandelde zieken. […] Mensen zoals wij die een strenge aanpak tegen dit virus bepleiten, krijgen vaak het verwijt dat we geen aandacht hebben voor al dat menselijke nevenleed. De remedies van de virologen zouden veel erger zijn dan de kwaal zelf.’
Meer aandacht voor de nevenschade had de boodschap overtuigender gemaakt. Er zijn vele remedies en vele kwalen. Stellig beweren dat de remedie erger is dan de kwaal is even ongegrond als het omgekeerde zeggen, want er is simpelweg geen manier om dat hard te maken. Juist dat laatste proberen de schrijvers toch te doen in de vervolgtekst bij dit lemma door ‘tegenfeitelijk te redeneren’. Dat is je afvragen wat er zou gebeurd zijn als de maatregelen niet genomen werden. Zeker een nuttige techniek die nieuwe inzichten kan verschaffen, maar bewijskracht heeft ze niet.
De auteurs hadden hun boodschap nog overtuigender kunnen maken door meer aandacht te besteden aan die nevenschade en desondanks te pleiten voor strenge maatregelen. In plaats daarvan menen ze te kunnen concluderen, op basis van data van consumentengedrag, een vergelijking met Zweden en een aantal uitspraken van economen, dat: ‘Niemand heeft de hernieuwde lockdown (in het najaar) dichterbij gebracht dan de versoepelaars, die vonden dat de maatregelen veel te streng waren en dat de remedie erger was dan de kwaal.’
Emmentaler
En dus pleiten de auteurs voor almaar meer maatregelen. Dat is hun Zwitserse kaas-model. Geen enkele individuele interventie is perfect om de verspreiding tegen te gaan (de gaatjes in de kaas). En dus kun je je beter beschermen achter zoveel mogelijk plakjes Zwitserse kaas.
Hier drijven de auteurs hun principes op de spits met een opbod van ‘spijtloze maatregelen’. Het is moeilijk te zeggen of het model van de Zwitserse kaas een goede samenvatting is van hun roep om voorzichtigheid of er juist een doorgeschoten karikatuur van is.
Nuttig hulpboek
Voor wie een hulpmiddel zoekt om de onophoudelijke nieuwsfeiten en corona-uitspraken van politici en experten in een breder perspectief te kaderen, is dit een prima boek. De meeste concepten zijn niet nieuw, de toon is speels en soms iets te pedant. De grote kracht schuilt in de verve waarmee de auteurs ingewikkelde ideeën en concepten kristalhelder uitleggen.
Bij het boek hoort ook een website www.eerstehulpbijpandemie.com. Doorbraak-redacteur David Geens ging nog maar net in gesprek met beide auteurs voor een podcast, die u hier kan beluisteren.
Ibrahim Belkadi observeert de mensen en de wereld om zich heen en schrijft erover. Hij heeft ruime ervaring in diversiteitswerk en studeert voortdurend bij.
Voormalig denker des vaderlands René Ten Bos schreef een aardig leesbare filosofische corona-mini-encyclopedie.