De Kerk in al haar wederwaardigheden: over een vorst met liefde voor een ketter
‘Dit boek schetst de manier waarop ik mijn relatie met de Kerk gedurende mijn lange leven beleefd heb’, aldus André Léonard.
‘Na zijn dood heb ik zeven missen opgedragen voor zijn eeuwig heil.’ Dat vertelt André Léonard (84), voormalig aartsbisschop van Mechelen-Brussel, over de ‘ketter’ Etienne Vermeersch met wie de ‘kerkvorst’ drie debatten op televisie voerde in zijn onlangs verschenen autobiografie. Het klikte op menselijk vlak wonderwel tussen beide denkers, allebei rationalisten. Volgens de bisschop slaagde hij er zelfs in Vermeersch even aan het twijfelen te brengen over zijn atheïsme, toen het over het beginpunt van de kosmos ging.
Verbazend toch wel dat over de autobiografie, toch al een poos geleden verschenen, in de Vlaamse kerkelijke media geen woord is terug te vinden. Tegelijk is dat ook perfect begrijpelijk. Het boek(je) maakt immers duidelijk hoe groot de kloof is tussen de denk- en geloofswereld van de filosoof-bisschop en de liberaliserende weg waarvoor de Vlaamse kerk heeft gekozen. Zeker nu ze vanwege de pedoschandalen al zo lang in de hoek zit waar de klappen vallen. Low profile dus. Het is nu niet de tijd om als bisschop hoog van de toren te blazen en het secularisme aan te klagen.
Nieuw is die kortsluiting trouwens niet. De verrassende benoeming van André Léonard door paus Benedictus in 2010 werd in Vlaanderen op boegeroep onthaald. Vanuit zijn periode als bisschop van Namen en zijn ‘opkuisoperatie’ van het Namense seminarie, had hij een autoritaire en conservatieve reputatie. Het was dan ook moedig van Rik Torfs dat hij in De Standaard pleitte om de nieuwe aartsbisschop toch nog krediet te geven.
Dat zou niet blijven duren. Al na twee maanden brak het schandaal-Vangheluwe los, waarbij Léonard meteen resoluut diens ontslag regelde met Rome. Dat kon natuurlijk de dijkbreuk niet beletten die nadien ontstond rond de jarenlange doofpotpolitiek van bisschoppen, en waar Léonard zelf ook niet ongehavend uitkwam.
Spookrijder
In het kouwelijke paleis in Mechelen heeft de aartsbisschop zich nooit thuis gevoeld. Hij vond ook maar moeilijk aansluiting bij de Vlaamse grondstroom hoewel hij vlekkeloos Nederlands spreekt, alle begrip toont voor de Vlaamse Beweging, opkomt voor eerherstel voor priester Daens en de Franstalige arrogantie op de korrel nam.
Het verschil met zijn voorganger, kardinaal Danneels, was te groot. Terwijl de West-Vlaming populair was — zachtmoedige diplomaat van ‘pappen en nathouden’ — was Léonard gedreven door zorg om de rechte lijn, zowel op doctrinair, liturgisch als moreel vlak. Zijn woordvoerder Jurgen Mettepenningen nam om die reden al na drie maanden ontslag. Hij noemde zijn ex-baas een ‘spookrijder’.
Maar dan wel een spookrijder volgens de wegenkaart van de katholieke catechismus. Hij zat als kerkleider op dezelfde golflengte als de pausen Johannes Paulus II — voor wie hij in 1999 zelfs de vastenretraite mocht preken in het Vaticaan — en Benedictus XVI. De mainstream van het Vlaamse katholicisme daarentegen zag beide opvolgers van Petrus niet zitten en dweepte liever met de kritische theoloog Schillebeeckx en de Franse dissidente bisschop Jacques Gaillot. Voor een evangelische, arme, geëngageerde en democratische kerkgemeenschap, voor mensenrechten en gelijkheid.
Toen de Argentijnse kardinaal Bergoglio tot paus werd gekozen, werden de rollen omgedraaid. Dat de wind uit een heel andere hoek ging waaien, werd duidelijk toen Léonard, als eerste aartsbisschop van Mechelen-Brussel in de Belgische geschiedenis, niet tot kardinaal werd verheven terwijl zijn progressieve opvolger Jozef De Kesel de titel al meteen kreeg.
Filosofie
Toch is de voormalige aartsbisschop er niet rouwig om dat de kardinaalshoed aan hem is voorbijgegaan. ‘Zo heb ik de kans gekregen om mijn pastorale roeping, dichtbij de mensen, ten volle waar te maken’, klinkt het. Hij doet dat vanuit het bedevaartsoord Notre Dame du Laus in de Franse Alpen. Van daaruit doet hij ook pastoraal werk in omliggende bergdorpen, geeft hij lezingen en preekt hij retraites, ook voor Franse bisschoppen. En hij schrijft minstens elk jaar een boek.
Zijn familiale achtergrond is zeker niet vreemd aan zijn gedrevenheid. Zijn vader sneuvelde tien dagen na zijn geboorte bij een bombardement tijdens de Duitse inval. Hij heeft drie broers, die ook allemaal priester werden en hem veel bijbrachten rond theologie, muziek, wetenschap en sport. In al zijn studies was André Léonard een topper. Hij ontpopte zich tot een Hegel-specialist bij uitstek (de filosoof van de ’these-antithese-synthese’) en kende de beroemdste filosofen van de twintigste eeuw persoonlijk.
‘De studie van Hegel had me allergisch gemaakt voor oppervlakkige slogans en simplistische standpunten’, schrijft hij. Dat verklaart wellicht zijn profilering als ‘vrijdenker’ die zich niets aantrekt van wat politiek of cultureel correct of in de mode is.
Aardbeientaart
Paus Franciscus pepert het de priesters regelmatig in dat zij als herders ‘de geur van hun schapen’ moeten uitwasemen. Op dat gebied was Léonard onmiskenbaar ‘franciscaans’, want als bisschop maakte hij er een prioriteit van een tijdlang in alle parochies te verblijven en er zijn ‘schapen’ te leren kennen, ook in de rusthuizen en op café, waarbij hij zich deed opmerken in de samenzang.
Die pastorale activiteiten hadden geen nieuwswaarde. Dat was wél het geval voor een heleboel van zijn uitspraken, vooral rond homoseksualiteit. Groot nieuws waren de feministische aanslagen waarvan hij het mikpunt was. ‘De aardbeientaart die ik in mijn gezicht kreeg was best lekker, maar de aanslag van de dames van Femen was het aangenaamste’, herinnert hij zich. ‘Beelden van de aartsbisschop van Mechelen-Brussel, met water overgoten, onbewogen met zijn gevouwen handen rustend op tafel, gingen de wereld rond en wekten een enorme sympathie voor mij op.’
Zoals met uitgesproken persoonlijkheden meestal het geval is, roept Léonard tegengestelde reacties op: voor de ene is hij reactionair, voor de andere profetisch.
Visie op de kerk
Zijn visie op de kerk is in elk geval niet zo marginaal als we vanuit Vlaanderen geneigd zijn te denken, als je de verhoudingen in de wereldkerk bekijkt. Dat bleek onlangs nog uit de verrassend grote schokgolf die de verklaring over homozegeningen op gang bracht in de wereldkerk, hoewel de tekst zelf weinig of niets verandert aan de leer.
De polarisering overstijgen, dat wordt dus een grote uitdaging voor de historische ‘synode over synodaliteit’ dit najaar in Rome. Hoewel Léonard niet enthousiast is over dit pauselijk initiatief, staat hij volop achter paus Franciscus, met lof voor ‘zijn zin voor communicatie, zeer concrete zorg voor de armste mensen en eenvoudige levensstijl’. Wel vindt hij de ambiguïteit van sommige uitspraken en beslissingen problematisch, ook rond de klimaatcrisis.
De Kerk in al haar wederwaardigheden is overwegend positief, maar in het laatste hoofdstuk schetst Léonard wel een vrij dramatisch beeld van de mondiale uitdagingen vandaag en wijst hij op de uitweg die het geloof in Jezus Christus kan bieden: ‘Daarvoor moet de kerk haar leerstellige betrouwbaarheid en vastberadenheid herwinnen.’ Nu zovelen op zoek zijn naar houvast en identiteit, als reactie op het postmoderne nihilisme en de vloeibaarheid rond normen en waarden, is het niet uitgesloten dat een meer geprofileerd en authentiek katholicisme inderdaad toekomstkansen heeft.
Zoals de filosoof Hegel zei: ‘Na these en antithese, volgt de synthese.’
Jos Vranckx is oud-journalist van Gazet van Antwerpen.
Paus Franciscus is aangekomen bij de grootste jongerenbijeenkomst ter wereld. De Wereldjongerendagen zijn gefocust op de toekomst van kerk en wereld.