De hypocriete verontwaardiging over Hongarije
In plaats van in een fascistische dystopie kwam ik in Boedapest terecht in een prachtige 19de-eeuwse stad met brede boulevards, elegante kerken, en cultuur op elke straathoek. En waar Joden en moslims welkom zijn.
foto © Pixabay / Jo Stolp
Westerse beeldvorming over Hongarije verraadt vooral dat men geen hand in eigen boezem kan steken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk weet niet goed waar ik mij precies aan verwachtte toen ik een paar jaar geleden uitstapte op de luchthaven van Boedapest. Het was mijn eerste bezoek aan Hongarije. Ik was door vrienden uitgenodigd om er een week te logeren. In de maanden voor ik vertrok was het land in de westerse media al even besproken als vandaag. Met artikels over neonazi-skinheads die de straten onveilig zouden maken, en een regering met een genocidale haat voor allochtonen en lhbt’ers.
In plaats van een fascistische dystopie kwam ik terecht in een prachtige 19de-eeuwse stad met brede boulevards, elegante kerken, en cultuur op elke straathoek. De straten waren proper en ordentelijk. Overal langs de Donau kon je mensen gelaten zien genieten van de heerlijke zomerzon. Wie zich aan de bergopwaartse tocht naar de Matthiaskerk in het Kasteeldistrict waagde, werd beloond met een adembenemend uitzicht op de tweede stad van het Habsburgse Rijk.
Niet antisemitisch
Natuurlijk waren er ook bepaalde zaken die mij sinister leken. Toen ik arriveerde was de overheid net bezig met een campagne tegen de filantroop George Soros. Die wordt door de Hongaarse regering gezien als haar gezworen vijand. De straten hingen vol met propagandaposters waarop hij zo werd afgebeeld dat zijn neus gigantisch leek. Een niet mis te verstane boodschap.
Ik werd echter verzekerd door mijn gastheer, zelf Joods, dat de regering van mijnheer Orbán in de praktijk geen discriminerend beleid voert tegen de Joodse gemeenschap en regelmatig contact onderhoudt met de rabbijnen. Dat kon ik ook met eigen ogen zien toen we gingen lunchen in een koosjer-restaurant in de Joodse buurt nadat we een bezoek hadden gebracht aan de Grote Synagoge in de Dohanystraat. Dit Joodse gebedshuis, het grootste van heel Europa en een waar architecturaal chef-d’oeuvre, werd zichtbaar goed onderhouden door de bevoegde autoriteiten.
Respectvol tegenover moslims
Wat mij echter veel meer verbaasde, was de manier waarop moslims werden behandeld in Boedapest. De stad krioelde werkelijk van moslima’s met hoofddoeken. Wellicht toeristen uit Turkije en de Balkan. We gingen een moskee bezoeken die niet ver lag van het centrum. De Pakistaanse toezichthouder ervan bleek Arabisch te spreken. Hij vertelde me dat hij zich helemaal thuis voelde in Hongarije. En dat hij niet te klagen had over discriminatie of haat.
We begaven ons later ook naar het heiligdom van Hz. Gülbaba. Hij is een Ottomaanse soefi-mysticus die begraven ligt in het Rozenheuvel-district van de stad. Bij een fonteintje zat een moslima daar vredig een boek te lezen. Wellicht religieuze poëzie. Nadat ik mijn respect had betoond aan de meester liet mijn gastheer me een tijdje alleen om rustig te kunnen bidden. Het was een enorm ontroerende ervaring.
Hongarije-bashen
’s Avonds hadden we gepland om in de Vigado-muziekzaal een uitvoering van Berlioz’ Symphonie Fantastique bij te wonen. We besloten een uur voordien in de buurt te gaan dineren. Toen kwam wellicht het meest verbijsterende moment van mijn hele bezoek. Er kwam namelijk een islamitisch gezin naast ons zitten waarvan de vrouw een niqab droeg. Niemand die haar een strobreed in de weg legde. Ze werd door niemand aangesproken over ‘onze waarden en normen’. De ober vroeg alleen wat ze wilde eten. Toen begon ik mij voor het eerst ernstige vragen te stellen over de beeldvorming rond in Hongarije in onze media. Ik voelde me in het racistische Hongarije namelijk een pak meer welkom dan in Antwerpen of Lubbeek.
In de jaren na mijn eerste bezoek is er aan dat beeld weinig veranderd. Zo is er recent bij ons weer een rondje Hongarije-bashen opgelaaid. Dit nadat een naaste bondgenoot van mijnheer Orbán in Brussel is betrapt tijdens een orgie met een twintigtal mannen. Een homofobe politicus die zelf homoseksueel blijkt te zijn? Hilariteit alom!
Belgisch boerkiniverbod
Minder (of beter: geen) aandacht ging er naar het vonnis van het Antwerpse Hof van Beroep dat het boerkiniverbod van de stad deze week in stand hield. Een moslima die wenst te zwemmen zonder haar lichaam te tonen — volkomen hygiënisch en zonder iemand anders te hinderen — mag dat dus niet. België zal hierover niet worden aangesproken door Europa, noch door de links-liberale euroklasse. Er zal in het EU-parlement geen resolutie gestemd worden om ons land te veroordelen voor deze volkomen arbitraire beperking van de vrijheid van moslims. Zulke zaken zijn voorbehouden voor ‘stoute’ landen als Hongarije.
‘Maar’, hoor ik sommigen al verontwaardigd protesteren, ‘dat is toch niet vergelijkbaar met wat er in Hongarije gebeurt!’ Laten we dus eens objectief kijken naar de maatregelen die de Hongaarse regering tegen lhbt’ers heeft genomen. Dat zijn er hoofdzakelijk twee.
Geen erkenning lhbt-gemeenschap
Ten eerste: homohuwelijk en -adoptie zijn in Hongarije onmogelijk. Ik kan begrijpen dat dit kwetsend is voor de lhbt-gemeenschap. Maar beperkt dit op enigerlei wijze hun vrijheid? Homoseksuelen mogen nog steeds samenleven, seksueel actief zijn en hun geaardheid openlijk uiten. Geen van deze zaken is verboden. Persoonlijk zou ik erkenning van de islam door de Belgische staat met alle plezier inruilen voor het opheffen van verboden op islamitische praktijken.
Daarnaast heeft de Hongaarse regering ook erkenning van transgender-personen ingetrokken. Voortaan is men verplicht het geslacht aan te houden waarmee men bij de geboorte is geïdentificeerd. Dit is inderdaad een zeer gemene, oneerlijke pestmaatregel die onnodig lijden veroorzaakt. Hier hoort terecht kritiek op te komen. Transgender-personen dienen in hun waardigheid en eigenheid erkend en gerespecteerd te worden. Wederom is hier echter geen sprake van een beperking van de vrijheid van transgender-personen. Ze kunnen zich kleden hoe ze wensen en mogen ervoor kiezen om medische stappen te ondernemen.
In Antwerpen mag je niet gewoon moslim zijn
In vergelijking daarmee zijn de beperkingen op de persoonlijke vrijheid van moslims in België veel significanter. Zowel qua kledij, voedsel als levensstijl. ‘Maak u geen zorgen, Jozef’, tweette een jongerenafdeling van de liberalen over het ontmaskerde Hongaarse parlementslid, ‘in Brussel mag u gewoon homo zijn’. Wel, in Antwerpen mag je dus niet gewoon moslim zijn. Dat werd deze week voor de zoveelste keer bevestigd.
Als we de linkse-liberale euroklasse daar nooit over horen, als moslims blijkbaar helemaal beneden het lijstje van de ‘diversiteit’ staan, waarom zouden we dan mee moeten doen met de fanatieke aanval op een Hongarije dat ons nooit kwaad heeft gedaan?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Othman El Hammouchi is een jonge, conservatieve opiniemaker.
Door de coronacrisis lijken alle remmen op het Belgische etatisme te zijn weggevallen. De lockdown lijkt een vrijgeleide naar totalitarisme.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.