JavaScript is required for this website to work.

Maakbare mensen moeten niet vertrouwd, maar gecontroleerd worden

Pieter de Jonge22/6/2023Leestijd 5 minuten
TitelDe maakbare mens
AuteurBina Ayar
UitgeverUitgeverij Blauwburgwal
ISBN9789461853325
Onze beoordeling
Prijs€ 22.5
Koop dit boek

In het boek De maakbare mens beschrijft de Nederlandse journaliste Bina Ayar de manier waarop tegenwoordig geredeneerd en gediscussieerd wordt. Emotie boven ratio, korte termijn boven lange termijn en veiligheid boven alles. Het ergste van alles is dat dat contraproductief werkt. En dat kan soms erg verkeerd uitpakken, zo blijkt.

‘Zwemlessen redden levens’, zei Els Ampe (Open Vld) onlangs in het Vlaams Parlement. Een wijsheid die in waterland Nederland niet bij iedereen bekend is. In 2015 verdronk tijdens het schoolzwemmen een negenjarig Syrisch meisje. Verdriet maakte snel plaats voor publieke verontwaardiging: dit had voorkomen moeten worden! De rechter veroordeelde de dienstdoende badmeesters tot een werkstraf, en vier Utrechtse basisscholen stopten zelfs helemaal met schoolzwemmen. Het is slechts één van de vele voorbeelden die Bina Ayar in haar nieuw boek De maakbare mens duidt.

‘Intensieve menshouderij’

De titel had kunnen verwijzen naar individuele zelfontplooiing, of naar de notie dat je alles kunt worden, zolang je maar je best doet. In beide gevallen een optimistisch mensbeeld.

In de hedendaagse maatschappij is het alleen niet de bedoeling dat ieder individu zijn of haar eigen gang gaat. Integendeel, meer dan ooit is conformisme geboden. ‘Maakbaarheid’ verwijst naar de mogelijkheden voor beleidsmakers om, met behulp van media, wetenschappelijke inzichten in menselijk gedrag en nieuwe digitale technieken, mensen zich op de juiste manier te laten gedragen. Daarbij wordt uitgegaan van een pessimistisch mensbeeld: de meeste mensen zullen uit zichzelf niet doen is wat goed is voor zichzelf, de samenleving en het klimaat, daarbij moeten ze geholpen worden.

Dankzij techniek kunnen we meer dan ooit. Paradoxaal genoeg maakt dat niet hoopvol, maar angstig. Niets mag nog aan het toeval worden overgelaten. Alles moet meet-, modelleer- en maakbaar zijn. De minst zekere factor in de huidige ‘modellenmaatschappij’ is de mens. Dus moet mensen – hun gevoelens, gedachten en gedrag – gestuurd worden. Net zolang tot iedereen een modelburger is die geen risico’s neemt, gezond is en altijd de juiste mening aanhangt. Universitair docent filosofie Ad Verbrugge gebruikt hiervoor de term ‘intensieve menshouderij’, mogelijk gemaakt door de techniek.

Obsessie met gezondheid

Veen inzichten voor dit boek deed de auteur op tijdens de coronaperiode. Lockdowns, coronapas, avondklok, … Vanwege de volksgezondheid bleken burgerlijke vrijheden heel makkelijk ingeperkt te kunnen worden. Soms met gebruik van drogredenen. Zo ging de Nederlandse premier Mark Rutte (VVD) overstag met het invoeren van mondmaskerverplichting ‘om van de discussie af te zijn’. Met hetzelfde argument had hij het tegengestelde standpunt kunnen innemen.

Over de corona-inperkingen zit Ayar op dezelfde lijn als veel Doorbraak-auteurs. Professor Mattias Desmet is een van de mensen met wie zij spreekt. Nederlanders geloven nog steeds niet dat mondmaskers extra bescherming boden. Ayar benadrukt dat de milieuschade wel evident is: heel wat maskers werden na gebruik op straat gegooid en belandden in de natuur en in de zee.

De aandacht voor corona heeft een nadeel: voor veel mensen is dat inmiddels verleden tijd. Volgens Ayar was het coronabeleid echter symptomatisch voor een al langer bestaande, en nog steeds voortdurende ontwikkeling. Beleidsmakers, maar ook het publiek, verlangen niet meer dat problemen worden opgelost, maar voorkomen. Hedendaagse gezondheidsproblemen zijn welvaartsziekten, veroorzaakt door slechte gewoonten. Wie zich goed gedraagt, wordt niet ziek. Dus moet gezond gedrag gestimuleerd worden en ongezond gedrag ontmoedigd. Via reclame, ‘nudging’ op sociale media en sociale controle. De campagnes tegen het roken vormden slechts de opmaat voor een ‘integrale gezondheidsaanpak’.

Gevolgen digitalisering

Het zijn de hoogopgeleide stedelingen die bepalen wat wel en niet gezond is. Diezelfde bevolkingsgroep is bezorgd om het milieu en begaan met diversiteit en inclusie. Ooit garandeerde een hoge opleiding een succesvolle maatschappelijke loopbaan, en daarmee een zorgeloos leven en sociale mobiliteit. Tegenwoordig hebben veel hoogopgeleiden een onzeker, niet-essentieel beroep vanachter een laptop. Hun werk leidt niet tot direct of zichtbaar resultaat. ‘Vervreemding’ treft nu eerder hoog- dan laagopgeleiden. Is het hebben en opleggen van sociaal wenselijke opvattingen hiervoor een compensatie?

Toetsenbord, muis en touchscreen laten direct iets op het scherm gebeuren. Maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen daarentegen zijn processen van de lange adem. De heftigheid van hedendaagse ‘discussies’ lijkt een wanhopige poging de werkelijkheid net zo snel bij te sturen als wat er op een scherm gebeurt. Alsof de enorme technologische sprongen van de afgelopen decennia de menselijke geest eerder afstompen dan verrijken.

Technologie

Diezelfde digitale technologie biedt beleidsmakers meer mogelijkheden dan ooit om allerlei informatie – via de gps op smartphones zelfs de bewegingen van individuele personen – vast te leggen. De mogelijkheid creëert het verlangen om bewegingen, gedragingen en zelfs opvattingen, vastgelegd in onze bijdragen en likes op sociale media, bij te sturen. Techniekbedrijven willen hun producten en diensten slijten en hebben geen belang bij het weerspreken van beleidsmakers.

Sinds juli 2022 moeten nieuwe auto’s verplicht een waarschuwingssysteem voor te snel rijden bevatten. De digitale assistent kan nu nog per rit worden uitgezet, maar de vraag is of dat na een toekomstige update nog kan. De ‘snelheidsbegrenzer’ is slechts een van dertig veiligheidssystemen die de Europese Unie verplicht stelt voor nieuwe auto’s.

Betuttelracisme

Bent u bekend met het ‘Netflix-ideaalbeeld’? Netflix-series en films zijn meer divers dan klassieke Hollywood-producties. Op Netflix zijn mensen van kleur feministisch, liefhebbers van cultuur en open voor lesbische liefde en andere regenboogrelaties. Kortom, de gekleurde medemens is progressief. Wat niet aan het ideaalbeeld voldoet, zoals problemen rond criminaliteit en integratie, blijft onbesproken. Ook dat in probleemwijken minderheden zelf de meeste nadelen daar last van ondervinden. Of dat allochtonen een lagere vaccinatiegraad hebben.

Wee de minderheidspersoon die niet aan het ideaalbeeld voldoet. Het is onbestaanbaar dat een homoseksueel, een niet-blanke of überhaupt een vrouw rechts of conservatief zou zijn. Is dat wel het geval, dan wordt die persoon nog harder neergehaald, ‘gecanceld’, dan een blanke man. Kort na haar afstuderen beging de zwarte historica Pamela Pinas de vergissing om tegen haar GroenLinks stemmende professor, met wie zij een goede band dacht te hebben, te vertellen dat ze overwoog iets voor rechtse partijen te gaan doen. ‘Oh, dus jij wordt straks de slaaf van Thierry Baudet?’ klonk het later.

Assita Kanko

Sociaalgeograaf Josse de Voogd presenteerde zijn bevindingen, dat opleidingen en inkomen bepalender waren dan etniciteit, aan de Tweede Kamer. De fractievoorzitter van allochtonenpartij Denk reageerde nuchter: ‘Oké, het ligt dus aan klasse, wat gaan we eraan doen?’

De fractievoorzitter van het links-liberale D66 begon meteen over ‘wit privilege’, een term die suggereert dat allochtonen niet op eigen kracht vooruit kunnen komen in het leven. Een term die een kloof vormt tussen hoogopgeleide en laagopgeleide blanken. Terwijl laagopgeleide blanken met precies dezelfde economische problemen kampen als laagopgeleide kleurlingen. Omgekeerd herkennen hoogopgeleide allochtonen zich echter niet automatisch in woke. Links-progressieve partijen verliezen blanke arbeiders, zonder hoogopgeleiden van kleur voor zich te winnen.

Redactionele puntjes

Ayar interviewde denkers en specialisten. Voor de leesbaarheid maakt dat niet uit, het boek leest makkelijk weg. Voor het bespreken was het een nadeel. De interviews worden niet integraal gepubliceerd.  Wanneer spreekt Ayar, wanneer verschuilt zij zich achter anderen?

Door de nadruk op corona kan het boek soms gedateerd overkomen. Rechtsfilosofe Raisa Blommestein, kritisch over lockdowns en over de cancelcultuur, wordt omschreven als medewerker van de Universiteit Leiden. Een jaar voor verschijning van dit boek voltooide Blommestein haar dissertatie, waarna zij de academische wereld inruilde voor een loopbaan als commentator.

Geschiedenis

Ayar studeerde geschiedenis. Bij de boekpresentatie werd opgemerkt dat de Westerse geschiedenis vanaf de late middeleeuwen tot en met de jaren 1990 in het teken stond van toenemende individualisering. In de eenentwintigste eeuw lijkt de beweging eerder richting collectivisme te gaan: omwille van veiligheid iedereen hetzelfde gezonde gedrag en dezelfde wenselijke opvattingen.

Begin 2016 woonde uw recensent een lezing bij van de Nederlandse hoogleraar geschiedenis Beatrice de Graaf. Haar viel op dat bij rampen en calamiteiten steeds minder werd gevraagd ‘wat ging er mis en hoe doen we het voortaan beter?’ en steeds meer ‘wiens schuld is het?’ Volgens haar hield die ontwikkeling gelijke tred met de afnemende religiositeit in het Westen. Dat verbaasde de toehoorder. God was onfeilbaar, de mens niet. Nu de mens de norm is, zouden we moeten aannemen dat dingen mis kunnen gaan. In plaats daarvan moet de mens het beter doen dan God. Stellen we dan niet te hoge eisen aan onszelf?

Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.

Commentaren en reacties