JavaScript is required for this website to work.

Een oorlog tegen vrouwen

Pinar Akbas2/3/2021Leestijd 6 minuten

‘Femme de la Rue’ was nog maar het tipje van de ijsberg. Geïmporteerde vrouwenhaat terroriseert de Europese straten, schrijft Ayaan Hirsi Ali.

Ayaan Hirsi Ali is en blijft controversieel en dat al sinds ze voet zette op Europese vasteland. Twee keer emigreren naar vrije samenlevingen betekent ook twee keer aanpassen aan het aanwezige sociale klimaat. Als geen ander is zij geslaagd in haar integratie in Nederland en in de Verenigde Staten. De democratie heeft ze niet alleen stevig omarmd. Ze is ook één van de vele passionele strijders geworden voor een rechtsstaat waar mensenrechten en vrijheden absolute normen zijn die in een vrije samenleving moeten worden nagestreefd en behouden. Ook al heeft ze daar een prijs voor betaald in het vrije Westen.

Onderdrukking en verminking

Ze werd met de dood bedreigd omwille van haar islamkritiek, dook onder en werd op die manier beperkt in haar bewegingsvrijheid door zich van de ene naar de andere locatie te moeten verplaatsen met staatsbeveiliging. Net voor die bewegingsvrijheid was ze gevlucht naar Nederland. Omdat ze als jonge vrouw in een dominant patriarchaal en islamitisch land niet de spontaniteit mocht beleven die een jonge vrouw van begin twintig mocht voelen. Zonder mannelijke chaperon mocht ze niet buiten. Wat schiet er ook van je spontaniteit over eigenlijk als je op kinderleeftijd ook nog eens werd onderworpen aan een gruwelijke traditie als genitale verminking?

Met haar nieuwe boek Prooi wil ze duidelijk maken dat de positie van vrouwen in islamitische gemeenschappen in Europa nog altijd niet gunstig evolueert en dat zelfs de positie van de autochtone Europese vrouw erop achteruitgaat. Het boek vraagt dus aandacht voor de onderdrukte positie van vrouwen in islamitische migrantengemeenschappen en de positie van de Europese autochtone vrouw die slachtoffer is van seksueel grensoverschrijdend gedrag gepleegd door mannen uit islamitische landen. De auteur wil de positie van de vrouwen onderzoeken nadat een groot aantal mannen uit overwegend islamitische landen zijn gemigreerd naar Europa.

Hun houding is er een van minachting, schrijft ze. Minachting naar de vrije, geëmancipeerde, (hoog-)opgeleide, werkende, onafhankelijke en zelfzekere vrouw. En die minachting wordt op verschillende manieren geuit, verbaal en fysiek. Haar boek lezende zou je denken dat er een oorlog tegen vrouwen gaande is.  Ze erkent verschillende malen  dat seksueel geweld en intimidatie niet enkel een probleem is van moslimmannen. Ze somt de gewelddadigheden en verkrachtingen bij vrouwen op die gepleegd zijn door niet-moslims in verschillende oorlogen in Europa . Maar ze voegt daaraan toe dat ze zich enkel zal concentreren op seksueel geweld gepleegd door moslimmannen.

Ze was een prooi

Het boek start met een triggerwaarschuwing. Het boek moet ‘triggeren’, schrijft de auteur. Dat is alvast een goede verkoopstrategie: het boek wakkert de nieuwsgierigheid aan van de potentiële lezer in een boekhandel en nodigt  uit om verder te lezen. Ze begint met haar eigen verhaal in Nederland. Daar maakte ze een eerste cultuurschok mee. Ze sprak met haar nieuwe, Nederlandse vrienden sprak over wansmakelijk, grensoverschrijdend gedrag van mannen afkomstig uit overwegend islamitische landen. Die mannen gedroegen zich, in het asielzoekerscentrum waar ze verbleef, als roofdieren waardoor zij zich weer een prooi voelde.

In die beginperiode zocht ze de schuld bij zichzelf en onderging ze de ongewenste intimiteiten. Ze vroeg aan haar Nederlandse vrienden of de Nederlandse mannen zich ook zo gedroegen. Zelfzekere, onafhankelijke vrouwen ontkenden en zeiden dat hun mannen zich zo niet durfden te gedragen. Dat bezorgde Hirsi Ali een cultuurclash. Zoiets had ze nog nooit meegemaakt, vrouwen die voor zichzelf durven opkomen. En mettertijd omarmt ze het vrije Westen en haar eigen vrijheid in Nederland. 

Het is duidelijk dat de auteur grondig heeft gebruikgemaakt van de verschillende databanken wereldwijd over migratie om haar boek te onderbouwen. Dus het gaat niet enkel over anekdotiek. Integendeel, samen met haar team heeft ze verschillende steden in West-Europa bezocht om mensen te interviewen en rechtbankverslagen te lezen over gruwelijke verkrachtingen gepleegd door minderjarige en meerderjarige islamitische immigranten. Met precisie beschrijft ze het profiel van de asielzoekers die ervoor gezorgd hebben dat vrouwen bepaalde wijken vermijden, zich niet vertonen in die wijken en zich zelfs volledig terugtrekken uit de openbare ruimte. Dat alles omwille van seksuele intimidatie, verkrachting en aanranding op straat.

Vrouwen aan het woord

Ze benadrukt daarbij dat de locatie en het tijdstip van de dag geen bepalende factoren zijn. Ze laat verschillende vrouwen aan het woord die hun leven organiseren rond het geestelijk en lichamelijk terrorisme dat ze dagelijks moeten zien te overleven. Sissen, knijpen, grijpen, voelen, op de grond duwen, aanranden, verkrachten, schelden en bedreigen: vele vrouwen moeten elke dag een hel doorstaan om gewoon maar alledaagse dingen te kunnen doen zoals brood  halen bij de bakker . Het is letterlijk Femme de La Rue maar dan op globaal Europees vlak – en nog gruwelijker – waarbij vrouwen op klaarlichte dag verkracht worden op openbare plaatsen.

Zorgeloos joggen in het park resulteert voor sommige vrouwen in trauma’s die ze levenslang moeten meetorsen. En wat doet het beleid? Wegkijken en nog meer asielzoekers toelaten, schrijft Hirsi Ali. Europa voert een gedoogbeleid voor die daders. Het neemt zelfs de normen en waarden van die asielzoekers over. Vrouwen worden eerder aangemaand om voorzichtig te zijn. Er worden gesegregeerde zwembaden en zwemuren voorzien, omdat vrouwen bij het zwemmen worden lastiggevallen door moslimmannen. Gendersegregatie wordt op die manier aangemoedigd en gefaciliteerd zonder dat de beleidsmakers zich bewust zijn van de onderliggende, bijkomende gevaren. Structurele maatregelen in de vorm van sancties tegen die daders komen er niet… Het is niet verwonderlijk dat de Duitse bondskanselier Merkel niet haar favoriete persoon is. Een aantal keren schrijft ze met een verwijtende toon over de migratie-oneliner: Wir schaffen das.

 Eigenlijk lezen we – helaas –  niks nieuws van Ayaan Hirsi Ali. Ze somt alweer dezelfde problematiek op. Op het einde van het boek schrijft ze dan weer enkele voorstellen uit die in Europa  een daadkrachtig migratie- en integratiebeleid tot stand zouden kunnen brengen. We kennen Ayaan Hirsi Ali in Europa al sinds het begin van dit millennium en weten waar ze voor staat. Ze erkent dat haar islamkritiek vaak wordt overgenomen door extreemrechtse populisten en benadrukt in haar boek dat het debat niet door hen mag worden weggekaapt. Maar haar naam, haar werk, haar gedachtegoed wordt eerder in extreemrechtse kringen besproken.

Geen assimiliatie

In een interview met De Morgen zegt ze dat mensen die haar in dat spectrum zien, dom zijn. En daar duikt dezelfde minachting voor een andere mening op, dezelfde minachting die zij toeschrijft aan links en linkse feministen. De Nederlandse gezelligheid heeft ze alleszins niet omarmd tijdens haar integratie. Of dat luikje heeft ze gemist in haar assimilatie. Dat woord, assimilatie, gebruikt ze ook bewust: mensen moeten zich assimileren en niet integreren. Mijn polsslag verhoogt telkens bij het horen van dat woord. Ik kom uit een nationalistisch milieu waar ik de assimilatie van onderdrukte volkeren van dichtbij heb meegemaakt. Van zodra men het over assimilatie heeft, verdwijnt de liberaal en democraat in elke mens. Dus je kan het boek geen verbindende taal toeschrijven.

Op diezelfde toon verwijt ze de liberale feministen een milde houding ten opzichte van het verwerpelijk gedrag van de asielzoekers. Ze merkt terecht op dat de linkse feministen meer bezig zijn met de Palestijnse kwestie dan met de positie van de Palestijnse vrouwen. Ze stelt dat vrouwen de oplossing zijn voor het integratieprobleem, maar omschrijft niet hoe ze dat moeten doen. Ze slaat zo’n cruciaal element over omdat ze weet dat jonge vrouwen die geïsoleerd leven mentaal en fysiek gegijzeld worden door hun familie. Uithuwelijking of eergeweld zijn altijd mogelijkheden in het leven van zo’n jonge vrouw vanaf het moment dat ze het venster met de wereld op een kier zet. 

‘Echte’ feministen zouden zich moeten verenigen in een nieuwe vrouwenbeweging, stelt ze. Een clichématig voorstel van haar luidt dan weer: pak de oorzaken in die landen aan waar de economische en veiligheidsproblemen het dagelijks leven bepalen. Maar hoeveel heeft Hirsi Ali al geïnvesteerd in de Somalische vrouw in Somalië? Ze stelt ook vragen over de bereidwilligheid van een asielzoeker om een ‘echte’ Nederlander te worden terwijl ik mij altijd afvraag wat dat woordje ‘echt’ precies inhoudt. 

Minachtende toon

Nog een minachtende toon treedt naar voren als ze schrijft over de integratie-industrie, waarbij ik als lezer dacht: prima, nu vloeien er waarschijnlijk nieuwe voorstellen uit haar pen. Maar ook daar valt ze weer in herhaling. Ze stelt voor om te luisteren naar succesvolle immigranten en somt een paar bekende activistische namen op. Maar ze reikt de hand niet naar de duizenden hoogopgeleide islamitische mannen en vrouwen in Europa die wel dagelijks het beste uit zichzelf en hun leven in een vrije samenleving putten.

Ja, er is een structureel probleem met de islam. Maar er is ook een structureel probleem in het drammerig toontje van islamcritici die boeken vol schrijven en schermen met cijfers en statistieken. De lezer wordt op die manier in de war gebracht of haakt af bij de zoveelste grafiek of tabel. Men creëert tegelijk een sfeer van wantrouwen door te stellen dat men niet alle officiële cijfers in handen gekregen heeft omdat de bureaucratie de werkelijke cijfers achterhoudt om racistische uitlatingen of polarisatie te vermijden.

Het boek had een vernieuwende en verfrissende lijn kunnen volgen. Met lef en authenticiteit had het interviews kunnen brengen met moslims die even kritisch staan tegenover het seksueel geweld van die asielzoekers die ze in haar boek heeft beschreven. Ze kan niet zeggen dat die moslims niet bereid zijn om deel te nemen aan het maatschappelijk debat. Sommigen hunkeren zelfs naar een debat op niveau over de plaats van de islam in de westerse samenleving. Maar zolang de auteur die mensen afschildert als dom — omdat ze met haar niet willen worden geassocieerd omdat ze het extreemrechtse spectrum voedt — denk ik niet dat men haar oproep om te verenigen serieus zal nemen.

Wat heeft ze binnengehaald…

Op het einde van het boek kan elk beïnvloedbare ziel achterblijven met de vraag wat voor psychopaten de Duitse bondskanselier Merkel allemaal heeft binnengehaald op Europees grondgebied. En daar slaagt het boek in zijn opzet. Terwijl ze meermaals beklemtoont dat niet enkel de moslimmannen zich schuldig maken aan gruweldaden tegen vrouwen, slaagt ze er toch in een algemeen beeld te schetsen van misogyne en onverdraagzame moslims.

Is het boek baanbrekend, revolutionair, verfrissend en inderdaad prikkelend zoals ze op de eerste pagina van haar boek had beloofd? Neen, het is en blijft een opsomming van alles wat fout is aan de islam. En een pleidooi voor meer repatriëringen van asielzoekers die misdrijven plegen. Een effectief uitzettingsbeleid zal er pas komen als islamcritici en moslims in het Westen de handen in elkaar slaan, zich verenigen en een front vormen tegen de vrouwenhaat die men importeert uit die landen waar vrouwen als schimmen ronddwalen in hun eigen kerkers. 

‘Prooi’van Ayaan Hirsi Ali  is te koop in de Doorbraak online boekhandel: u bestelt het hier.

Pinar Akbas (1980) uit Hasselt is een verpleegkundige van opleiding. Een Vlaamse Turkse, actief in de politiek en met een mening over integratie, participatie, gelijke kansen en gender.

Commentaren en reacties