Catalonië viert nationale feestdag in mineur
Diada met respect voor de ‘sociale afstand’, in Granollers.
foto © Vilaweb.cat
Door de coronamaatregelen was een zoveelste Catalaanse massabetoging onmogelijk. Zou het anders wél een succes geweest zijn?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Catalaanse nationale feestdag (11 september) is dit jaar een atypische geworden. COVID-19 heeft zeker roet in het eten gegooid: de fysieke afstandsregels moesten gerespecteerd worden en vooraf inschrijven was verplicht. Het resultaat waren kleine en over heel Catalonië verspreide protestlocaties, veelal voor Spaanse overheidsgebouwen. Maar niet alleen het coronavirus ontwrichtte de traditionele Diada. De politieke verstandhouding tussen de independentisten zit ver onder het vriespunt. Indien het Spaanse gerecht zijn wil doorzet, zal minister-president Quim Torra (JxCAT) binnenkort ook nog eens uit zijn functie worden gezet en trekt Catalonië naar vervroegde verkiezingen in het najaar. Dat zouden de vijfde regionale verkiezingen zijn in tien jaar.
Beperkt protest
Burgerbeweging ANC (Assemblea Nacional Catalana), die al tien jaar de betogingen organiseert voor de Diada, riep op om zoveel mogelijk protesten te organiseren voor Spaanse overheidsgebouwen, die ze kwalificeert als ‘symbolen van de Spaanse bezetting’. In Barcelona werd het voornaamste protest gehouden op het plein voor het hoofdkantoor van de Spaanse belastingdienst. Elke deelnemer moest zich inschrijven en had deze inschrijving nodig om het plein toe te treden. Zo verliep het ook op andere plaatsen in de stad en Catalonië. Volgens ANC zouden er 131 protesten hebben plaatsgevonden met 59.500 personen. Ter vergelijking: tijdens vorige Diadas kwamen steeds om en bij het miljoen betogers op straat. Pas vorig jaar kwam de klad erin met ca. 600.000 deelnemers.
Media berichtten ook dat er tijdens het begin van dit verlengd weekeinde in Catalonië zomaar eventjes 420.000 auto’s de metropolitaanse zone van Barcelona verlieten. De Catalanen lijken van dit verlengd weekeinde te hebben geprofiteerd om op uitstap te gaan. De coronamaatregelen voor deze Diada zijn daar uiteraard voor een groot deel voor verantwoordelijk, maar het animo om aan deze Diada deel te nemen zou dit jaar sowieso zwak geweest zijn.
Bittere sfeer
Van een goede sfeer kan je niet meer spreken in het Catalaanse onafhankelijkheidskamp. De regeringspartijen Junts per Catalunya (JxCAT, centrumrechts) en Esquerra Republicana de Catalunya (ERC, centrumlinks) rollen al langer vechtend over straat. Strategisch verschillen de partijen grondig van mening. ERC gaf zijn steun aan de Spaanse regering-Sánchez in ruil voor een formele ‘dialoog’ tussen de Spaanse en Catalaanse regering. Die dialoog is sinds januari nog steeds niet van start gegaan. JxCAT beschouwt deze ‘dialoog’ dan ook als nutteloos.
In het centrumrechtse kartel Junts per Catalunya zit het er onderling ook bovenarms op. De PDECAT, de oude partij van Puigdemont, legde klacht neer tegen de nieuwe partij van Puigdemont, die de naam van de coalitie overnam voor zijn nieuwe onafhankelijkheidspartij. Ook het water tussen ANC en ERC zit diep. Die laatste verwijt ANC te veel in het kamp te zitten van JxCAT en Puigdemont. ANC, net zoals radicaal-links groeperingen, neemt het de Catalaanse regering van Torra dan weer kwalijk ‘heel weinig’ gedaan te hebben voor de onafhankelijkheid. Terwijl ANC zelf ook datzelfde verwijt krijgt.
Ook ANC moet het dus regelmatig ontgelden. Toen voorzitster Elisenda Paluzie opriep om voor de Universiteit van Barcelona te betogen, nota bene haar werkgever, omwille van haar ‘unionistisch rectoraat’ en als symbool van de Spaanse staat, werd ze overladen door kritiek. ‘Dan kan je evengoed de Catalaanse regeringszetel omcirkelen, het is de vertegenwoordiger van de [Spaanse] staat in Catalonië’, klonk het bij de independentistische journalist Eduard Voltas.
Madrid geeft geen duimbreed toe
Minister-president Quim Torra riep de Spaanse regering en koning op, ter gelegenheid van de Diada, zich officieel en plechtig te verontschuldigen voor de ‘vervolging, opsluiting, executie van minister-president Lluís Companys en duizenden Catalanen die stierven in ballingschap, nazi-concentratiekampen en in gevangenissen in Catalonië’ onder de Franco-dictatuur.
Het antwoord uit Madrid liet niet op zich wachten. Pedro Sánchez wenste de Catalanen een prettige feestdag en verzekerde door middel van ‘de dialoog binnen de Grondwet verder te werken aan het bevorderen van de hereniging in Catalonië’. Zo geeft hij aan dat het probleem in Catalonië zelf ligt en dat de grondwet niet gewijzigd kan worden, een signaal dat herhaaldelijk uit Madrid komt.
Ook het Grondwettelijk Hof publiceerde tijdens deze Diada een niet mis te verstane boodschap: Het hof weigert de vraag om de aanhoudingsbevelen tegen Carles Puigdemont en Toni Comín, beiden Europese parlementsleden, op te heffen. Nochtans genieten beide bannelingen nog altijd van parlementaire onschendbaarheid.
Tien jaar na de genadeslag van datzelfde Grondwettelijk Hof voor het Catalaans autonomiestatuut, goedgekeurd door middel van een referendum en door het Catalaanse en Spaanse parlement, blijft Madrid zo geen centimeter beweegruimte toelaten.
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
Schrijfster Henriëtte Roland Holst groeide op als notarisdochter en werd onder invloed van Herman Gorter marxiste. Ze evolueerde van sociaal-democrate tot overtuigd communiste.