Niet alles maar veel begint bij luisteren: een zomer in de Denderstreek
Dominique Willaert trok een paar weken naar de Denderstreek, die doorgaat als een proeflabo voor het Vlaams Belang.
Het is een grote verdienste van Dominique Willaert, auteur van Niet alles maar veel begint bij luisteren, in de warme zomer van 2022 een paar weken naar de Denderstreek te trekken om te weten wat de mensen daar te vertellen hebben. Willaert staat gekend om zijn stevige linkse overtuiging en die klinkt ook door in sommige passages van zijn boek. Maar hij is erin geslaagd een stevig en goed onderbouwd gedocumenteerd werk af te leveren, met sprekende foto’s van Yasmina Besseghir.
Willaert geeft interessante basisgegevens, die belangrijk zijn voor wie de Denderstreek wil begrijpen. Ooit was dit een welvarend gebied, waar er werk was voor iedereen. Maar toen de fabrieken sloten en de bevolking niet anders kon dan elders werk te gaan zoeken, leken de overheden het gebied aan zijn lot over te laten.
Van het Gemeentefonds krijgt Ninove met zijn 39.000 inwoners net geen tien miljoen euro. Turnhout, dat niet veel meer inwoners heeft, krijgt bijna 17 miljoen euro meer. De bevolking veroudert en jongeren trekken weg uit een streek met een slecht imago waarvan ze niet veel meer verwachten. Hun plaats wordt ingenomen door allochtonen. In enkele jaren heeft dat ervoor gezorgd dat meer dan een derde van de inwoners van Denderleeuw een migratie-achtergrond heeft. Bij kinderen onder de vijf jaar is dat zelfs 50 procent. In Aalst zijn die cijfers ongeveer gelijklopend. Ninove heeft 23 procent allochtonen.
Er hangt hier iets vreemds de lucht
Die snelle verandering heeft alles te maken met de nabijheid van Brussel. De spoorwegverbinding is uitstekend en de prijzen van huizen zijn er lager dan in de hoofdstad. Maar de traditionele oudere bevolking verteert de transformatie van de streek niet zo gemakkelijk. ‘Nooit gedacht dat een wijk zo snel zou veranderen’, zegt een inwoner aan Willaert.
De vertrouwde omgeving is weggevallen, beseft de auteur als hij ziet hoe winkeltjes en cafés sloten en het spontane contact moeilijker werd. Het maakt dat er ‘iets vreemd in de lucht hangt hier’. In 2019 profiteerde Vlaams Belang van dat onbehagen met scores boven de 25 procent, met Ninove als absolute uitschieter. Daar haalde Forza, de plaatselijke versie van Vlaams Belang met Guy D’Haeseleer op kop liefst 34 procent. De partij had maar één zetel te weinig om de meerderheid te halen.
Guy D’haeseleer
Willaert beschrijft de doordachte manier waarop D’haeseleer zijn electoraat bespeelt. Het vroegere dienstbetoon van de traditionele partijen is weggevallen, en volkshuizen en vakbondskantoren zijn verdwenen. Forza Ninove heeft dat gat slim opgevuld. Het Vlaams Huis geeft aan zijn bezoekers een gevoel van vroeger en D’haeseleer luistert er naar de klachten en oogst er namen en gegevens. Met die massa data heeft Forza zowat heel Ninove in kaart gebracht. De verkiezingscampagne is er begonnen in 2019.
Zo wordt de Denderstreek een soort proeflabo voor het Vlaams Belang, dat vooral profiteert van de passiviteit van de andere partijen. Doordat hij moeite doet om iedereen te praten en vooral te luisteren, beseft ook Willaert dat het weinig zin heeft bewoners af te doen als racisten. Hij toont aan dat mensen vooral bang zijn, ontredderd door de snelle veranderingen in hun omgeving en de inwijking.
Hij ziet ook in dat er grenzen zijn aan wat een gemeenschap kan dragen, als binnen enkele jaren de sociologische samenstelling van een gebied zo sterk verandert. De taal speelt daarin een grote rol. Het blijft een oud zeer: als nieuwkomers geen Nederlands (willen) spreken, wordt hun integratie bijzonder moeilijk en groeit de weerstand. Maar sommige inwijkelingen, die wel Nederlands spreken, beklagen er zich ook over dat de plaatselijke dialecten wel andere talen lijken.
Oneerlijke concurrentie
Willaert voelt een vaak onbepaald onbehagen bij de oorspronkelijke, ouder wordende bevolking die volop gelooft dat nieuwkomers van allerlei voordelen genieten. Hij toont met sprekende cijfers aan dat die ‘gevoelservaringen’ op geen objectieve feiten berusten. Zo gaat slechts 15 procent van de sociale woningen naar inwijkelingen, veel minder dan wat voor waar wordt aangenomen. Maar Willaert vertelt ook dat onderbetaalde ‘zelfstandige’ arbeiders uit Oostbloklanden een oneerlijke concurrentie vormen voor plaatselijke ondernemers.
Het siert Willaert dat hij zich ondergedompeld heeft in een niet bepaald vrolijke omgeving, waar hij vaak moest opboksen tegen opvattingen die sterk verschillen van de zijne. Hij gelooft dat door te luisteren en mensen met elkaar in contact te brengen er wel iets ten goede kan veranderen. Men kan met Willaert over veel van mening verschillen, maar hij heeft tenminste de inspanning gedaan naar een streek te gaan waarvan het wel lijkt dat de traditionele partijen ze hebben opgegeven.
Wie zijn boek leest, ziet de uitdagingen waarvoor de politiek staat in de Denderstreek. Willaert is niet onverschillig. Laat hem daarom geloofd en geprezen worden. Alleen daarom is zijn Niet alles maar veel begint bij luisteren. Een verslag uit de Denderstreek de moeite waard te lezen.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Walter Grootaers kijkt terug op leven en carrière met De Kreuners, die het Nederlands introduceerden in de rock-‘n-roll in Vlaanderen.