De nieuwe politiek van Europa
Luuk van Middelaar, hoogleraar en oud-medewerker van Herman Van Rompuy, legt met een scherp fileermes de nieuwe politiek van Europa bloot.
In zijn boek ‘De nieuwe politiek van Europa’ analyseert de Nederlandse hoogleraar en publicist Luuk van Middelaar de Europese Unie. Van Middelaar is een insider. Tussen 2010 en 2015 was hij stafmedewerker van Herman van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad. Met een schep fileermes legt hij de ontwikkelingen binnen de Europese Unie bloot.
De Griekse dominosteen
De bankencrisis die in de zomer van 2007 uitbrak leidde in 2010 tot de eurocrisis. De afzonderlijke Europese landen waren gedwongen om met belastinggeld hun eigen banken overeind houden. Ze voelden zich uitsluitend verantwoordelijk voor hun eigen banken en hun eigen spaarders. En toen dreigde Griekenland om te vallen. ‘Vanwege verbijsterende onthullingen over statistische fraude — gedaan door de regering die sinds de parlementsverkiezingen van oktober 2009 aan de macht was — en vanwege een overheidstekort dat stilaan de 15 procent nadert, verliezen de kapitaalmarkten het vertrouwen dat het land zijn schulden kan aflossen,’ schrijft Van Middelaar. ‘Maar het gaat om meer dan Griekenland alleen. Speculanten beginnen miljarden te wedden op een schuldencrisis in de Eurozone.’ De Europese leiders waren gedwongen om al improviserend zware en vergaande besluiten te nemen want het ging om honderden miljarden euro’s.
Regels versus gebeurtenissen
‘De doorbraak op 11 februari 2010 zat in het beginsel van “gedeelde verantwoordelijkheid” voor de eurozone-stabiliteit.’ Zo ontstond een nieuwe politiek die van Middelaar ‘gebeurtenissenpolitiek’ noemt. De ‘regelfabriek’ die de Europese Unie was, werd onder dwang van de gebeurtenissen gedwongen adequaat te reageren op onverwachte gebeurtenissen. ‘Schematisch gaat het in de “regelpolitiek” om het vaststellen van wetten en beleid, het toepassen van regels en ook het verdelen van welvaart door het rechtvaardig organiseren van politieke diensten. Vanouds is ook de Europese Unie louter ingericht op regelpolitiek, om een markt op te bouwen en in evenwicht te houden. In de “gebeurtenissenpolitiek” daarentegen is de inzet om greep te krijgen op onvoorziene gebeurtenissen.’ Maar, ‘een stelsel dat gebouwd is om regelpolitiek te bedrijven is niet zomaar in staat tot gebeurtenissenpolitiek. Het gaat gepaard met ruzies en conflicten, met mislukkingen en spanning. Toch wordt onder druk van de crises leiderschap geïmproviseerd, betreden nieuwe politieke spelers het toneel, ontvouwen zich vormen van regeermacht.’
Crisis in de muntunie
Van Middelaars beschrijving van de eurocrisis leest als een detective. Door de eurocrisis en de besluiten die noodgedwongen moesten worden genomen ‘veranderde de Maastrichtse muntunie onmiskenbaar van vorm,’ schrijft hij. ‘De eurozone experimenteerde najaar 2011 met een harde vorm van crisispolitiek: het vervangen van zwakke regeringen. Niet via de stembus, maar door middel van voor het publiek ongrijpbare politieke en financiële druk. Stilaan daagt bij regeringsleiders het besef dat de crisis dieper gaat dan een serie landen die “hun huiswerk” niet deden, en dat het Begrotingsverdrag dus niet volstaat. Onmiskenbaar ligt er ook een gezamenlijk probleem. Het vertrouwen in de eurozone als zodanig is zoek.’
‘Om hun slecht uitgeruste munt door de storm te loodsen moesten de leiders met het pistool op de borst gereedschappen ontwerpen én deze meteen aanwenden. Ze bedreven zo gebeurtenissenpolitiek op twee niveaus: enerzijds op het constitutionele niveau, door het oprichten van instellingen met handelingsvermogen en het instellen van reguliere kaders; anderzijds op het handelende niveau, door de gereedschappen te benutten op het moment dat de lidstaten in de problemen raakten. Deze samenhang tussen evenwichtig herijkte kaders en effectief optreden redde de munt.’ Ook de vluchtelingencrisis beschrijft van Middelaar in termen van ‘gebeurtenissenpolitiek’. De Europese Unie bezwoer deze door de Turkije-deal te onderhandelen.
Onvoorziene omstandigheden: Brexit en Trump
Brexit en de onvoorspelbare politiek van Trump vormen de nieuwe uitdagingen voor de Europese Unie. Eind mei weigerde Trump botweg de NAVO-solidariteit te bekrachtigen. ‘De tijden waarin we ons volledig op anderen konden verlaten, zijn tot op zekere hoogte voorbij. Dat heb ik de afgelopen dagen ervaren. En daarom kan ik alleen maar zeggen: wij Europeanen moeten vanaf nu ons lot echt in eigen hand nemen,’ reageerde de Duitse kanselier Angela Merkel in een Beierse biertent. ‘Op het spel staat Europa’s politieke en geopolitieke emancipatie van Amerika, met alle consequenties van dien,’ schrijft van Middelaar. ‘Een geopolitiek opstaan, van Europa in de eerste plaats, van Duitsland ex aequo.’ ‘Het einde van de Pax Americana lijkt nabij.’ ‘Dan verschijnen de weerbarstigheid en de rommeligheid van de Unie niet als uitvloeisel van politieke domheid of bureaucratische kortzichtigheid maar als weerslag van Europa’s rijke en verscheurde geschiedenis. De Unie is er een van staten in meervoud, die elk eigen belangen, waarden en ervaringen mee naar de onderhandelingstafel brengen. Aangezien in Europa niemand de baas is, of er althans niet één baas is, krijgen besluiten steeds meer de vorm van vergelijk, uitruil, compromis.’
De rol van de Raad
Het belangrijkste gremium binnen de Europese Unie is de Europese Raad geworden. In de Raad is elk land met haar regeringsleider vertegenwoordigd. Binnen de Europese Raad krijgt de nieuwe politiek van Europa haar vorm. ‘In de kolkende stroom van gebeurtenissen — omvallende munt, verdrinkende vluchtelingen, tergende Brexit, tartende Trump — gezamenlijk besluiten nemen en niet enkel normen stellen, handelen en niet enkel regelen en inkaderen. Gebeurtenissenpolitiek bedrijven,’ dat is waar de Europese Raad zich mee bezig houdt. ‘In crisissituaties kijkt men naar de Europese Raad en zijn belangrijkste leden.’ ‘Elk lid van het gezelschap spreekt op een top namens eigen land en wordt geacht omgekeerd zijn of haar regering en bevolking politiek te kunnen binden aan een gezamenlijk besluit.’ ‘Thuis bepalen de individuele leden de koers van hun eigen regering; samen doen ze dit voor de Unie als geheel.’ Voor een land als Nederland heeft het grote gevolgen gehad voor de positie van de minister-president. Nu is premier Rutte de regeringsleider die namens de Nederlandse regering het Europese beleid mede bepaald. Traditioneel is de minister-president in Nederland echter de eerste onder zijns gelijken en slechts voorzitter van een ministerraad die samen het beleid bepaald.
Een voortschrijdende integratie?
Binnen de Europese Unie zijn de mogelijkheden voor een klassieke oppositie beperkt. Een ‘systeemfout’, noemt Van Middelaar dit, ‘die niet zo gemakkelijk te herstellen is.’ Een klassieke oppositie bestrijdt de regering zonder haar omver te willen werpen. Binnen de Europese Unie is hiervoor onvoldoende ruimte.
‘De Unie is niet bezig één staat te worden. Haar naties zijn niet samengesmolten in één Europese natie, zoals na 1945 gehoopt, noch opgegaan in een “postnationale ruimte”, zoals na de val van de Muur in 1989 door sommigen verondersteld. Wel ontdekken ze hoe ze naast en met elkaar in eigenheid kunnen samenwerken. De Unie is en blijft onloochenbaar een unie van Staten in meervoud. Politiek is behalve een methode om collectief bindende besluiten te nemen en “problemen op te lossen” ook een manier om maatschappelijke spanningen, van deels onoplosbare aard, zichtbaar en beheersbaar te maken. Ook de Unie ontleent aan deze opdracht haar bestaansgrond.’
Dit belangrijke boek wordt woensdag 4 oktober aanstaande bij De Buren in Brussel gepresenteerd.
De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.
Jan Renkema probeert de ‘Nederlander’ is een beperkt aantal pagina’s te doorgronden.