Op zoek naar golfbrekers in een zee van drek
Titel | Het boek is beter |
---|---|
Subtitel | Het Vlaamse televisielandschap omgespit |
Auteur | Frederik De Backer |
Uitgever | B&L |
ISBN | 9789463938181 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 212 |
Koop dit boek |
Frederik de Backer is de mediacolumnist van De Morgen. Deze verzameling geeft een goed inzicht in zijn talent en zin voor humor…
Op mijn moeders rommelige zolder staat nog altijd, onder een beschermende stoffen doek, het Philips-televisietoestel uit mijn jeugd, in de verre jaren zestig. Dat was zowat het meest prestigieuze object waarnaar heel onze woonkamer was gericht. In zowat elke huis stond een identiek exemplaar en iedereen keek elke dag naar dezelfde programma’s, gewoon omdat er geen keuze was. In Vlaanderen was immers maar één zender, de trotse BRT.
Wie de andere landstaal machtig was, kon naar de RTBF kijken en soms lukte het zelfs om met veel ruis een glimp op te vatten van wat wij ‘Rijsel’ noemden, naar de stad van waar de Franse overheidszender ORTF haar uitzendingen de ether instuurde. Die waren toen tot in Aalst op te vangen, weliswaar enkel indien men beschikte over een vernuftig mechanisme om de stand van de antenne op het dak naar het zuiden te draaien.
Van antennes naar streaming
Zes decennia later zijn die ijzeren vorken die de Vlaamse daken sierden allang verdwenen. En het zal niet lang meer duren voor ook de televisiezenders in hun huidige vorm niet meer dan een herinnering zullen zijn. De transformatie naar streamingplatforms die zij zichzelf opleggen lijkt een niet te vermijden wanhopige vlucht vooruit. Het traditionele televisietoestel uit mijn jeugd is vervangen door gesofisticeerde schermen; maar het is vooral de manier waarop wij daar naar kijken die onherroepelijk veranderd is. Wij kiezen niet langer uit de menukaart die de zenders aanbieden; het is het wereldwijde net dat ons een astronomisch hoeveelheid aan ‘content’ aanbiedt. Jonge mensen kijken à la carte en zijn niet langer trouw aan zenders waarvan het publiek steeds ouder wordt.
Dwarskijker
In de beginjaren van de televisie, toen alles nog enigszins overzichtelijk was, bekwaamden sommige journalisten zich in nieuwsoortige recensies: de TV-kritiek was geboren. Eén der grootmeesters ervan was Willy Courteaux, die niet alleen briljant vertaler en absoluut kenner was van het oeuvre van Shakespeare, maar zich voor het weekblad Humo ook onledig hield in zijn ‘Open venster’ met het bepreken van televisieprogramma’s. Rudy Vandendaele zou hem met bevlogen pen opvolgen en ook in 2022 bestaat de rubriek nog steeds. Het is te hopen dat dit zo blijft, want vele kranten en tijdschriften beperken zich tot het reproduceren van persdossiers en voorspelbare interviews.
Scherpe mediakritiek is een genre dat te weinig beoefend wordt. In De Standaard durft Filip Van Ongevalle nog met veel zin voor humor schrijven wat hij denkt over een televisieprogramma. In De Morgen heeft Frederik De Backer zich sinds enige tijd een reputatie bij elkaar gerecenseerd die niet alleen bijzonder lovenswaardig is, maar ook merkwaardig. Want de krant waarvoor hij werkt maakt deel uit het persimperium DPG, zoals de Vlaamse commerciële zender VTM en De Backer durft zijn pen in vitriool drenken als hij daarover schrijft. Men kan zich afvragen hoe aan de Medialaan wordt gereageerd op zijn mening dat ‘VTM een kruistocht voert tegen alles wat mooi en waardevol is’
Literaire stijl
Wie het werk van Frederik De Backer niet kent, kan zijn achterstand snel inhalen met ‘Het boek is beter. Het Vlaamse televisielandschap omgespit‘, een verzameling columns van zijn hand . Men zou kunnen vrezen dat teksten over programma’s die al een tijd geleden te bekijken waren na een tijd hun houdbaarheidsdatum overschreden hebben. Dat is absoluut niet het geval bij De Backer.
Dat is mede te wijten aan het format waarin hij zijn recensies giet en waarvan hij het fabrieksgeheim zelf prijsgeeft: hij begint steeds met een catchy zin en persoonlijke bedenkingen die ver staan van het programma dat hij bespreekt. Op sommige momenten komt dat zelfs nauwelijks te sprake en is zijn tekst er slechts door ingegeven. Maar die is meestal zo overtuigend en bijzonder goed geschreven dat men hem geen ego-tripperij kan aanwrijven. Hij gebruikt een literaire barokke stijl en is niet vies van soms gewaagde vergelijkingen, maar op geen enkel moment vliegt hij uit de bocht.
Doorspoeltelevisie
Een criticus als De Backer durft er ons aan te herinneren dat er niets fout mee is om kwaliteit te verkiezen boven middelmatigheid, de gesel van onze tijd. Hij is onverbiddelijk in het neersabelen van wat niet anders dan slecht gemaakte en voorspelbare programma’s genoemd moet worden. Zonder aarzelen noemt hij het tv-landschap van vandaag ‘een dorre woestenij’ waarbij elke vorm van creativiteit het moet afleggen tegen de zoektocht naar de gunst van het publiek. Daarbij wordt de lat zo laag gelegd dat ze gelijk ligt met de grond opdat iedereen er toch zou over raken. Niet de sky, maar de bottom is de limit, vreest de Backer die maar één weg voor minderwaardige een programma : ‘ Kap het in de wc en spoel door, twee, drie, vier keer desnoods, als het maar ver weg is.’ ‘Doorspoeltelevisie’ noemt hij dat soort TV-werk dan ook.
De literaire lat van De Backer ligt niet bepaald laag en hij neemt zijn lezer au sérieux, zoals wanneer hij schrijft: ‘Ik stel me liever elke dag gehuld in niets dan een vijgenblad de vraag welke bessen nu weer de giftige waren, dan welke dampende hoop televisie mijn 21e-eeuws schoeisel dit keer te allen prijze moet zien te vermijden.’ Mooi is ook wanneer hij durft te zeggen dat hij zoekt ‘naar golfbrekers in een zee van drek’ en dat niet alles altijd entertainment moet zijn. Of dat kennis ons helaas slechts ‘in kruimelvorm tegemoet komt, terwijl nonsens met hele broden tegelijk over de kijker gekieperd wordt’.
Film
De cinematografische referenties van De Backer zijn ook niet min. In een column hoopt hij op ‘één vent die dissoneert in het gehinnik door op te staan en uit te roepen dat híj Spartacus is’. En bij een bijzonder grappige persiflage op het Eén-programma ‘Saar in het Bos’ laat hij die zeggen over man met wie ze in een bos moet overleven : ‘Mike wil dat ik hem kolonel Kurtz noem.’ Dan moet je wel weten dat hij het heeft over Marlon Brando in Apocalypse now, maar dat verleent een bijzonder rijke én grappige dimensie aan zijn werk.
Nog moeilijker, maar zo mogelijk nog grappiger is dit langer fragment over een programma van Cath Luyten over Yvan Heylen :
‘Maar kijk, ergens in een veld buiten Koewacht heeft iemand een reiskoffer laten slingeren en dus kon Cath Luyten niet anders dan een tv-programma maken, dit keer met Tenerife als plaats delict. En het moet gezegd: wat een programma! Deze aflevering van Buurman, wat doet u nu? is Fitzcarraldo met overheidsgeld, waarin een om onbekende redenen charismatisch bevonden blondje iets achter zich aan sleept dat zich daar duidelijk niet toe leent. En net als tijdens de opnames van die film is ook nu rampspoed ieders deel.’
Daarvoor moet je natuurlijk Herzogs Fitzcarroldo gezien hebben, en begrijpen dat De Backer de boot die over de bergen wordt gesleept vergelijkt met de onwillige Ivan Heylen die meegesleurd wordt door Cath Luyten. Voor De Backer mag het inderdaad wel iets meer zijn.
De Kampioenen
Hij is echter bij momenten ook onbedaarlijk grappig, zoals wanneer hij het heeft over Jacques Vermeire als ‘de man die zich langer aan zijn haar vastklampte dan vice-versa’. ‘De Kampioenen’ vindt hij een vloek, ‘zoveel kwaad kan volgens hem alleen uit een labo ontsnapt zijn.’ Vroeger werd flauwe humor aan de toog vertelt, ‘nu draagt men fier de domheid uit’.
Of wanneer hij dit schrijft in een kritiek van een kerstprogramma met Sven De Leijer : ‘Ontneem hem zijn badge, laat hem wachten voor de bareel, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, ik wil hem zelfs nog een kom soep gaan brengen tegen de kou, maak hem Ketnet-wrapper, zeg dat de VRT verhuisd is, doe íéts! Wie zijn die mensen die hiernaar uitkijken? Prop hen in rubberbootjes en duw hen de Noordzee op! Schiet hen de Webb-telescoop achterna! Zeg dat ze geen kijk- en luistergeld meer moeten betalen! Dan – en énkel dan – is er kans op vrede op aarde’
Armoede
De Backers kritiek is echter alles behalve gratuit. Hij vindt dat televisie teveel aandacht heeft voor onbelangrijke en banale dingen, terwijl er bijvoorbeeld nog altijd 680.000 Belgen aan de rand van de armoede leven. Hij vergelijkt de aanpak van dat probleem en de verklaring waarom de politiek zoveel meer aandacht had voor corona: ‘Slechts één van de twee bedreigt ook de beleidsmakers’.
Hij mag zich dan wel vrolijk maken over hoe slecht televisie wel kan zijn, maar hij ziet er toch een middel in om ‘de debiliteit te ontstijgen in plaats van ze te omarmen.’ Hij weet dat de ‘media de mensen bepalen, niet omgekeerd. Geef het volk inhoud, ‘hoopt hij ‘en wie weet geeft het daar ooit blijk van.’
Frederik De Backer schrijft over televisie, en men kan alleen maar hopen dat hij dit blijft doen. Maar misschien moet hij ophouden met zijn parels naar de zwijnen te werpen en zich met zijn literair talent op een hoger doel richten. Een heus boek bijvoorbeeld. Maar in afwachting zijn deze verzamelde columns meer dan lezenswaardig, ook voor wie niet houdt van verzamelde columns.
Het boek is beter van Frederik De Backer is deze week ons boek van de week, verkrijgbaar in onze Doorbraak boekenwinkel tegen een tijdelijke voordeelprijs.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Joanthan Littell vertrok naar Oekraïne om een boek te schrijven over een massamoord op Joden in 1941, maar het heden haalde hem in.