JavaScript is required for this website to work.

Franco is dood. Franco leeft!

Christophe Bostyn14/11/2018Leestijd 3 minuten

Op 20 november zal het 43 jaar geleden zijn dat de Spaanse dictator Francisco Franco vreedzaam stierf in zijn bed. Na de staatsgreep die hij pleegde tegen de democratisch verkozen regering van de Tweede Spaanse Republiek en na de overwinning tijdens de daarop volgende burgeroorlog, bleef hij bijna vier decennia aan de macht. De transitie die daarop volgde, werd in Spanje en daarbuiten bejubeld als een voorbeeld van een stabiele overgang van een dictatuur naar een democratie. Dat ideaalbeeld vertoont steeds meer barsten.

‘Atado y bien atado’, zo beschreef Franco de staat van zijn dictatuur in Spanje in 1969, ‘Vastgebonden, goed vastgebonden’. Wat is daarvan, 40 jaar na het schrijven van de onaantastbaar gewaande grondwet? Het pas verschenen boek Franco Lives On trekt op onderzoek naar de resten van het Francoregime in het huidige Spanje. De overblijfselen van Franco zelf staan alvast opnieuw ter discussie. Zal de dictator weggehaald worden uit zijn megalomaan mausoleum in de Valle de los Caidos? Dat weten we nog niet, maar het boek vertelt ons wel wat er van Franco’s regime nog leeft in de instellingen, de bestuurslagen en onder de elites van het land.

De Transitie na Franco

Spanje hervormde zichzelf na 40 jaar totalitaire dictatuur in nauwelijks enkele jaren tijd naar een liberale modeldemocratie. Nog tot op vandaag worden de Spaanse grondwet en de Transitie als een ‘fantastische geschiedenis‘ gepresenteerd. Franco Lives On wil bijdragen aan het doorprikken van deze mythe. Het eerste deel schetst een historische context van het Francoregime, maar vooral de kern van de Transitie en wat dit betekende voor de huidige Spaanse democratie. Een democratie die zeker vele nieuwe rechten en vooruitgang met zich meebracht, zo geeft de auteur grif toe.

Een Transitie die ook niet zo vreedzaam was als wordt beweerd. Het doel van de franquistische elite was namelijk zoveel mogelijk verandering tegen te houden. Die elite zat er niet om verlegen om te veel verandering met institutionele macht en geweld tegen te houden. Toch raakte Spanje op weg naar verandering, naar democratie. In Spanje luidt de samenvatting vaak: het Francoregime was te zwak om de dictatuur verder te zetten en de democratische oppositie te zwak om een volledige democratische revolutie te bewerkstelligen.

Franco brak met zijn staatsgreep wel volledig met de legaliteit van de Spaanse democratie. Ter illustratie: onder zijn regime werd de republikeinse echtscheidingenwet geannuleerd. Scheidingen werden teniet gedaan op eenvoudig verzoek van een van de twee voormalige partners. Indien iemand burgerlijk hertrouwd was, werd ook dat wettelijk als onbestaand beschouwd. Indien geen van beide zich wenste te herenigen, kon geen enkel van beiden hertrouwen aangezien enkel het eerste – kerkelijke – huwelijk als legaal werd gezien.

De huidige Spaanse staat handhaafde wel de legale continuïteit van de Franco-dictatuur. Tot op vandaag zijn rechtspraken en hun gevolgen, zoals het summiere proces tegen de Catalaanse minister-president Lluís Companys, volledig legaal gebleven in Spanje. Het eerste deel van het boek wil dan ook weergeven wat de dictatuur nu nog betekent voor Spanje, maar ook voor de Catalaans sprekende delen van Spanje (Catalonië, de Balearen en Valencia).

Amnestie of straffeloosheid?

De grootste verschillen aanduiden met andere landen die uit een dictatuur kwamen, zoals Portugal, Italië of Griekenland, is de opzet van het tweede deel. Daar valt op dat Spanje de uitzondering van de vier is: in geen enkel ander land kon de dictatuur zich zo diep en blijvend nestelen. Terwijl tijdens de Anjerrevolutie in Portugal de oude elites werden vervolgd en uit het staatsapparaat werden gekegeld, in Griekenland de elites van voor het kolonelsregime de macht opnieuw overnamen, bleven in Spanje de oude elites het voor het zeggen hebben.

De Spaanse amnestiewet uit 1977, al jaren een doorn in het oog van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties, zorgde ervoor dat iedereen die voor Franco had gediend, zorgeloos verder kon. Folteraars, beulen en andere misdadigers inbegrepen. Toch wordt de Transitie als een succes gezien, niet in het minst door de Spanjaarden zelf. Dat is niet toevallig: het vergeetbeleid wordt tot op vandaag tot op de school- en universiteitsbanken gevoerd.

Naam en toenaam

Het derde deel van het boek is een klap in het gezicht voor wie gelooft in de mythe van de Spaanse Transitie. De auteur trekt als een wervelwind langs de magistratuur, het leger, de administratie, de universiteiten, de sportwereld en de grootste bedrijven. Van het parlement, de politieke partijen tot de bankwereld: hij trekt ongenadig de lijnen naar de Franco-elites. Het resultaat is een lawine van namen. Voor de Spanjekenners zullen vele figuren en bedrijven bekend in de oren klinken, voor anderen zal dit overdonderend zijn. De auteur slaagde erin de nazaten op te sporen van de laatste 50 ministers onder Franco. Het beeld dat daarmee wordt gegeven, is confronterend. Hoe is het mogelijk dat de elites uit de dictatuur niet alleen volledig konden vermijden enige tol te moeten betalen voor hun daden? En er ook nog eens in slaagden sterker uit de Transitie te komen?

Het boek mag dan wel geschreven zijn door een Catalaan, hij is niet te benauwd om ook de Catalaanse families die profiteerden van het Francoregime te benoemen. De auteur graaft diep en snel diep. Gelukkig is er de introductie van de Britse hispanist Henry Ettinghausen. Die legt de link tussen de huidige repressie in vooral Catalonië en de franquistische wortels van de Spaanse staat. Dat de overblijfselen van Franco, 43 jaar na zijn dood, nog steeds voor controverse zorgen, kan voor buitenstaanders voor verwondering zorgen. Dit boek legt uit waarom, nu nog altijd, Franco niet weg te denken is uit het Spanje anno 2018.

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties