Moderne oorlogsthriller in een middeleeuws jasje

De historische roman De Essex Dogs van Dan Jones opent met een scene waarin soldaten met een bootje op de Normandische kust afstormen. Ondertussen worden ze in de schuimende zee langs alle kanten beschoten en hopen de vloekende mannen in het vaartuig levend aan wal te geraken. Aan de andere kant zit de gehate vijand die verjaagd moet worden.

Het verhaal van de roman De Essex Dogs speelt zich af in de jaren ’40 van de veertiende eeuw. De ‘Dogs’ zijn huursoldaten die strijden in opdracht van de Engelse koning Edward III die de troon van Frankrijk opeist en zo de twee koninkrijken in de Honderdjarige Oorlog sleurt.

Normandië

In juli 1346 landen ze in Normandië waar de Fransen hen bestoken met kruisbogen en katapulten. Het boek begint bijzonder bloederig en Jones beschrijft heel levendig de heersende spanning. Je kan bijna de geur van uitwerpselen vermengt met bloed ruiken.

Ook in zijn niet-fictionele geschiedenissen is Dan Jones niet vies van kleurrijke besprekingen van hoe men in de middeleeuwen mensen van kant maakte. De auteur amuseerde zich duidelijk tijdens het schrijven en geniet merkbaar van de vrijheid die het scheppen van een verhaal hem biedt. Maar de actie gaat hem dit keer voor op de historische gebeurtenis. Elk hoofdstuk start met een citaat uit een eigentijds document, zoals kronieken en brieven, en Jones gebruikt dat citaat om zijn fantasie de vrije loop te geven.

Edelman

De Essex Dogs is een groep van tien huurlingen in dienst van de pafferige edelman Sir Robert Le Straunge. De ervaren rot Loveday FitzTalbot is de leider van de groep. Hij ontfermt zich over de 16-jaar jonge boogschutter Romford. Hun uiteenlopende verhalen bieden het meest diepgang aan dit vlot lezende boek.

Figuren als ‘Father’, een immer dronken en extreem vloekende geestelijke, of de bijzonder clichématige ‘Scotsman’, jawel een bonkige roodharige, geven dan weer extra kleur aan het geheel. De Dogs doen dienst als een voorhoede voor het Engelse leger en krijgen allerlei rotklusjes van de hogere adel.

Huurlingen

Ondertussen hebben ze het aan de stok met huurlingen uit East-Anglia en lopen er twee Welshe boogschutters rond in hun groep waarop ze maar geen vat krijgen, maar die wel bijzonder belangrijk zijn voor het welslagen van hun missies. De jonge Romford, die voortdurend een poeder steelt bij apothekers dat hem in een roes brengt, belandt door toeval bij de hofhouding van Edward, de prins van Wales. Ook hij wordt verslaafd aan het poeder.

Klassiek staat Edward, de ‘Black Prince’, (wiens graftombe je kan bewonderen in de kathedraal van Canterbury, red.) bekend als de voorbeeldridder van zijn tijd. Jones schildert hem echter af als een verwend rotjoch die regelmatig de ergernis opwekt van zijn vader, Edward III. De Vlamingen komen ook aan bod in het boek en ze worden afgeschilderd als rijk en onbetrouwbaar. ’t Is maar hoe je de dingen bekijkt, natuurlijk.

Drieluik

De Essex Dogs is het eerste deel van een drieluik. De andere twee delen moeten nog verschijnen. Wie hoopt iets op te steken over de Honderdjarige Oorlog komt met dit deel alvast van een kale reis terug. Zo wordt met geen woord gerept over de belangrijke rol van Vlaanderen in de eerste fase van de Honderdjarige Oorlog. De oorlog lijkt in dit boek echter te beginnen met de Engelse invasie van Normandië.

Jones laat de middeleeuwse personages qua denken, doen en laten meer aansluiten bij onze tijd, waardoor het verhaal natuurlijk heel behapbaar is. De Essex Dogs is ontegensprekelijk bedoeld als ontspannend leesvoer, waarbij historische voorkennis absoluut geen must is, maar wel bijzonder handig.