Grasduinen in kunst en cultuur
Meegezogen worden in de wereld van kunst en cultuur lukt enkel wanneer de gids zich open opstelt.
Geen dankbaarder genre dan het essay om boeken, theater en films te bespreken. Dat weet Daniel Mendelsohn, de kale classicus uit de Verenigde Staten, ook. Hij maakt dan ook graag van de gelegenheid gebruik om ons, zijn Nederlandstalige lezers, in zijn nieuw boek Pijn en genot een intieme inkijk te bieden in zijn culturele en literaire analyses. Wie Een Odyssee gelezen heeft, koestert redelijkerwijze hoge verwachtingen van deze essaybundel. In dat werk schetst Mendelsohn de relatie met zijn vader. Hij doet dat met passages uit de Odyssee, het bekende heldendicht van de hand van Homerus.
In niets te vergelijken met Een Odyssee
Helaas. Mendelsohn kwam, zag en struikelde over zijn eigen voeten. De flitsende vertaling – complimenten aan het olijke duo Nederlanders – kan Mendelsohns jongste worp niet redden. Toegegeven, enkele stukken zijn bevattelijk en interessant gebracht. De analyse van Sappho’s werk bijvoorbeeld. De schimmige wereld van tekstoverlevering komt hier bijzonder goed uit de verf.
Met dank aan de onderhoudende stijl waarmee deze academicus schrijft over poëziefragmenten van 2500 jaar oud. Een ander uiterst leesbaar stukje over antieke Griekse science fiction (robotten!) maakt de boel af.
Belerend vingertje
Maar daarna loopt het faliekant verkeerd. De analyse van Sofia Coppola, bekend als regisseur van onder andere Lost in Translation, is niet meer of minder dan een goedkoop en stekelig waardeoordeel. We laten Mendelsohn hier graag zelf even aan het woord: ‘De regisseur probeert haar gebrek aan echte interesse in “Geschiedenis” te verhullen met een paar slimme trucs (in een van de scènes zien we een aantal portretten van de koningin waaraan briefjes hangen met teksten als “Madame Deficit” – Vrouwe Ontoereikend), maar het lijkt een extraatje; niet meer dan een chronologische wegwijzer, en elke keer als we erlangs worden gejaagd verliest de film aan kracht.’
De hoofdletter van het woord ‘Geschiedenis’ is de aandachtige lezer ongetwijfeld niet ontgaan. Net zoals de voorkeur voor ellenlange zinnen van de auteur. Professor Mendelsohn leest de onbenullige en in zijn ogen ongetwijfeld veel te blonde regisseur dus met belerend vingertje de les. Klinkt een beetje als een wereldvreemde fan van mensen die tweeduizend jaar geleden leefden.
Een probleem met vrouwen?
Mendelsohns kritiek op Coppola kan volledig terecht gelezen worden als een uiting van een verwrongen vrouwbeeld, zoals recensente Maria Vlaar in De Standaard opmerkt. Mendelsohn lijkt een voorkeur te hebben voor figuren als Oscar Wilde, die als ongetemde homoseksueel meer dan één kosmopolitische hoofdstad onveilig gemaakt heeft. Jammer dat hij die visie zo hard lijkt door te trekken naar de andere cultfiguren die hij bespreekt.
Wanneer Pedro Almodóvar de revue passeert, ‘spreekt het voor zich dat de eerste fans in de Verenigde Staten uit de wereld van de homoseksuele stedelingen kwamen die in de jaren tachtig nieuwe politieke macht en sociale zichtbaarheid verkregen en die daar uiteraard eveneens zeer opgewonden over waren.’ Kuch, daar gaat mijn koffie. Me dunkt dat er op vlak van homorechten nog een lange weg te gaan valt in de Verenigde Staten. Zeker wanneer een openlijk homoseksuele presidentskandidaat vooraf door zijn eigen democratische partij als compleet kansloos beschouwd wordt.
Dit ruikt naar platte commercie
Ook jammer dat de thema’s telkens uit totaal andere tijdsperiodes komen. Wanneer Mendelsohn Almodóvars film Volver omschrijft als ‘nieuw’, gaat hij helemaal voorbij aan het feit dat betreffend essay uit 2007 dateert. Een eeuwigheid in filmland, met andere woorden. De selectie van de stukken, die blijkbaar gebeurd is met een specifiek oog voor de Nederlandstalige markt, had met andere woorden een stuk uitgekiender kunnen gebeuren. Dit ruikt eerlijk gezegd naar platte commercie – leve de ijzeren wet van het aantal verkochte exemplaren. Gladde glimlach van de uitgever inbegrepen.
Wat ons bij de rode draad doorheen dit boek brengt. Mendelsohn probeert zijn lezers zo krampachtig op afstand te houden dat het pijn doet aan de ogen. De academische scalpel waarmee hij zijn onderwerpen fileert is nefast voor wat een essaybundel zou moeten zijn. Een sprankelende botsing van ideeën, meningen en (persoonlijke) overtuigingen van een belezen schrijver. Volgende keer beter, Daniel.
Pieter Van den Bossche is vader, leraar en classicus. In die volgorde. Als leraar geeft hij Latijn, Grieks en filosofie in het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem, maar in zijn vrije tijd experimenteert hij met hout, baksteen en metaal.
Openstaan voor kennis en vaardigheden die aangereikt worden op school, lukt enkel wanneer ouders aan hetzelfde touw trekken.