De Ware Tijd
Titel | Verhalen van een oude trekkersschoen |
---|---|
Subtitel | Tussen Pnohm Penh en Paramaribo |
Auteur | Walter Lotens |
Uitgever | Walter Lotens |
ISBN | 9789080996939 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 266 |
Prijs | € 20 |
Tachtigjarige globetrotter Walter Lotens bracht ‘Verhalen van een oude trekkersschoen’ uit in eigen beheer. Een parel, die beter verdient.
Walter Lotens (1942) — moraalfilosoof en ex-leraar zedenleer — wisselde het krijtje in voor een ruime rugzak en werd globetrotter en Latijns-Amerikawatcher. Als freelancer schreef hij voor o.a. LA Chispa, een Nederlandstalig magazine over Latijns-Amerika en de Cariben, het Belgische De Reiskrant, en voor de Surinaamse krant De Ware Tijd. Met zijn partner Anne Van den Bril woonde en werkte hij zes jaar in het Surinaamse Paramaribo.
Op dit ogenblik schrijft hij voor www.uitpers.be, www.dewereldmorgen.be, www.apache.be en occasioneel voor www.kifkif.be. Zijn aandachtspunten? ‘Bewegingen van onderuit’: Latijns-Amerika, coöperaties, buurt- en stadsontwikkeling, reizen, en ‘de ontmoeting met de andere’, van Borgerhout over Nicaragua tot Bolivia en Suriname. (Inleiding ontleend aan www.walterlotens.net.)
Boekbijsluiter
‘Ik heb het in één ruk uitgelezen!’, hoor je vaak wanneer mensen een boek willen aanprijzen. Dat is echter wat je met het magnum opus van Walter Lotens vooral niet mag doen. Daarmee zou je deze ‘Verhalen van een oude trekkersschoen’ oneer aandoen.
Lotens, de ‘rugzaktrekkende freelancejournalist-zonder-wedde’, zoals hij zichzelf omschrijft, heeft op tachtigjarige leeftijd een honderdtal beklijvende impressies van zijn wereldreizen bij elkaar gebracht. Hier en daar heeft hij ze doorspekt met korte recensies van het werk van andere globetrotters en avonturiers zoals Herman Vuijsje, Rebecca Solnit, Ryszard Kapuściński en Sophy Roberts.
Van die wervelende omzwervingen die ons kriskras door ruimte en tijd voeren zou je alleen maar duizelig worden als je ze te snel na elkaar leest. ‘Eéntje per keer, en vervolgens laten inwerken’, is wat ik persoonlijk zou voorschrijven in de bijsluiter van dit boek. Een boek dat ik in mijn bibliotheek zal bijzetten in de galerij der groten, naast Paustovski, Chatwin, Theroux, O‘Hanlon en inderdaad Kapuściński en Roberts, die ook al hun weg vonden naar mijn persoonlijke pantheon.
Onverwacht en Nooitgedacht
Uitgeven in eigen beheer blijft een heikele zaak. Dat merk je aan zaken zoals onregelmatigheden in de bladspiegel of banale typfoutjes die her en der achterbleven. Dit manuscript verdiende eigenlijk beter, namelijk een professionele uitgever. Maar blijkbaar is het gouden tijdperk van de reisverhalen voorbij, zo oordelen de uitgevers. Is het misschien omdat onze dunne en kwetsbare aardkorst ondertussen voor een bemiddelde West-Europeaan een betaalbaar consumptieartikel is geworden?
Wereldreizen staan tegenwoordige permanent in de solden. Ik ken genoeg mensen die het ene jaar Peru ‘doen’, en aankondigen dat ze het volgend jaar Vietnam zullen ‘doen’. Zoals ze eerst de keuken ‘doen’ en daarna de badkamer. Hun reisverhalen publiceren ze nadien wel zelf op de sociale media. Met de nadruk op het eten en het weer, en gekruid met een vleugje instant-‘authenticiteit’ uit blik, die je mits bijbetaling bovenop de all-in-formule kan boeken bij het reisbureau.
Landen leef je
Walter Lotens ‘doet’ geen landen, hij ‘leeft’ ze — om een Duitse reclameslogan te parafraseren. Onze oude trekkersschoen doet dat door middel van stilistische hoogvliegers, afgewisseld met ronduit hilarische passages en dan weer heel wat no-nonsense–feiten en -cijfermateriaal tegen de achtergrond van een altijd aanwezige tragische ondertoon van armoede, uitbuiting en door de geschiedenis uit elkaar gerukte gemeenschappen.
Hoewel het puin van al die erosie en dat verval dan toch ook weer nieuwe mooie multiculturele ‘puddingstenen’ oplevert. Zoals het door de mangel van de geschiedenis gedraaide Suriname (‘een stukje tropen overgoten met een Hollandse saus’ met plekjes die luisteren naar namen als Onverwacht en Nooitgedacht), waar Walter samen met zijn vrouw Anne gedurende zes jaar zal neerstrijken, en waar hij aan de kost komt als journalist voor de Surinaamse krant De Ware Tijd.
Exponent van een generatie
De trekkerschoen trekt ons meteen midden in de actie. Zo heb ik het graag. In deze tijden waar ontlezing dreigt moet je de argeloze lezer meteen bij de lurven grijpen. Op de luchthaven van de Hondurese hoofdstad Tegucigalpa is Walter zo vermetel om in de transithal Barricada Internacional te lezen, een internationaal Sandinistisch tijdschrift.
We schrijven 6 januari 1992, en tussen de linkse Sandinisten — die in Nicaragua weliswaar twee jaar eerder de verkiezingen verloren en er de macht moesten afstaan — en het uiterst rechtse regime in Honduras zal het nooit meer boteren. Anne en Walter worden meteen gespot door een veiligheidsagent met Ray-Ban zonnebril en een dun snorretje, en zonder paspoort in verzekerde bewaring ondergebracht in het duurste hotel van de hoofdstad. Luxe, dat wel, maar in een ver land voel je je naakt zonder paspoort. Ik ervaarde dat zelf ook, toen ik in 1979 enkele uren zonder paspoort vast kwam te zitten in het niemandsland tussen Hongarije en Roemenië.
Sociaal engagement
Met dit openingstafereel legt Walter een eerste getuigenis af van zijn politiek en sociaal engagement. Het zal zeker niet het laatste zijn. Beklijvend is bijvoorbeeld ook het relaas van de experimenten met ‘maatschappelijke vorming buiten de schoolmuren’, die Walter opzette als een van de voortrekkers van AKO, de Actiegroep Kritisch Onderwijs, tijdens zijn loopbaan als leraar. Zo reed hij met een bus vol middelbare scholieren dwars door de Algerijnse Sahara naar Tindouf om er de jongeren kennis te laten maken met de gewapende vrijheidsstrijd van het Sahrawi-volk.
Of hij organiseerde een 24-uurs lesmarathon over de uitbuiting van Boliviaanse mijnwerkers en de strijd daartegen. Zoiets is vandaag ondenkbaar geworden. Ouders zouden dure advocaten in stelling brengen, terwijl het Vlaams Belang alle registers zouden opentrekken over de linkse indoctrinatie in het onderwijs.
Blindheid
Walter is daarmee een exponent van een generatie van soixante-huitards die getracht hebben om stormenderhand van de wereld een betere plek te maken. En die zo vaak van een kale kermis thuiskwamen. Zo maakt Walter zich in zijn boek — en ook tijdens de boekpresentatie op 7 december 2022 in De Peperfabriek in Antwerpen — mijns inziens volkomen terecht kwaad over het feit dat het huidige verglijden van Nicaragua naar een donkere dictatuur door de radicale linkerzijde nog altijd bedekt wordt met de mantel der liefde. ‘Die blindheid wordt veroorzaakt door een vorm van doorgeschoten ideologisch denken met een hoog utopisch gehalte.’
Enkel Cuba komt hier verrassend genoeg toch nog relatief ongeschonden uit, een indruk die ik met Walter trouwens deel op basis van mijn kort bezoek aan Havana in 2016.
Een rariteitenkabinet van papier
Vanaf de zestiende tot de achttiende eeuw kwamen bij de gegoede burgerij in Europa de zogenaamde rariteitenkabinetten in zwang. Het waren verzamelingen van zeldzame voorwerpen en kunstwerken, vaak afkomstig van buiten Europa. Ook dat is een aspect van de trekkersschoen: soms leest hij als een rariteitenkabinet van papier.
Ik sprokkel voor u enkele rariteiten bij elkaar. We lezen over een openluchtmuseum van treinlocomotieven midden in een zoutwoestijn met een oppervlakte van één derde van België, over een mistige landing in de republiek Moscou, en over de grootste kippenkwekerij ter wereld in het midden van de Sahara. Of over lama’s die wat landerig in hun doel staan tijdens een voetbalwedstrijd tegen de varkens, waarbij geen van beide partijen ook maar enige neiging tot offensieve actie vertoont.
Walter gaat op zoek naar een monument voor Litouwers op Tobago, en hij schrijft ook dat Berlijn haast een spookdorp lijkt, waar de school gesloten is en waar ze maar drie keer per week elektriciteit hebben. Over brieven die verzonden werden na het jaar 1912 met datumstempel 1843 omdat het stempelmechanisme nu eenmaal geblokkeerd zat. Een kilometerpaal wijst de reiziger nuchter op het feit dat hij in het afgelopen uur slechts één kilometer verder geraakt is, terwijl even verderop een overwoekerd verkeersbord in de jungle ‘dreigend een maximumsnelheid van twintig kilometer per uur gebiedt’. Op een foto zien we dan weer dat Marie Pompoen twee kilometer verder te vinden is.
Aan u, beste lezer, om al deze rariteiten in hun context te plaatsen. Ik heb mij er in elk geval kostelijk mee geamuseerd. Er zit heel wat in dit boek dat onverwacht en nooit gedacht is. De wereld is een vreemde plaats.
De Ware Tijd
Wat mij in dit boek ook getroffen heeft is een tragisch en wereldwijd universalisme van armoede en verval, en van de talrijke overlevingsstrategieën die mensen ontwikkelen om zich staande te houden. De Latijns-Amerikaanse voorbeelden die Walter daarvan geeft deden mij denken aan mijn eigen ervaringen in India, de Filippijnen en Indonesië. Ik bewonder Walter — die toch zeventien jaar ouder is dan ik — daarom ook voor zijn blijvende optimisme en strijdlust.
Vaak had ik bij het lezen van dit boek het gevoel kennis te maken met de Ware Tijd die zich op deze pagina’s lijkt uit te kristalliseren. Niet de Surinaamse krant, maar het hard stilstaand vorderen van de lijdende mens die zich overeind tracht te houden tussen de malende kaken van een tandeloze tijd.
‘Daar, aan het begin en einde van een tijdperk, raken wij het spoor volledig bijster.’
Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.
De ontvoogding van Vlaanderen inzake ruimtelijke ordening heeft de voortschrijdende verkruimeling van onze open ruimte helaas niet kunnen stoppen.