JavaScript is required for this website to work.

Radicale verlossing

Lieven Van Mele1/6/2021Leestijd 4 minuten
TitelRadicale verlossing
AuteurBeatrice de Graaf
UitgeverPrometheus
ISBN9789044646573
Onze beoordeling
Aantal bladzijden384
Prijs€ 29.99
Koop dit boek

Het element verlossing (‘redemption’) speelt een essentiële rol bij geradicaliseerden.

Bij de analyse van de beweegredenen waarom jihadisten, en andere radicalen, zich aansluiten bij pakweg Islamitische Staat (IS), mag het element verlossing niet ontbreken. Dit betekent dat hun radicale en destructieve daden een hoger doel hadden, een soort boetedoening waren, en vaak eschatologische elementen bevatte — in de islamitische traditie zijn er ahadith van apocalyptische aard die beweren dat er ooit een eindstrijd zou plaatsvinden in Syrië — die tot verlossing zou moeten leiden. Beatrice de Graaf heeft 23 gevangenen uit Nederland, Syrië, Pakistan en Indonesië uitgebreid geïnterviewd om die diepere beweegredenen te begrijpen. De focus ligt op jihadistische terrorismeveroordeelden, maar er zitten ook een paar rechtsextremisten tussen. En ook de geschiedenis van diverse vormen van terrorisme, waaronder anarchisme komen aan bod, alsook Boko Haram in zwart Afrika.

Beatrice de Graaf (1976), van christelijk-protestantse obediëntie, is historicus en faculteitshoogleraar Geesteswetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Ze onderzoekt de geschiedenis van terrorisme, oorlog en geweld, en is vooral geïnteresseerd in de strijd daartegen. Ze is fellow in het ISIS Files Project/Program on Extremism van de George Washington University, treedt regelmatig op als terrorisme-expert en publiceerde eerder onder meer Gevaarlijke vrouwen, Theater van de angst, Terrorists on Trial en Tegen de terreur. In 2018 werd haar werk bekroond met de hoogste Nederlandse wetenschappelijke onderscheiding, de Stevinpremier.

Zondig leven

Het valt De Graaf op dat moslims die de radicale en jihadistische toer zijn opgegaan, nauwelijks religieus waren vooraleer te beginnen aan hun extreme activiteiten. In de meeste gevallen zien we dat het vaak om kleine criminelen gaat, die al eens veroordeeld werden voor diefstal, shit rookten, en zich van moskee of islam zo goed als niks aantrokken. Het zijn dus niet de ‘vrome’ moslims die radicaliseren. Dit bleek ook al uit vele vroeger verschenen analyses. Veel van die jihadisten kenden nauwelijks iets over de godsdienst die hun ouders hun hadden meegegeven.

Omwille van hun zondige leven voelden die moslims zich wel schuldig. Zo kwamen ze, gepusht door allerlei triggers, op de weg van de radicale islam. Ze voelden zich uitverkoren om ‘iets’ te doen. Als het ware om te boeten voor hun zonden, en verlossing (‘redemption’) te bekomen. Het internet blijkt een essentiële rol te hebben gespeeld bij de rekrutering van jihadisten. Moskeeën of islamitische boekhandels in veel mindere mate. Sloten moslims uit Europa zich aan bij IS, en andere radicale groeperingen, omdat ze zich gediscrimineerd voelden of slachtoffer waren van racisme? De auteur gelooft het niet. Want hoe komt het dan dat er zovele jihadi’s naar Syrië trokken uit moslimlanden zoals Egypte, Indonesië, Irak, Marokko, Tunesië, etc. ?

Radicale verlossing

Nu is verlossing weliswaar een christelijk begrip, geeft ook Beatrice de Graaf toe. Maar dat fenomeen komt ook voor in de islam, vervolgt ze. Dat ze wat betreft dit laatste enkel secundaire bronnen gebruikt, is natuurlijk jammer. ‘Maar het zijn uiteindelijk niet straf en boete, maar barmhartigheid en compassie die de kern uitmaken van wat een echt geloof is’, meent de auteur te weten (blz. 312). Maar het gaat verder. Ook bij seculiere terroristen zoals bijvoorbeeld de RAF (Rote Armee Fraktion) of de Baader Meinhof zagen we vroeger dat elementen van verlossing, transcendentie, overstijging, een belangrijke rol speelden. Het concept van radicale verlossing heeft De Graaf alvast gehaald bij de narratieve psycholoog Dan McAdams.

Vijf fasen van verlossing

De cyclus van radicale verlossing gebeurt volgens Beatrice de Graaf in vijf fasen:

Fase 1: een gevoel van tekort. De toekomstige jihadist heeft de indruk dat z’n leven mislukt is (werkloosheid, armoede,…) of dat de groep waartoe men behoort tekort wordt gedaan (bijvoorbeeld solidariteit met Palestijnen omwille van de Israëlische politiek).

Fase 2: dit gevoel van individueel of collectief tekort of gemis wordt ingebed in een breder verhaal (een ideologie, een godsdienst, een vorm van nationalisme,…). Daarbij is het belangrijk dat voldoende medeburgers dit verhaal delen.

Fase 3: de identificatie van de eigen rol. Hoe kan het individu concreet actie ondernemen? En hier komen de rekruteerders om de hoek.

Fase 4: de radicale verlossingsdaad, bijvoorbeeld zich aansluiten bij IS in Syrië, of andere extremistische groeperingen.

Fase 5: evaluatie na de strijd. Dat betekent vaak het afstand nemen van de radicale strijd omdat die strijd mislukt is. Bijvoorbeeld omdat IS werd verslagen. Twijfel kan er ook komen wanneer jihadistische groeperingen elkaar bestrijden. Of wanneer een ex-jihadist een geloofwaardig tegenverhaal naar voren kan brengen. Ook ziet De Graaf een rol voor moskeeën en imams die een tegenverhaal kunnen brengen. Wat niet wil zeggen dat iedere radicaal die afstand neemt van zijn voorbije acties, ook een keurige democraat wordt.

De cyclus doorbreken

Hoe kan men nu die cyclus van vijf fasen doorbreken, vraagt de auteur zich vervolgens af. In de eerste twee fases kan men volgens haar niet van buitenaf interveniëren. Dat is een standpuntname die niet verder wordt uitgewerkt, en wel degelijk voor discussie vatbaar is. Wat betreft de derde fase: ‘Van buitenaf kunnen opvoeders, ouders, leraren en overheden proberen dergelijke aanbiedingen van verlossingsverhalen te identificeren en neer te halen’ (blz. 274). En ‘In de vierde fase geldt vooral dat persoonsgebonden radicaliseringsbeleid, adequate opsporing en vervolging, evenals goed inlichtingenwerk, effectief kunnen zijn om iemand gericht van te weerhouden zich bij een terroristische organisatie te voegen of zelf een misdrijf te plegen’.

Blijkbaar is terrorismepreventie uiteindelijk niet zo moeilijk, want ‘Wanneer de eigen gemeenschap, de kerken, de politieke partijen het voortouw nemen in campagnes voor verzoening, compromis en acceptatie van rechtsstatelijke beginselen, droogt de vijver van nieuwe rekruten langzaam op’, vervolgt Beatrice de Graaf (blz. 314).

Een onderzoek waarin heel veel tijd is gekropen, om dan uiteindelijk te leiden tot een boek van 384 bladzijden waarin vooral aangetoond wordt dat het element verlossing belangrijk is bij het begrijpen van jihadisten. Een publicatie ook met net iets te veel herhalingen. Met maar een paar summiere suggesties voor preventie en repressie van terrorisme. En een paar naïeve passages waarin christelijk-Europese clichés de bovenhand halen op objectieve analyse. Het geeft een beetje een gevoel van ‘much ado about nothing’.

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties