Waardenloze politiek: geen democratie zonder conflict
Titel | Waardenloze politiek |
---|---|
Subtitel | Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het conflict verloor |
Auteur | Tom van der Meer |
Uitgever | Singel Uitgeverijen |
ISBN | 9789021489384 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 207 |
Prijs | € 20 |
Koop dit boek |
‘De democratie is klemgeraakt tussen technocratie en populisme’, schrijft Tom van der Meer in ‘Waardenloze politiek’. Daarmee heeft hij voor een groot stuk gelijk.
Wat is — analytisch beschouwd — het praktische nadeel van Vivaldi? Dat is het ontbreken van een alternatief. Vlaams Belang en PVDA worden afgeschilderd als populisten, en N-VA als wegloper. Alle middenpartijen zitten in de regering. Er is intussen geen alternatief voor het regeringsbeleid.
N-VA ziet zichzelf als alternatief, tenminste op federaal vlak. In het Vlaamse gewest is het anders, maar ook daar zijn Vlaams Belang en PVDA ‘populisten’. Groenen zijn er ‘onverantwoordelijke dromers’. De overige drie partijen hebben dus geen ander alternatief dan een samenwerking met N-VA.
Vivaldi is een technocratische regering: beleid staat boven ideologisch debat, en het voorgestelde beleid is de enige oplossing. In de Kamer wijst N-VA op andere mogelijkheden. In het Vlaams Parlement zijn zij zelf technocraten – of hoorde je minister Zuhal Demir (N-VA) zeggen dat haar stikstofbeleid anders kan?
Elf jaar Vivaldi
Het boek Waardenloze politiek van hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam Tom van der Meer gaat over Nederland, maar had voor België geschreven kunnen zijn. Beide landen worden bestuurd door een grote middencoalitie van veel partijen, ogenschijnlijk zonder alternatief.
Vivaldi bestaat sinds 2020 in België. Van 2012 tot 2023 werd ook Nederland ononderbroken bestuurd door dezelfde zes partijen. VVD (rechts-liberaal) was altijd de grootste regeringspartij, GroenLinks zat nooit in de regering, en in 2017 werd PvdA (sociaaldemocratisch) in de regering afgelost door CDA (christendemocratisch), D66 (links-liberaal) en ChristenUnie (orthodox-protestants, sociaaleconomisch links).
Maar de regeringspartijen hadden enkel meerderheid in de Tweede Kamer, niet in de Eerste Kamer die te vergelijken is met de Belgische senaat. De partijen die formeel in de oppositie zaten, garandeerden in de senaat alsnog een meerderheid. Eén grote middencoalitie van zes partijen. Elf jaar Vivaldi dus.
Andere partijen
Ja, er waren andere partijen in de Tweede Kamer, maar die waren te klein om het beleid te wijzigen. De eerste regering van VVD-premier Mark Rutte (2010-2012) werd gedoogd door de PVV van Geert Wilders. Wilders trok in 2012 zijn steun in, en dus volgden nieuwe verkiezingen.
Bij die verkiezingen voerden VVD en PvdA campagne tegen elkaar. De kiezer besliste over twee mogelijke maatschappijmodellen. Beide partijen wonnen. De avond van de verkiezingsuitslag besloten VVD en PvdA samen te regeren. De toenmalige PvdA-leider verdedigde als fractievoorzitter in de Tweede Kamer het regeringsbeleid.
Rutte maakte voortaan onderscheid tussen ‘verantwoordelijkheid nemen’ en ‘roepen vanaf de zijlijn’. Niet discussiëren over ideologische verschillen, maar pragmatisch werken aan oplossingen, waarmee het gevoerde beleid onontkoombaar werd.
Inhoudelijk politiek conflict
Rutte wenste geen inhoudelijke discussie te voeren over politieke verschillen. Van der Meer betreurt dat, want politiek debat is meer dan een tijdverdrijf. Een inhoudelijk politiek conflict gaat over waarden. Zonder dat conflict hebben burgers niet het gevoel dat er wat te kiezen valt.
Verschil van opvatting betekent ook verschil van richting. Niet ‘die kant moeten we op!’ maar ‘welke kant willen we op?’ dus, oftewel de mogelijkheid om te kiezen. Daardoor bepalen burgers, door te stemmen, met bestuurders de koers, in plaats van dat over hun hoofden wordt besloten.
En ja: na debat kan jouw mening minderheidsopvatting blijken. Maar het uiten en beargumenteren van jouw opvattingen – waarbij jouw mening erkend wordt als serieuze mogelijkheid – helpt het compromis aanvaarden. Geen debat, geen aanvaarding.
Technocratie tegenover populisme
Een technocratische benadering helpt om problemen op te lossen, maar riskeert inhoudelijke verschillen tussen partijen te vervagen. De geboden oplossing is de enige mogelijkheid. Wie anders beweert, weet niet hoe de wereld in elkaar steekt.
Sommige partijen beweren dat die ‘elitaire’ bestuurders het contact met het volk verloren hebben. Zij weten wel wat leeft onder het volk. Maar die populistische benadering slaat discussie eveneens dood, want hun partijprogramma staat gelijk aan de volkswil.
Technocratie (‘inhoud zonder alternatief’) doet populisten als onbekwaam, populisme (‘alternatief zonder inhoud’) ziet technocraten als wereldvreemd of – als het een extremistische partij betreft – als volksverraders. Technocraten en populisten sluiten niet alleen elkaar uit, maar ook inhoudelijk politieke meningsverschillen. Pragmatisme noch volkswil laat ruimte voor alternatieven.
Keuze
Van der Meer heeft een duidelijke verklaring voor de Nederlandse verkiezingsuitslag van 2023. De lange formatie na de verkiezingen van 2021 – waarna uiteindelijke dezelfde vier partijen verder regeerden – was niet om inhoudelijke verschillen, maar om persoonlijke conflicten. Daarmee verloor de technocratische benadering aan overtuigingskracht.
Na de val van Rutte IV sloot VVD, voor het eerst sinds 2012, samenwerking met PVV niet uit. Ex-CDA’er Pieter Omtzigt richtte een nieuwe partij op: NSC. Die twee partijen, en landbouw- en regiopartij BBB, wonnen de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023. De kiezers stemden partijen die wél een alternatief boden.
Na verschijning van dit boek verklaarden PVV, VVD, NSC en BBB te willen regeren. PVV werd altijd bestempeld als populistisch, VVD evolueerde onder premier Mark Rutte tot de meest technocratische partij. Op aandringen van NSC kwam er geen dichtgetimmerd regeerakkoord. Keert het democratische debat terug?
Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.
Vier NSC-mandatarissen traden af in drie weken tijd. Pieter Omtzigts partij is de zwakke schakel van de Nederlandse coalitie.