De erfenis van de revolutie
Titel | Revolutionaire tijden |
---|---|
Subtitel | Politiek en idealen rond 1800 |
Auteur | René Koekkoek |
Uitgever | Ambo/Anthos |
ISBN | 9789026340567 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 256 |
Prijs | € 22.99 |
Koop dit boek |
Een verdienstelijke toevoeging aan het repertoire over de Atlantische revoluties. Zolang je daarna maar een biografie van Burke verorbert.
Het is het seizoen voor boeken over de Atlantische revoluties van de laat-achttiende eeuw. De schokgolf die de laatste jaren door onze Westerse democratieën gaat, heeft een markt gecreëerd voor hervertellingen van die beruchte decennia, o-zo-cruciaal voor de vorming van de moderne wereld.
Revolutionaire tijden van René Koekkoek, historicus en docent aan de Universiteit Utrecht, past in dat rijtje en is een welkome aanvulling op het Nederlandstalige aanbod. Hij had echter wat meer aandacht mogen besteden aan de conservatieve critici van de Revolutie.
Een aangename reis
Voor wie geïnteresseerd is in de Franse en Amerikaanse Revoluties, en de gelijkaardige omwentelingen die er overal ter wereld, van Zuid-Amerika tot Polen, mee gepaard gingen, is er de laatste jaren geen gebrek aan keuze. Joekels van werken over deze periode worden met de regelmaat van de klok uitgebracht. Twee recente voorbeelden – Toward Democracy van James Kloppenberg en The Expanding Blaze van de gevierde Jonathan Israel – bedragen elk meer dan 600 bladzijden.
Koekkoeks boek kan qua omvang niet tippen aan dergelijke giganten. Zijn bedoeling is dan ook meer bescheiden. Hij wil de lezer meenemen op een tocht door vier brandhaarden van de trans-Atlantische revoluties: de VS, Frankrijk, Haïti en Nederland. Zijn vlotte, natuurlijk schrijfstijl maakt er een aangename reis van. Onderweg serveert Koekkoek ons interessante observaties over de ambiguïteiten van die revoluties en hun idealen, en de lessen die we daar vandaag uit kunnen trekken.
Ambigue erfenis
Koekkoek is duidelijk een toegewijd lezer van Dialektik der Aufklärung. Hij laat geen kans onbenut om te wijzen op de tegengestelde emancipatorische potentialiteiten die schuilden in de woorden en handelingen van de revolutionairen. All men are created equal – geldt dat ook voor vrouwen en zwarte slaven? Droits de l’Homme et du Citoyen – hoort daar een onderscheid tussen te bestaan? En zo ja, wie mag dan citoyen zijn, en wie louter homme?
Zulke vragen laten zien hoezeer de erfenis en idealen van de revoluties vatbaar waren voor contestering en conflicterende interpretaties. Toen de revolutionairen het status quo wijzigden, creëerden ze tegelijk ook nieuwe vormen van uitsluiting en onderdrukking. In de loop van de volgende eeuwen zouden de slachtoffers daarvan zich beroepen op de universalistische belofte van de pan-Atlantische revolutie om te strijden voor rechtvaardigheid.
Conservatieve lacune
Wat ik een beetje mis in Koekkoeks boek, zijn echter de conservatieve critici van de Revolutie. Wellicht speelt plaatsbeperking daarin een rol. Als vertrekpunt lijkt Koekkoek Israels onderscheid tussen de radicale en gematigde revolutionaire flanken over te nemen, maar werkt dat minder diepgaand uit. Wel is hij een stuk minder partijdig dan Israel, die er geen geheim van maakt te sympathiseren met de radicale revolutie.
Koekkoeks beperkte weergave van Burkes kijk op de revolutionaire ontwikkelingen in Frankrijk vervalt jammerlijk in nietszeggende clichés. ‘Het Iers-Britse Lagerhuis Burke’, zo lezen we, ‘zag in de Franse Revolutie een onverantwoorde afbraak van over vele generaties opgebouwde politieke instituties’. Dit geeft de indruk dat Burke te allen koste wilde vasthouden aan de absolutistische Franse monarchie – een misvatting die vrijwel al zijn tegenstanders maakten. Zijn beroemde tegenstrever, Thomas Paine, schreef al in The Rights of Man:
‘He tells the world to come, that a certain body of men, who existed a hundred years ago, made a law; and that there does not now exist in the nation, nor ever will, nor ever can, a power to alter it.’
In werkelijkheid was Burke een prominent lid van de hervormingsgezinde Whig-partij, die verantwoordelijk was voor het afzetten van de despotische James II in 1688 en het bestendigen van parlementaire autoriteit.
Doorheen zijn leven zou Burke strijden voor de rechten van religieuze minderheden in Engeland, voor de onderdrukte Ierse katholieken en voor de Indiërs die in de kolonies werden onderworpen aan wantoestanden door een ontspoord bestuur. Hij uitte publiekelijk zijn steun voor de misnoegde Amerikaanse rebellen.
Burkes kritiek op de Franse Revolutie was juist dat haar democratische aard een bedreiging vormde voor de rechten en vrijheden die hij zo koesterde. Wat hij wilde conserveren was niet onrecht en vorstelijke tirannie, maar het bestel dat met zijn evenwicht tussen monarchie, aristocratie en volksvertegenwoordigen (de ‘drie leden’ zoals hij ze noemde) de ‘liberties of Englishmen’ had weten te bewaren.
Burke steunde hervorming van het Franse bestuur, maar hoopte dat Frankrijk de gematigde weg van Engeland zou volgen en zijn absolutistische monarchie zou omvormen tot een gemengde constitutie. Hij was een onverbiddelijke tegenstander van de radicale jakobijnse volksdemocratie. De Terreur zou hem gelijk geven.
Conclusie
Desondanks is Revolutionaire tijden een verdienstelijke toevoeging aan het repertoire over de Atlantische revoluties. Nieuwkomers zullen er een goed inleidend overzicht in terugvinden, en veteranen zullen in het vertrouwde verhaal vast enkele nieuwe details ontdekken, zeker over de Haïtiaanse en Nederlandse episodes. Zorg er alleen voor dat je daarna een biografie van Burke voorhanden hebt.
Othman El Hammouchi is een jonge, conservatieve opiniemaker.
Door de coronacrisis lijken alle remmen op het Belgische etatisme te zijn weggevallen. De lockdown lijkt een vrijgeleide naar totalitarisme.